Geslepen muntjes en
een oude steen
In het Ajax-gezelschap dat eind november naar
Tokio afreisde, bevond zich één man die een
dergelijke onderneming al eens eerder had
meegemaakt: Bobby Haarms. In 1972 speelde
Ajax een uit- en een thuiswedstrijd tegen het
Argentijnse Independiente met dezelfde inzet:
de Wereldbeker. Ook toen was de tegenstander
gevreesd om zijn hardheid. Ook toen was de
reis een lange. En ook toen slaagde Ajax erin de
begeerde bokaal in de wacht te slepen. Uit het
onlangs verschenen boek 'Tussen hemel en
hok. Bobby Haarms en zijn Ajax' publiceert het
Ajax Magazine het hoofdstuk waarin Bobby
Haarms herinneringen ophaalt aan die trip naar
Buenos Aires - én aan een aantal andere
gedenkwaardige Ajax-reizen.
door Raymond Bouwman en Michel Sleutelberg
De reputatie van gewelddadigheid die het
Argentijnse voetbal in de loop der jaren
zorgvuldig had opgebouwd, weerhield
Europa-Cuphouder Ajax er in 1971 van de
strijd om de Wereldbeker aan te gaan. In
1967 was de wedstrijd tussen Celtic en
Racing Buenos Aires ontaard in een
veldslag met vijf weggestuurde spelers. In
1968 was het er tussen Manchester United
en Estudiantes de la Plata ook heet aan
toegegaan. In 1969 was Nestor Combin,
Argentijn bij AC Milan, door Estudiantes
volledig in elkaar geslagen en zelfs nog in
de gevangenis opgesloten wegens
vermeend ontduiken van zijn dienstplicht.
Levendig herinnerde men zich in
Nederland vooral nog de weinig
zachtzinnige behandeling door - alweer -
Estudiantes die Feyenoord in 1970 ten deel
gevallen was. Ajax hoefde niet zo nodig.
Dat het niet uitmaakte of de tegenstander
uit Argentinië of het buurland Uruguay
kwam, ervoer Panathinaikos, dat in Ajax'
plaats gegaan was en tegen Nacional
Montevideo een van zijn spelers met een
gebroken knieschijf van het veld kon
dragen. Dat waren landen waar voetbal pas
echt oorlog was.
Ook de lange reis midden in het seizoen
was voor Ajax reden deze beker aan zich
voorbij te laten gaan. Toch drongen de
spelers er een jaar later op aan dat Ajax
zich dit keer wel zou meten met de
Zuidamerikaanse kampioen -
Independiente - opdat zij ook die ene
beker binnen konden halen die zij nog niet
gewonnen hadden.
De reis van Amsterdam naar Buenos Aires
zou vierentwintig uur duren. Aan de hand
van een door dokter Rolink uitgekiend
schema en met behulp van diens koffertje
slaappillen, oordopjes en blinddoeken
werden de vermoeienissen van de reis en
het tijdsverschil zo goed en zo kwaad als
het ging het hoofd geboden.
'Ze lagen te slapen in het gangpad. Even
verderop stond ome Henk de Haan met
zijn massagetafel. Op Sal, een van de
Kaapverdische eilanden, maakten we een
tussenlanding. Terwijl de lucht op dat
vliegveld trilde van de hitte en het vliegtuig
werd bijgetankt, werkten wij een training
af op de landingsbaan. Rolink had het
allemaal precies uitgedokterd. Ook tijdens
de tweede tussenstop, in Recife, moesten
we eruit om de benen te strekken. Na
aankomst in Buenos Aires was het nog een
kwartier naar het hotel, waar we meteen
naar bed moesten. Rolink had iedereen
weer een pilletje gegeven. Bij Gerrie
Mühren en Barry Hulshoff was dat iets te
snel gaan werken, waardoor ze
slaapdronken het hotel binnenwankelden.
De reis hadden we in ieder geval overleefd,
waarna we nog twee volle dagen hadden
om te herstellen en ons voor te bereiden op
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1995