Op zijn negentiende speelde het oorlogskind Pronk (geboren: 21 mei 1941) zijn eerste wedstrijd in het eerste van Ajax. Dat was dus in 1960. Ajax-PSV eindigde in 0-0. Het team van Ajax bestond uit een mixture van ervaren, illustere spelers en jong talent: de gebroeders Cees en Henk Groot, Piet Keizer, Ger van Mourik, Bennie Muller, Piet Ouderland, Cootje Prins, Werner Schaaphok en Sjaak Swart; het was niet de minste Ajax-generatie. Vic Buckingham was dat seizoen de trainer. Na een jaar kwam Keith Spurgeon. Daarna hadden achtereenvolgens Pepi Gruber, Jack Rowley en opnieuw Vic Buckingham Pronk onder hun hoede. Rinus Michels kwam. Hij transformeerde de Ajacieden van betaalde amateurs naar fullprofs. In 1970 betekende de opbouw van De Generaal het einde van het Ajax-tijdperk voor de voetballer Pronk. Na 337 wedstrijden werd hij getransfereerd naar FC Utrecht. Het sportieve hoogtepunt was de Europa Cup I-finale geweest tegen AC Milan. In Madrid, in het Estadio Santiago Bernabeu, werd het weliswaar 4-1 voor de ongenaakbare Italianen, maar Ajax had eraan geroken. Voor Pronk was het spijtig dat alle latere internationale successen aan zijn neus voorbij gingen. Een Ajacied zou hij echter altijd blijven. Hij ging het trainersvak in en kwam uiteindelijk terug bij Ajax om er hoofd scouting te worden. In de technische staf van Ajax zitten allemaal mensen die bij en door Ajax zijn opgevoed. Louis van Gaal speelde bij Ajax; Gerard van der Lem speelde in de Ajax- jeugd; Bobby Haarms speelde bij Ajax. De laatste was zelfs nog assistent van Rinus Michels toen Pronk nog in de selectie zat. Het tekent de inrichting van de club Ajax, die het eigen karakter bewaakt door, waar het kan, te recruteren onder de eigen mensen. Ajacieden leiden Ajacieden, is de gedachte. "Ik voel me thuis in het technische kader van Ajax," zegt Pronk. "We hebben allemaal onze eigen verantwoordelijkheid, maar we praten veel met elkaar en wisselen veel gedachten uit. Voor mij is het leuk dat ik zowel met de sportieve top van de club te maken heb, als met de jongste junioren. Ik vind ook alles even leuk om te doen. Het is genieten als je Ajax in het Weense Ernst 87

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 87