De gouden titel
De gouden titel
door David Endt
foto's Louis van de Vuurst
Koele cijfers kunnen het hoe en waarom uitleggen. Koele cijfers
kunnen een verhaal vertellen. Koele cijfers kunnen als bewijs
dienen.
De koele cijfers die de competitieresultaten van Ajax boekstaven
hebben een extra kwaliteit: ze zijn hartverwarmend!
Want het bijzondere seizoen 1994 - 1995
was hartverwarmend, óók door de cijfers
die aan het eind van het rit konden worden
getoond. Had u gedacht dat de koude nul
voor zoveel eer en glorie kon zorgen als de
nul in de vierde kolom van de
rangschikking? Nooit eerder won een club
in het betaalde voetbal de nationale
competitie zonder één enkele nederlaag te
hoeven incasseren. En dat leverde die
bijzondere, de ongeëvenaarde nul op.
Andere cijfers die voor gloed zorgden,
waren het aantal doelpunten vóór en tegen.
Nota bene in de klassieke ontmoeting
tegen Feyenoord werd de honderd
doelpuntengrens gepasseerd. En de
verdediging kon na afloop van de
slotwedstrijd tegen FC Twente trots zijn op
de slechts 28 tegentreffers, evenveel als de
defensie van Roda JC toestond.
En waar slechts sporadisch aandacht wordt
gegeven, maar wat een feit is om zeer trots
op te zijn, is het minste aantal boekingen
dat Ajax in de voorbije voetbaljaargang
vergaarde. Elf gele kaarten, dat zijn er maar
liefst zeventien minder dan de clubs die de
tweede plaats op de fair play-ranglijst
innemen (FC Twente, Willem II en
Volendam). Smetje op het rapport van
sportiviteit is de rode kaart. Eén keer vergat
Edgar Davids zich, uit tegen RKC, en dat
leverde hem de trieste gang naar de
kleedkamer op.
Nog meer cijfers? Een constant uitverkocht
Ajax-stadion. Wie ook de tegenstander
was, steeds was De Meer tot op de laatst
plaats bezet.
Maar dat voetbal niet alleen cijferwerk is,
dat weet u natuurlijk ook. De emoties zijn
bepalend. Vraag het Louis van Gaal, die
zijn spelers met duidelijke opdrachten het
veld in stuurt maar ze tegelijkertijd ook
zegt om met hun hart te spelen. Want dat
maakt het verschil. Een aantal keer in het
seizoen 1994 - 1995 werd er door die
hartstocht gewonnen, een extra punt
meegenomen. Denkt u bij voorbeeld aan
de thuiswedstrijd tegen PSV, toen Ajax op
het doorweekte veld van het Olympisch
Stadion de kracht uit de benen voelde
vloeien. Ondanks het grote overwicht was
een gelijkspel acceptabel tegen het elftal
van de nieuwe trainer Dick Advocaat.
Maar het hart sprak en zorgde voor nieuwe
energie, ook in de laatste minuten. En met
het hart werd een penalty afgedwongen die
werd benut door die zo bijzondere gewone
jongen Patrick Kluivert. En het hart dreef
Ajax ook naar een late overwinning op het
lastige uit-veld van Vitesse. Natuurlijk had
de concurrentie de mond vol van "geluk".
Alsof die factor niet moet worden
afgedwongen. En wanneer je dat kan
afdwingen, is geluk geen geluk meer maar
verdienste.
Ajax kon spelen en strijden, strijden en
spelen. En wanneer de strijd in en vroeg
stadium voor een marge had gezorgd, dan
werd het spelen speels en wonderschoon.
In De Meer klonken de overwinningen van
5-0, 4-0, 8-0 en 7-0 als een klok. Dan was
het genotniveau zeer hoog en liepen de
bezoekers na-genietend terug naar huis.
Uiteraard was er niet alleen in eigen huis te
genieten van het swingende Ajax-voetbal.
Ook op vreemde bodem waren er
regelmatig open doekjes voor de
Ajacieden. Met als hoogtepunt het
wonderbaarlijke doelpunt van Mare
Overmars tegen MW. In De Geusselt ging
de bal vanaf de achterlijn bij het Ajax-doel
AJAX MAGAZINE JUNI/JULI 1995