Henr vult I van 2 Jeugd door Raymond Bouwn foto's Louis van de Vi Twee jaar geleden bevond jeugdtrainer Hennie de Regt zich nog in de kruipruimte van het betaalde voetbal. Nu werkt hij in de voetbalhemel. Het was een ingrijpende overgang van FC Haarlem naar AFC Ajax. Bij Ajax is alles anders; beter. Daar hoeft de trainer zich niet te bekommeren om het inhuren van een bus bij een uitwedstrijd of om broodjes voor onderweg. Hoewel hij er negen fijne jaren doorbracht, gekweld door heimwee naar Haarlem wordt hij niet. Sinds De Regt anderhalf jaar geleden als C- junioren-trainer naar het technische kader van Ajax werd gehaald, werd het vlaggeschip van dezelfde club kampioen, won het de Europa Cup I en later ook de wereldbeker. "Nee," antwoordt hij lachend, "ik geloof niet dat er een verband zit tussen al die prijzen en mijn komst. Laten we het maar op toeval houden. Een aangenaam toeval, dat wel, maar meer ook niet. Laten we hopen dat ik iets kan bijdragen aan de prijzen van de toekomst, wanneer er jongens in het eerste spelen die ik in de C onder me heb gehad. Want dat is natuurlijk wel heel bijzonder. Neem nou Herman Borman, de trainer van de Al. Die ziet wel even Kiki Musampa in Madrid een fantastische wedstrijd spelen. Ze doen het allemaal zelf, die jongens. Maar hun talenten zijn gevormd in de opleiding." Dat Ajax in Tokio de wereldbeker won, was ook voor De Regt een glorieus moment. De wedstrijd zag hij op zijn werk, op de afdeling inkoop van luchthaven Schiphol. "Alles lag plat. Er waren twee kantines ingericht als televisiekamer. Ik had op maandag nog even overwogen om de volgende dag vrij te nemen, zoals velen van mijn collega's hadden gedaan. Anderen hadden zich ziek gemeld, maar dat ging mij veel te ver. Bovendien vond ik het erg leuk om met de mensen met wie je doorgaans alleen maar werkt, nu zoiets gezamenlijk te beleven. Op dat moment was ik gewoon een van de supporters. Waarbij ik natuurlijk keek als liefhebber en als trainer. Na vijf, zes minuten had ik al in de gaten dat het veld zo slecht was dat er nauwelijks op te voetballen viel. Ik zag ballen wegspringen van voeten die anders uiterst balvast zijn. Ik legde uit aan mijn collega's dat dat aan het veld moest liggen. 'Daar laat je nog geen kudde schapen op los,' zei ik. Toen was het commentaar niet van de lucht. 'Daar heb je hem weer met zijn excuses,' kreeg ik naar mijn hoofd geslingerd. Maar naarmate de wedstrijd vorderde, bleek steeds meer dat ik er niet echt naast zat. Toen Danny die laatste erin schoot, was het één groot feest. Iedereen kwam naar mij toe om me te feliciteren. Ik was blij en trots. Ik had toch het gevoel: daar hoor ik bij, bij die club. Wereldkampioen, dat is niet niks. Dus ik 114 AJAX MAGAZINE JANUARI 1996

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1996 | | pagina 114