Wim Volkers in zijn voetbaltijd bijgenaamd "De Mug". Na zijn voetbalcarrière maakte Volkers zich ook verdienstelijk als bestuurslid van Ajax. Ajax uit 1946. later kruiste het wel de degens met de Zuidamerikaanse kampioen, Independiente. Na twee enerverende wedstrijden (1-1 en 3-0) prijkte ook deze bokaal in de prijzenkast in De Meer. Ajax had definitief naam gemaakt als Europese topclub, en de roodwitte uitstraling schitterde wereldwijd. Na deze successen volgde echter het vertrek van een aantal sterspelers: Cruijff ging naar Barcelona (voor het toenmalige recordbedrag van zes miljoen gulden), evenals Neeskens. Met het vertrek van Rep (Valencia), Gerrie Mühren (Betis Sevilla) en Arie Haan (Anderlecht) en het stoppen van Keizer en Swart was het voorlopig met de internationale rooftochten gedaan. Toch was Ajax in 1980, onder leiding van Leo Beenhakker, weer dichtbij een Europa Cup-finale. Voor het elftal, met spelers als Piet Schrijvers, Schoenaker, Krol, Arnesen, Lerby, Boeve, Tahamata, Henning Jensen en Tscheu-la Ling, was Nottingham Forest in de halve finale echter net iets te sterk. Nationaal was Ajax echter weer geheel terug, hetgeen wordt onderstreept door de vele landstitels en KNVB-bekers die sinds 1976 zijn behaald. Een grote rol in het handhaven van het hoge gemiddelde speelde (en speelt!) de befaamde jeugdopleiding van Ajax. Topvoetballers als Simon Tahamata, Wim Kieft, Frank Rijkaard, Gerald Vanenburg, Bij Ajax werd niet alleen gevoetbald maar werden ook andere sporten bedreven zoals atletiek, honkbal en cricket. Op deze foto zien wij het cricket-team uit 1954 dat kampioen werd van de Tweede klasse van de NCB. T Blijdschap bij het Ajax-negental na een homerun tegen Storks. Een Ajax-elftal uit het seizoen 1951-1952

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 107