HET STADION In één opzicht is het seizoen 1995-1996 zeer bijzonder. Het is namelijk de laatste jaargang waarin het Ajax-stadion, in de volksmond "De Meer", wordt benut als toneel voor de thuiswedstrijden van Ajax. Aan het slot van het seizoen wordt er afscheid genomen van De AAeer. Dan wordt een historische, roemruchte en onvergetelijke plek verlaten waarna Ajax zijn intrek zal nemen in de Amsterdam Arena. In dit afscheidsjaar van De Meer zal iedere wedstrijd daarom een nostalgisch gevoel oproepen. Want elke tegenstander die zich hier meldt, zal er voor het allerlaatst akteren en op zijn eigen wijze dè voetbalgrond van Amsterdam vaarwel zeggen. Voor velen zal het een bitterzoet afscheid zijn. Iedereen die Ajax een warm hart toedraagt weet dat het voor de ontwikkeling van de club noodzakelijk is om zich in een aan de moderne tijd aangepaste accommodatie te manifesteren. Aan de andere kant is er de herinnering aan- en de liefde voor- het gezellige stadion aan de Middenweg dat tot in de verste uithoeken van de wereld een begrip werd. Toch was het niet aan de Middenweg dat het aloude Ajax voor het eerst gehuisvest was. De historie heeft zijn diepste wortels rond het Willemspark dat aan het eind van de vorige eeuw nog toebehoorde aan de gemeente Nieuwer Amstel. In 1900 werd Ajax officieel opgericht en toen werd er een speelterrein gevonden in Amsterdam noord waar een veldje werd gehuurd dat lag aan de... Middenweg! Die Middenweg over het Ij lag op een kwartiertje lopen van de pont. Na een jaar in Amsterdam noord te hebben vertoefd, verhuisde Ajax naar de Laanweg, iets dichter bij het IJ, en in 1907 belandde Ajax in de Watergraafsmeer, de polder waaraan het huidige stadion zijn roepnaam "De Meer" dankt. Het eerste Ajax-terrein in de toen nog zelfstandige Watergraafsmeer (in 1921 werd het Amsterdams grondgebied) bevond zich al aan de Middenweg. Het lag echter een kilometer meer stadswaarts dan het tegenwoordige stadion, daar waar zich nu het Christiaan Huijgensplein bevindt. Toen Ajax naar de Eerste klasse promoveerde werden de eerste tribunes rond het veld geplaatst en zo ontstond er een stadionnetje dat gaandeweg zou worden uitgebreid tot het een maximale capaciteit van 20.000 had bereikt. De ontwikkeling van Ajax als topclub kreeg in de jaren dertig duidelijk gestalte. Het "houten" stadion bleek allengs te klein. Aan het eind van de jaren twintig drong het Ajax-bestuur er bij de gemeente op aan grond beschikbaar te stellen voor de bouw van een nieuw Ajax-stadion. Die grond lag bij de hoeve Voorland, bij de Diemerbrug. De gemeente stemde toe, de hoeve Voorland werd gesloopt en Ajax kon een nieuw "home" gaan bouwen. Architect en Ajax-lid Daan Roodenburgh ontwierp een stadion waarin Ajax en de Ajacieden zich meer dan thuis zouden voelen. Het stadion, met een capaciteit van Het huidige Ajax-stadion, dat in het seizoen 1995-1996 voor het laatst als thuishaven di PRESENTATIEGIDS AJAX '95 '96

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 64