v
de top," klonk het uit de mond van de
Braziliaanse Ajacied bij zijn aankomst in
Nederland. Weinig mensen trokken zich
iets van die opmerking aan, al was het wel
een duidelijke indicatie van het belang dat
men in Zuid-Amerika aan de Coupe
Intercontinental des Clubs hecht.
Ajax had het te druk met de wedstrijden in
de competitie en de Champions League om
zich te laten onderdompelen in het Tokio-
gevoel. Dat was maar beter ook. Gremio
mikte volledig op de wereldbeker en stak
dat niet onder stoelen of banken. De
competitie telde niet. Gremio speelde de
meeste wedstrijden met een veredeld
tweede elftal, spaarde de krachten en
hoopte dat de geblesseerde spelers op tijd
zouden zijn hersteld voor de grote slag in
Japan.
Die houding sterkte Louis van Gaal en de
zijnen in de overtuiging dat het vrij
nutteloos zou zijn om superspion Ton
Pronk voor enige tijd naar Brazilië te
sturen. Pronk zou maar weinig wijzer
worden van de tegenstander. Bovendien, er
waren nog vele weken te gaan voor de
28ste november, de dag van de
wereldbeker. Bovendien had Ajax goede
contacten in Brazilië. Dagelijks spuwde het
AJAX MAGAZINE JANUARI 1996