De dames Van Reenen, nazaten van de legendarische Ajax-aanvaller, die een onverwoestbaar doelpuntenrecord op zijn naam heeft staan. mocht hij blijven. Een zekere Van Heekeren uit Hilversum had eerder ook gefaald. Er was een midvoor-probleem; blijkbaar was het toch niet zó makkelijk om al die ballen van die presenteerblaadjes te nemen en ze erin te leggen. Net als later Marco van Basten was hij van UW gekomen, waar hij ook wel linksbuiten was. In het seizoen 1928-'29 won UW op 9 september in Amsterdam met 1-3, op 11 november werd het in Utrecht 2-2. Allicht bracht die ervaring Ajax op het idee via een tussenpersoon te laten vragen of Piet van Reenen belangstelling had. Die had hij. Hij was overigens van nature een linkspoot, die zichzelf tweebenig maakte door te oefenen zonder linkervoetbalschoen. Hij bleef in Utrecht wonen, zelfs al ging hij al spoedig voor de Amsterdamse sigarettenfabriek BATCO werken, vermoedelijk via Ajax-connecties. Hij werd spoorvoetballer. Er was een tijd dat hij bij de familie Van Praag tussen de middag thuis at. Jaap werd een goede vriend, in die dertiger jaren. Piet nam hem mee naar het Ajax-stadion en overhandigde hem vlak voor de toegangspoorten zijn voetbaltas. Meestal kon Jaap dan gewoon doorlopen, zonder te betalen. Toen Van Praag midden jaren '60 voorzitter was, vroeg hij zijn oude vriend voor een functie in het bestuur. Piet had er allerminst oren naar, maar Jaap van Praag kon iemand ergens warm voor laten lopen. Na lang aarzelen werd hij commissaris betaald voetbal. Dochter Loes: "Het zou één avondje in de week worden. Vergeet het. Het kostte heel veel tijd. Hij moest onder andere jongens als Cruijff en Keizer controleren, of ze 's avonds niet naar dancings en cafés gingen, en of het licht in hun huis op tijd uitging. Daar had hij heel veel moeite mee". Een paar jaar later al gaf hij zijn functie op. Vermoedelijk had zich toen de kwaadaardige ziekte al geopenbaard, die hem als 60-jarige op 8 juni 1969 zou vellen. Dochter Ingrid: "Tegen zestig worden had hij altijd opgezien. Ik weet nog goed, op de begrafenis in Bilthoven verscheen ook Klaas Nuninga. Michels was er. En Jaap van Praag natuurlijk, die vooraf bij ons thuis kwam. Wij denken nog veel aan onze vader. Op sportgebied was hij niet in staat rustig iets uit te leggen. Dan moest je meteen het inzicht hebben dat hij al vanzelf had. Zo moet je ook ervaringen als die van Joop Stoffelen zien... Maar gewoon, als vader, was hij heel geduldig". Twee maanden na zijn overlijden zou hij veertig jaar lid van Ajax geweest zijn. Het bord met zijn naam, dat hem overhandigd zou worden, was al klaar. Het staat nu bij Ajax in een vitrine met andere trofeeën. De nagedachtenis aan een van de grote sterren in de Ajax-traditie, een charmeur met nukken. Een legende, maar dat moet nog even worden doorverteld. AJAX MAGAZINE OKTOBER 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 40