van de Haagse club. Dit keer overleefde de speler de voorzitter. In '88 stopte Stoop. Otto zou tot 1993 blijven. Toen had hij er 18 jaar betaald voetbal opzitten. De verdediger annex aanvaller annex verbindingsspeler ging toen voor de lol en het maatschappelijke nut bij het hoofdstedelijke AFC spelen, waar Pim van der Meent trainer was. En zo was het actieve deel van de voetballoopbaan mooi rond, want Van der Meent was destijds ook trainer van De Lieverdjes, zoals de spelers van FC Amsterdam in het dialect van de volksmond destijds heetten. Uit de Haagse tijd kende Otto Co Adriaanse, die er trainer was geweest. Otto had vanaf 1991 een commerciële functie gekregen bij Den Haag - FC en ADO - en AJAX MAGAZINE OKTOBER 1995 ging daarnaast de B-jeugd trainen. Adriaanse ging onder vervelende omstandigheden weg bij Den Haag. Toen de resultaten, ondanks het veel geroemde omgekeerde-kerstboomsysteem, achteruit holden, kreeg het overenthousiaste deel der "supporters" de haast pathologische neiging om de technisch verantwoordelijke af te tuigen. Adriaanse kreeg meer naar zijn hoofd geslingerd dan plat Haags en hield het voor gezien als trainer. Ajax zag in hem de ideale directeur-opleidingen die in de structuur zoals Van Gaal en het bestuurslid Hennie Henrichs die voorstonden, moest komen om de toekomstige doorstroming van talenten uit de kweekvijver te kunnen waarborgen. Adriaanse reorganiseerde de jeugdopleiding waarbij ook enkele mutaties in de trainersstaf werden doorgevoerd. Otto had, met bescheiden middelen, succes als trainer van de B-junioren van ADO Den Haag. In het seizoen '93-'94 ging de finale om het landskampioenschap tussen Den Haag en Ajax. Op het moment dat die wedstrijd in Eindhoven met 4-0 gewonnen werd door Ajax, wist Otto al dat hij het komende seizoen op het bankje aan de andere kant van de middellijn zou zitten.

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 93