Goaltjes Piet
Oude glorie
door Egbert Jan Riethof
Een meter zeventig hoog. Een frêle Utrechter. Blond, met lichte ogen. Het contrast met de
donkere wallen maakt die ogen fel. Maakt ze ironisch. In de jaren dertig, zijn glorietijd, zijn de
ogen van Piet van Reenen al smal en ze staan iets scheef. Op een foto uit 1966, drie jaar voor zijn
dood, zijn ze tot spleetjes geworden. Ze staan gemoedelijker. Milder. Piet van Reenen is met 273
doelpunten in 237 wedstrijden (een gemiddelde van 1.152) verreweg topscorer van 95 jaar Ajax.
En hij zal dat onafzienbare tijd blijven. Piet van Reenen liet ooit Jaap van Praag zijn voetbaltas
dragen en zorgde er zo voor dat deze gratis bij Ajax binnen mocht. Waarom kent iedereen een
naam als "De Natris" en hoor je zo zelden iets over deze man? Waarom droeg hij maar twee keer
het oranje? Wie was Piet van Reenen?
Illustratief voor de relatieve onbekendheid
van het fenomeen Van Reenen is de
misslag die er in de Ajax Presentatiegids
1994-1995 werd begaan. Bij het artikel over
de Ajax-schutters werd een foto van een
vermeende Piet van Reenen geplaatst. Hij
was het niet. Verkeerde keuze, met excuses
aan de familie die zich -gelukkig- liet
horen. Diezelfde nazaten van de topscorer
aller tijden van Ajax hielpen het spoor naar
Piet van Reenen terug te vinden.
Zijn carrière liep van 1929 tot 1942. Veel is
vergeten, veel is vervaagd. De getuigenissen
van hen die hem nog hebben zien spelen,
bestaan uit een paar fossiele
herinneringsbeelden en wat algemene
indrukken die als versleten keien uit een
oude collectie worden getild. Er zijn wat
geschreven karakteristieken van zijn spel
uit de tijd zelf. Op maandag 4 april 1932
schrijft de Volkskrant over een wedstrijd in
en tegen Veendam: "Onmiddellijk daarna
scoort de Ajax-midvoor voor de derde
maal en tevens het fraaiste: uit een hoge
voorzet van Twelker ketst het leer hard in
den uitersten hoek van het Veendammer
doel 0-3".
En een goaltje of wat verder: "DatjÉe
wedstrijd verder alle spanning mist, is
duidelijk. Van Reenen blijft het spel
uitnemend verdeelen, en hoewel het
Veendam-backstel er van tracht te maken
wat er van te maken valt, kan men niet
verhinderen, dat de Ajax-centervoor er na
een doorbraak 8-0 van maakt".
Volgens de krantekop scoorde Piet van
Reenen vijf maal, op die vergeelde zondag
in Groningen, en dat tijdens een wedstrijd
in de kampioenscompetitie (eindstand
1-9). Wie het artikel uitspelt met het
telraam ernaast, komt echter op zes. In het
onvolprezen "90 jaren Ajax" van Evert
Vermeer valt weer te lezen dat Van Reenen
er toen zeven scoorde, een later nooit
geëvenaard record. Als je al niet uit de
concrete feiten komt, hoe dan uit de vraag
wat voor iemand Piet van Reenen 60 jaar
geleden was?
\^r Y
De verslaggevers hoefden destijds maar een
half kolommetje te vullen. Ze groepeerden
zich nog niet na afloop hijgend, met de
tong uit de mond rond de held van de dag,
f j - J
op zoek naar "een verhaal". Daarom weten
we weinig meer dan het oppervlakkige: dat
hij de bal er zo mooi in liet "ketsen", dat
hij "Goaltjes-Piet" werd genoemd, dat hij
zo hoog kon springen en dat hij "een
kleine kopbeweging" had.
In het jubileumboek van Ajax uit 1950
lezen we: "Hij kon het spel soms handig
verdelen, met lange overzetten naar de
vleugels, doch hij schuwde het lijf aan lijf-
werk, dat een mid-voor öök toen reeds
opknappen moest. Hij dribbelde soms
bijzonder handig, doch hij moest er dan
ook trek in hebben(l). Maar hij speelde het
best in vooruitgeschoven positie en
AJAX MAGAZINE OKTOBER 1995