Ajax' startende elf in de Champions League finale. Van links naar rechts: Jari Litmanen, Clarence Seedorf, Edgar Davids, Frank Rijkaard, Finidi George, Michael Reiziger, Marc Overmars, Ronald de Boer, Frank de Boer, Edwin van der Sar en Danny Blind. schuil. Juist door niet of weinig met de pers te spreken laadde hij zich op, en voorkwam hij kwetsbaarheid die hem op het moment supreme slecht zou kunnen uitkomen. Maar die blessure. Die had hij niet helemaal zelf in de hand. Samen met Pim van Dord werkte hij aan het herstel. De wetenschap dat hij in de laatste weken weinig wedstrijden gespeeld had, deerde hem niet. Hij kende zijn lichaam en wist dat hij, wanneer het moest, een keer alles kon geven. Maar die pijn in zijn knie moest weg. Want zo professioneel was hij ook om te weten dat hij Ajax niet kon opzadelen met het risico van een geblesseerde speler in de belangrijskte wedstrijd van het seizoen. Op zaterdag ging het beter. En op zondagamorgen verscheen er tijdens de behandeling een glimlach op Rijkaard's gezicht. Een veelzeggende glimlach. Zonder iets te zeggen liet hij daarmee weten dat de speelkansen aanzienlijk hoger waren. En op maandagmorgen, voor het vertrek naar Wenen, trainde Frank Rijkaard voor het eerst weer met de groep mee. Voorzichtig met links maar zonder mankeren. Frank Rijkaard was er klaar voor, Ajax was er klaar voor! Maandag vertrekdag. Een laatste persconferentie, de bekende plichtplegingen van de Ajacieden jegens de media en daar ging het richting Wenen. De stad van het barok, de stad van het reuzenrad, de stad van het Praterstadion, pardon, Ernst Happelstadion. Een paar kilometer buiten de Oostenrijkse hoofdstad sloeg Ajax zijn kamp op. Hotel Am Sachsengang lag er landelijk bij en had perfecte voorzieningen geschapen met het oog op de voorbereiding op wat letterlijk en figuurlijk de "Grande Finale" moest worden. De linkervleugel van het hotel was rood-wit gekleurd en slechts toegankelijk voor de Ajacieden. Dat klinkt erg hermetisch en strikt en duidt daardoor misschien op strenge tucht maar de stemming was allesbehalve gespannen. Natuurlijk, er werd over de finale gesproken, maar niet met vrees, niet met overdreven respect voor de manifestatie. Er werd gelachen en getraind. Op dinsdagmorgen raakte het terrein van de SV Gerasdorf overbevolkt door de komst der Ajacieden. Met moeite kon de pers op afstand worden gehouden terwijl de schooljeugd alle wetten en wetjes overtrad om in elk geval maar een handtekening van Rijkaard, Litmanen, Overmars, Blind, Davids of Van Gaal te bemachtigen. De vaste volgers van Ajax op de Europa Cup-reizen weten bij dergelijke trainingen de opstelling te zeven. De mannen van de pers krabbelden hun notities in de blocnotes en trokken hun conclusies uit de trainingsvorm. Iets verderop, wat afzijdig van de massa, stond de spion van Milan toe te kijken. Uiterlijk onbewogen nam hij de combinaties in zich op maar hij zag heel duidelijk en misschien wel met gemengde gevoelens dat Frank Rijkaard volledig meedeed en zich niet spaarde. Een vijftiental kilometers oostwaarts kreeg Wenen, die prachtige stad aan de Donau, langzaam maar zeker een Champions League-pak aan. Rood-wit van Ajax en AJAX MAGAZINE JUNI/JULI 1995 35

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 35