kampioen, want naar de KNVB promoveren kon toen niet. Later in de jaren vijftig speelde ik bij de veteranen met onder anderen Jan Schubert, Gerrit Keizer, Gerrit Fischer, Guus Drager en Joop Stoffelen. Maar je trainde niet meer, dus dan ging je niet eindeloos mee. Op het laatst liep ik helemaal stijf. Bovendien, je hebt een baan, vijf zoons... Verschillende van hen hebben bij Ajax in de junioren gespeeld, maar ze hebben afgehaakt. Ze waren geen sterren, en studeren ging voor. Dat werd toen nog niet begeleid." Wim Schoevaart zette, na in 1950 te zijn gestopt, zijn activiteiten achter de Ajax- schermen energiek voort. Hij was zo'n figuur van het soort dat geen club kan missen. Hij stapte dadelijk in het commissieleven. Dat is bij voetbalclubs immers een rijk leven en bij Ajax is er ook geen gebrek aan commissies, comités, raden en staven. Je moet ervan houden en Wim Schoevaart hield ervan. Van 1951 tot 1964 diende hij in de elftallencommissie, die de opstellingen maakte, ook van het eerste. De trainer had toen een adviserende stem. Die rollen werden geleidelijk omgedraaid met de opkomst van het (semi-)professionalisme. Rinus Michels, die in 1965 kwam, zal zich vermoedelijk aan de adviezen der wijze mannen weinig meer gelegen hebben laten liggen. Wim Schoevaart: "Oh, maar met Rinus kon je ook wel bomen. Wel een ander type dan Van Gaal, hoor. Ik herinner me dat Michels een keer Cootje Prins had opgesteld in plaats van Henk Groot. Ik schoot hem aan en zei: 'Ik wil je eens wat vragen, Rinus. Waarom zet je de "stratemaker" erin in plaats van de "ingenieur"?' Toen zei hij, zoals hij dat kan zeggen: 'Het gebeurt wel eens dat je meer hebt aan een "stratemaker".' Wij van de commissie vonden het jammer als zo'n puur technische voetballer niet werd opgesteld." Maar de tijden veranderen en de verhoudingen ook. Wim Schoevaart had het vermogen zich aan te passen. Hij was inmiddels - vanaf 1963 - lid van de Ledenraad en - vanaf 1964 - wedstrijdsecretaris bij de senioren. Tijdrovende functies, vooral de laatste. Het kost Wim Schoevaart in café Frankendaal geruime tijd om uit te leggen wat dat allemaal inhoudt, wedstrijdsecretaris zijn, maar één ding is duidelijk: het is veel. Zo maakte hij onder meer iedere week een stencil voor de senioren. Hij heeft het Seniorenweekbericht nr. 17 van de huidige jaargang als voorbeeld meegenomen. Het is een simpel maar effectief stenciltje, voor intern gebruik. Onder het kopje 'Uitslagen' staat: Ajax 3 - Geinoord 3 3-0 (zaterdag) en ernaast: Real Madrid - Ajax 0-2 (betaald voetbal). De Europese en wereldkampioen is immers in de eerste plaats nog altijd gewoon een Amsterdamse vereniging, met alle dagelijkse noden en gebruiken vandien. Baasje Om de tien minuten benadrukt Wim Schoevaart dat hij niemand te kort wil doen of kwetsen. Er zijn natuurlijk meer clubmensen die in alle anonimiteit hun club dienen. "Maar clubliefde is er toch veel minder dan vroeger. Niet bij de tegenwoordige eerste-elftalspelers in elk geval. Het ligt wel iets anders als je afkomstig bent uit Ajax zelf, dat is waar. Het bestuur bestaat ook uit vrijwilligers. Ach, er zijn er honderden, in al die commissies, ik wil niemand te kort doen. Ik ben nooit teleurgesteld in Ajax, nee. Niet écht. Kleine dingen waren er wel, maar ik houd niet van ruzie. Ik kreeg altijd veel van wat ik wou voor mekaar, zo'n baasje was ik..." En, lachend: "Weerbaar moet je zijn. Je moet je wel eens afzetten, dan weer flexibel zijn, geven, nemen. Op een prettige manier toch je zin doordrijven. Het scheelt als je er al zo lang bijzit. Ik heb altijd met iedereen goed om kunnen gaan, ook met de dwarsliggers. Iedereen heeft gewoon een eigen benadering nodig. Als je dat maar inziet. Wie die dwarsliggers dan waren? Ach, laat maar." Verenigingsleven "Tegenwoordig kan er financieel veel meer. Het valt te hopen dat het verenigingsleven doorgaat en opbloeit, als naast de Arena het Stadion 2 komt, zoals wij het noemen. Goed voor de club, goed voor de opleiding. Dat wordt helemaal Ajax' eigendom. Die Arena, prachtig, maar dat is huren geblazen, met ook nog al die firma's eromheen... Daar zijn we nu al zowat uitgegroeid, voor het af is. Die vier letters A-J-A-X die op de eretribune staan, gaan naar Stadion 2. En de glas-in-lood-ramen ook. Er moet nog uitgebreid overlegd worden, in de museumcommissie, wat er in de Arena komt en wat in Stadion 2. Het is te hopen dat alles op tijd af is in augustus, want wat moet je dan met al die spullen?" "De kleurrijkste persoon die ik ooit heb meegemaakt? Moeilijk, moeilijk, je doet altijd iemand te kort... Ik denk dan aan Jan Elzenga. Hij is allang dood, hij kende iedereen in de club. Een Marius Koolhaas, echt voorzitterstype, die ons door de oorlog heeft geholpen. Natuurlijk niet alleen hoor, ik wil niemand achterstellen... Tja, die oorlog. Waar nu de tegenstanders zich verkleden, rechts, zat de Wehrmacht. Veel ouwe kereltjes erbij, de jongeren moesten naar het front. Ze waren niet zo hinderlijk, nee. Het waren gewone soldaten die in dienst moesten, heel wat anders dan SS'ers. Ik speelde in het tweede. Alle seniorenelftallen trainden in de zaal, waar nu de administratie tegenaan is gebouwd. Die kon worden afgeschermd, vanwege de voorgeschreven verduistering. Mevrouw Lens zorgde voor boerenkool met worst of erwtensoep. De trainingen waren dus goed bezocht. Ik spreek van de tijd vóór de hongerwinter natuurlijk. Toen trainden we niet. Toen dachten we alleen aan eten." AJAX MAGAZINE JANUARI 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 89