Dan schopten ze je binnen de kortste keren
over het hek. Letterlijk."
Arena-interieur
Het Amsterdamse gevoel voor humor is
Otto altijd bijgebleven. En in zijn ogen is
dat een goede eigenschap om je bij Ajax
staande te kunnen houden, zeker als
trainer van de B-jeugd. Want dat zijn zeker
niet van die lieverdjes.
"Niet dat je respect krijgt als je de hele tijd
de lolbroek uithangt, maar ik vind het wel
belangrijk om ook af en toe even met die
jongens te kunnen dollen. Iedere trainer
moet soms middenin de groep gaan staan
en soms erboven. De B-jeugd is qua leeftijd
geen makkelijke groep. De spelers zijn
tussen de 14 en 16 en zijn er soms van
overtuigd dat ze het al allemaal weten.
Sommigen zijn ver voor hun leeftijd, maar
je moet nooit vergeten dat het toch nog
kinderen zijn."
B-junioren moet je altijd serieus nemen,
maar soms iets minder. Daar komt het in
feite op neer. Otto herkent de opkomende
dwarsigheid van zijn twee dochters. De ene
is 11, de andere 15. Maar als voetballers
worden er zeer hoge eisen aan ze gesteld.
De oudsten uit de categorie zijn volgens de
Ajax-normen misschien nog maar twee
jaar verwijderd van een debuut tussen de
vier masten. Dit is de generatie Ajacieden
die het al in '97 of '98 kan gaan maken.
Otto traint met het oog daarop. Hij wil de
beste doorgeven aan de A, waarna ze het
hoofdveld op zullen moeten. Voor De
Meer zijn ze definitief te jong. Tegen de
tijd dat ze gaan doorbreken speelt Ajax de
thuiswedstrijden in de Amsterdam Arena.
Zoals de NV Stadion Amsterdam aan het
bouwen is aan het exterieur van het Ajax
van de toekomst, zo bouwt Otto aan het
interieur van de volgende eeuw. En met
veel plezier.
"Dat mag ook wel. Je kunt bij Ajax met de
beste jeugd van Nederland werken. De
Ajax-opleiding staat overal bekend als een
van de besten ter wereld. Soms verbaas ik
me er nog wel eens over dat ik hier gewoon
werk. Soms ook, als ik langs het
trainingsveld kom waar de selectie met
Louis van Gaal traint, schiet er door mijn
hoofd dat ik hier, als het even iets anders
was gelopen, ook als voetballer had kunnen
lopen. Maar die mijmering duurt nooit
lang, want dan ben ik weer op Voorland en
ga ik aan de slag. En dan ben ik volkomen
gelukkig dat ik uiteindelijk toch nog bij
Ajax terecht ben gekomen. Beter laat dan
nooit."
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1995