bij Ajax spelen, dat ze zich op zo'n niveau opvallend gemakkelijk staande kunnen houden. Dat komt dan omdat er daar toch andere dingen van ze worden verlangd. Ik heb me wel eens verbaasd over bepaalde spelers, die in Oranje heel nadrukkelijk een soort leidersrol op zich namen, terwijl ze bij Ajax nooit hun mond opendoen. Dat is natuurlijk nuttige informatie. Zoals het ook goed is om te weten dat er spelers zijn van wie je verwacht dat ze de kar zullen trekken, maar die bijvoorbeeld op een jeugd-EK totaal niet uit de verf komen; die bezwijken onder de druk. Het technisch/tactische plan waarmee het betreffende Nederlands elftal zou moeten spelen is op dergelijke toernooien niet mijn pakkie-an, maar juist daarom kan ik onze spelers extra goed observeren en beoordelen." Fysieke ontwikkeling Het was een druk jaar voor Pronk. In april was hij bij het WK onder 20 in Qatar, in mei bij het EK onder 16 in België, in juli bij het EK onder 18 in Griekenland en in augustus bij het WK onder 17 in Ecuador. Niet op ieder toernooi was Nederland aanwezig. In de jongere leeftijdscategorieën valt Oranje vaak buiten de boot. Pronk: "Kennelijk verloopt de fysieke ontwikkeling van Nederlandse jeugd minder snel dan bij de concurrentie. Dat zal wel met de totale cultuur te maken hebben en dat is dus iets waar wij geen grip op hebben. Ik denk dat het altijd wel moeilijk voor Nederland zal blijven om zich in die klassen te kwalificeren, laat staan een rol van betekenis te kunnen spelen. Op zich is het niet iets waar we ons zorgen over moeten maken. Zo lang we maar zien dat onze jeugd in de loop der jaren naar het niveau toegroeit. Maar dat neemt niet weg dat het jammer is dat onze spelers van die leeftijd dergelijke toernooien aan zich voorbij zien gaan, want er valt enorm veel op te steken. Ik probeer die toernooien toch altijd te bezoeken, ook als Nederland niet aanwezig is. Ik moet zien hoe het voetbal zich in andere landen ontwikkelt. Op die jeugd- EK's en -WK's kan je zien wat de voetballanden van de toekomst zijn. Zo zijn de Afrikaanse landen steeds prominenter aanwezig op dergelijke toernooien. Ze hebben een eigen stijl van voetballen, die ze tot op zekere hoogte ver brengt. Je ziet het ook bij de zoektocht naar nieuwe talenten. Veel Europese topclubs hebben de afgelopen jaren het Afrikaanse continent ontdekt als reservoir van technisch zeer begaafde spelers. Tot voor een aantal jaren geleden was een Afrikaanse speler nog een bezienswaardigheid op de Europese velden. Dat zijn Afrikaanse voetballers nog steeds, maar niet meer vanwege hun geringe aantal. Ze vallen op door hun snelheid en fabelachtige techniek. Op de toernooien kun je zien dat er ook aan de tactiek wordt gewerkt. Waar de traditionele grootmachten in de voetbalwereld het nu nog net mee kunnen redden, is hun grotere ervaring en hun tactische vaardigheden. Maar in de komende jaren zullen landen als Duitsland, Nederland, Argentinië, Brazilië andere antwoorden moeten verzinnen op het nieuwe voetbal dat vooral in Afrika aan het ontstaan is. Het is op zich een goede zaak voor landen als Nigeria en Ghana dat hun topspelers zich verder kunnen ontwikkelen in Europa, zoals dat indertijd ook een land als Denemarken op de voetbalkaart heeft gebracht. Het is alleen te hopen dat de nieuwe landen niet helemaal worden leeggeroofd door het grootkapitaal. Door de economische ongelijkheid is er de laatste jaren toch een bepaalde wildgroei gekomen. Helaas hebben sommige Europese topclubs minder fatsoen dan Ajax bij het scouten van nieuw talent." Opvoeding, school, familie In België bijvoorbeeld hanteert men een andere strategie. Daar gaat het meer om de kwantiteit. Men laat veel jonge Afrikaanse voetballers tegelijkertijd overvliegen, plaatst ze bij elkaar in een flatje en biedt ze de gelegenheid zich op trainingen te bewijzen. Wie goed genoeg is, mag blijven. De rest wordt weer teruggestuurd naar het land van herkomst. Vergelijkingen met de slavenhandel zijn onnodig: deze aanpak is ook zonder die vergelijking weerzinwekkend. Pronk: "Ik verbaas me wel eens over de geringe terughoudendheid van sommige clubs. Er wordt nog wel eens voorbijgegaan aan het belang van individuele spelers. Wij vinden bij Ajax dat je spelers niet voor een bepaalde leeftijd uit hun eigen cultuur moet weghalen want dat is ingrijpender dan men denkt. Het gaat om opvoeding, school, familie. Het clubbelang mag nooit worden gesteld boven de normen van het fatsoen. Althans, als je het als club belangrijk vindt om de weg naar de top met een zuiver geweten af te leggen. Maar kennelijk denkt men er niet overal zo over. In de huidige voetbalwereld gebeuren dingen waaruit blijkt dat het volkomen is doorgeslagen. Op de jeugdtoernooien zie ik mensen - collega's wil ik ze niet noemen - die maar in één ding geïnteresseerd zijn: spelers kopen of verkopen. Er lopen allemaal louche types rond die jonge spelers, die alleen maar dollartekens in hun ogen hebben. Het trieste is dat de wurgcontracten die ze die jongens laten tekenen eerder als een obstakel werken in de richting van een Europese club dan als opstapje. Maar ja, die jongens hebben maar één hoop: weg uit de armoede. Ik zou liegen als ik zei dat ik niet ook mijn ogen de kost geef en hoop talenten te ontdekken die geschikt zijn voor Ajax, maar die belangstelling is puur. Ik ben geen handelaar die alleen maar geld probeert te verdienen. Ik zoek naar verrijkingen voor mijn club in sportief opzicht. Kijk naar een speler als Kanu. Toen ik hem zag spelen, wist ik dat hij nog beter was dan de AJAX MAGAZINE DECEMBER 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 91