jongens die bij onze jeugd tot de toppers
gerekend werden. Alleen als een speler aan
dat criterium voldoet, kan het voor Ajax
interessant zijn om te kijken of er
mogelijkheden zijn hem naar Amsterdam
te halen. Maar dat is iets anders dan het
streven van veel clubs om maar zoveel
mogelijk spelers mee te nemen en te testen,
in de hoop dat er ooit eentje bij zit die een
topper kan worden. De afgevaardigden -
laat ik ze zo maar noemen - van clubs die
met die bedoeling op jeugdtoernooien
aanwezig zijn, zijn in principe ook
helemaal niet geïnteresseerd in de
ontwikkeling van het voetbal in het
algemeen. Kijk, bij mijn trips gaat het maar
gedeeltelijk om het opsporen van jonge,
talentvolle spelers. Niet om ze direct in te
lijven, maar om ze in kaart te brengen en
ze dan de komende jaren te kunnen
volgen. Als ze zich goed ontwikkelen, en als
ons eigen spelersbestand daar om vraagt,
kunnen we op een later tijdstip proberen
die betreffende spelers naar Ajax te halen.
Maar Ajax zendt mij ook uit om terug te
keren met uitgebreide rapporten, waarin
spelsystemen worden geanalyseerd.
Buitenstaanders lijkt het misschien zinloos
voor Ajax om te weten dat het Ghanese
jeugdteam moeite had met het spelen
vanuit de organisatie, maar dat het
daarentegen een surplus had aan creatieve
vaardigheid. En dat datzelfde team, door
die technische spelers, vanzelf koos voor
aanvallend voetbal. Misschien lijkt het die
buitenstaanders ook volkomen
onbelangrijk dat Argentinië juist wel zeer
sterk was in het collectief; dat de Japanners
het meest gebruik maakten van de
experimentele time-out regel, maar dat dat
niet veel hielp; dat Brazilië nog steeds heel
ver komt met het verdedigen in de zone; of
dat nieuwe voetballanden als Amerika,
Australië en Canada hun spel nog
voornamelijk op kracht en atletisch
vermogen hebben gebaseerd. Voor Ajax
zijn het belangrijke dingen om te weten.
Iedere analyse helpt je om je algemene
kennis te vergroten. Hoe lost men in
bepaalde landen - zoals bijvoorbeeld de
Aziatische - fysieke beperkingen op? Welke
tactische antwoorden zijn er gevonden op
ploegen die maar met één spits spelen? Dat
zijn interessante kwesties. De overgang van
vijf naar drie, naar twee spitsen en tenslotte
naar maar één spits heeft zich niet van de
ene op de andere dag voltrokken. Telkens
vindt men weer iets nieuws uit. Niet dat
het spel van Ajax als reactie op die
veranderingen opeens heel anders zal
worden. Wij blijven altijd ons eigen spel
spelen, maar het gaat om het anticiperen
op de actuele ontwikkelingen. Je kunt je er
niets van aantrekken en gewoon je eigen
vertrouwde spelletje blijven spelen, maar
dan gebeurt er onherroepelijk wat zich
momenteel in Engeland afspeelt. Daar is
het spel verouderd. Op het internationale
podium heeft het traditionele Engelse
voetbal afgedaan. De Engelsen zijn ten
prooi gevallen aan de wet van de
remmende voorsprong. Omdat ze het
voetbal daar hebben uitgevonden, is hun
houding ook te lang zo gebleven: 'Wij
hebben het uitgevonden.' Allemaal leuk en
aardig, maar als je zo'n documentaire op
de BBC ziet over de jeugdopleiding van
Ajax, waarin als conclusie naar voren komt
dat als in Engeland nu het roer om zou
gaan, het nog minstens vijf tot tien jaar
duurt voordat er weer aansluiting is met de
moderne voetbaltop, dan weet je dat je te
laat bent. Wij willen gewoon alles weten;
van alles op de hoogte zijn en de
concurrentie steeds een stap voorblijven.
Alleen zo kunnen we ons aan de top
handhaven. Wij zitten niet te wachten op
een documentaire van de NOS over de
wortels van het ongekende succes van,
noem eens wat, de Nigeriaanse
voetbalschool. Ajax moet zorgen dat het de
club blijft waar documentaires over
gemaakt worden. Daar zijn we met z'n
allen ook zo hard voor aan het werk. Van
Gaal, Adriaanse, iedereen. De
eerstvolgende wedstrijd moet worden
gewonnen, dat zal altijd zo blijven. Met
andere woorden: de korte termijn is altijd
het belangrijkst. Maar de langere termijn is
minstens zo belangrijk."
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1995