In Rotterdam pakte Ajax op 16 augustus de eerste prijs. Via een 2-1 zege over Feyenoord veroverde Ajax voor de derde achtereenvolgende keer de vaderlandse Supercup. Op de foto één van de lijf-aan-lijf gevechten tussen Van Gobbel en Kanu. Opmerkelijk was de transfer toch al omdat het toch als uniek kan worden beschouwd dat een Braziliaanse speler in Italiaanse dienst naar Ajax komt om daar te spelen terwijl het omgekeerde de afgelopen jaren toch meer het geval was. Een teken dat Ajax ook financieel thans de achterstand op het buitenland aardig is ingelopen en spelers om die reden niet direct voor een buitenlandse club kiezen. En moet het vertrek van Seedorf om al op zo'n jonge leeftijd (19) de nationale- en Europese kampioen te verlaten voor een avontuur in het buitenland als een uitzondering zijn. Althans, dat denken we dan maar. En net toen iedereen dacht dat Louis van Gaal z'n selectie op orde had werd de weggevallen routine en ervaring van John van den Brom en Peter van Vossen voor een gedeelte op peil gebracht met Arnold Scholten. Al eerder Ajacied tussen 1986 en 1990, die bij z'n eerste optreden tegen Liverpool speelde alsof hij niet weggeweest was. Het archief wijst uit dat in het verleden er achttien spelers geweest zijn die zowel voor Ajax als Feyenoord zijn uitgekomen: Eddy Pieters Graafland, Henk Groot, Theo van Duivenbode, Johan Cruyff, Wim Jansen, Ruud Geels, John Rep, Jan Everse, de helaas onlangs overleden Rene Notten, Tscheu La Ling, Simon Tahamata, Martin van Geel, Keje Molenaar, Jan Sörensen, Rob Witsche, John van Loen, Ronald Koeman en Arnold Scholten. Opmerkelijk is dat Scholten pas de tweede speler is die naar Ajax terugkeerde. Alleen Henk Groot ging hem in 1965 voor. Na de reeksen van oefenwedstrijden in binnen- en buitenland was eigenlijk traditioneel de eerste serieuze test de ontmoeting tegen Lazio Roma als sluitstuk van de weer ongelooflijke druk bezochte Open Dag op 11 augustus met zo'n 30000 mensen in De Meer. Zo'n wedstrijd is ook altijd min of meer de officiële presentatie aan het eigen publiek van het "nieuwe" Ajax en dan wordt er natuurlijk iets van onze ploeg verwacht. Met de 5-0 winst werden de hoge verwachtingen, die men onvermijdelijk toch weer heeft, aardig waargemaakt. Het waren nog geen wedstrijden om de knikkers. Vijf dagen later werd het een stuk serieuzer bij de opening van het nieuwe seizoen met de strijd om de Super Cup tussen alweer Feyenoord en Ajax, zoals gebruikelijk in De Kuip in Rotterdam. De Feyenoorders waren er natuurlijk op gebrand om niet weer naar de slachtbank te worden geleid. Dat lukte aardig waardoor het voor Ajax een wat taaiere kluif werd en alleen Ronald de Boer kans zag te scoren (0-1) maar het daarna bijna onmiddellijk weer gelijk werd door wat wegvallende concentratie in onze defensie. Het verloop van de wedstrijd werd bijna een kopie van het bekerduel voor de Amstel Cup in het vorig seizoen. Toen was na anderhalf uur de stand ook 1-1 met Ajax in goede doen maar niet goed genoeg om de tegenstander op de knieën te krijgen. De inmiddels ingevoerde "sudden death" bracht toen de beslissing ten gunste van de Rotterdammers. Die vlieger ging thans niet op want Patrick Kluivert kon vanaf 11 meter de eerste beker van het seizoen in de prijzenkast van Ajax schieten. Start competitie Ajax leek klaar voor de strijd. En dat was nodig ook want als eerste wedstrijd voor de competitie kwam FC Utrecht naar De Meer en als de voorbodes ons niet zouden bedriegen stond onze ploeg een nogal strijdvaardige tegenstander te wachten. "Ajax moet veel scherper worden aangepakt", predikte de nieuwe oefenmeester van FC Utrecht, Simon Kistemaker. Dat hij het gelukkig niet zo bedoelde zoals menigeen veronderstelde was een prettige zaak. "Een gezonde agressie", noemde Louis van Gaal het spel van de tegenstander en dat was het ook. Het werd dus "gewoon" 4-0 met een prima spelende Edgar Davids en Patrick Kluivert die beiden de eerste twee goals scoorden waarna Danny Blind en Martijn Reuser dat nog even overdeden. Dat het publiek van FC Utrecht nog veel fatsoen moet worden bijgebracht bleek uit de spreekkoren richting moeder Kluivert die de schandalige vertoning door haar zoon Patrick onmiddellijk zag worden afgestraft met een klassegoal. En zo hoort het ook. Problemen deden zich gelukkig niet voor bij NEC in Nijmegen. Nog zonder Litmanen en Santos. Die deden krachten op met het tweede elftal in de poulewedstrijden voor de Amstel Cup en helaas niet konden zorgen dat het elftal van Gerard van der Lem het huzarenstukje van het vorig seizoen kon herhalen. In drie wedstrijden tegen Hollandia, Vitesse en Dordrecht '90, geen goal tegen krijgen is prima maar ook helemaal niet tot scoren komen, is ongekend en te weinig om verder te bekeren. De collega's van Ajax 1 had met het scoren tegen NEC bepaald geen moeite, speelden de Nijmegenaren min of meer van de mat en kon een fikse 0-6 winst noteren. Al binnen enkele seconden lag de bal door Kluivert achter keeper Brookhuis maar dat vond scheidsrechter Wegereef maar al te gortig en keurde het loepzuivere doelpunt af. Vervolgens werd Mare Overmars op weg naar het doel tot tweemaal toe AJAX MAGAZINE OKTOBER1995 9

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 11