de terechte kampioen, maar had bij de
laatste optelling slechts één luizig puntje
meer dan Ajax. En dat zegt genoeg over de
kracht van deze El.
Wie nog twijfelde hoeft maar naar de
resultaten van de vier internationale
toernooien te kijken die de El bezocht. Het
toernooi van ADO werd gewonnen. Het
toernooi van Excelsior werd gewonnen. Het
toernooi in Soest werd gewonnen. En het
toernooi in het Franse stadje Meudon werd
ook gewonnen. In Soest werd in twee keer
twintig minuten met 11-0 van Feyenoord
gewonnen. En dat had nog meer kunnen
zijn als de Rotterdammers niet telkens zo
hadden getreuzeld met middenuit nemen.
Voor de spelers, begeleiders en ouders was
echter het toernooi in Meudon, een
voorstadje van Parijs, het absolute
hoogtepunt van dit seizoen. Voor de jonge
helden was ieder uur een nieuw en
indrukwekkend avontuur. Het bezoek aan
de Sacre Coeur, het bestijgen van de Tour
Eiffel, het spelen tegen Anderlecht, Benfica
en Olympique Marseille; het was allemaal
net echt. Met de echte Ajax-chauffeur Toon
Elferink achter het stuur van de echte Ajax-
bus. En als de spelers het veld opkwamen,
klapten de toeschouwers, onder wie de als
cheerleaders uitgedoste Ajax-moeders. In
alle talen sprak men over de Champions
League. Bij iedere speler ging de iele borst
vooruit, zover de trots kon reiken.
Helemaal toen in de finale van Olympique
Marseille werd gewonnen. Ajax werd zo
bewonderd dat het wel moest winnen.
Bovendien waren de ouders bang dat bij
verlies tegen Marseille de achtertuinen
zouden worden omgespit door
rechercheurs van de FIOD. Zover kwam het
niet. Zonder één tegendoelpunt werd het
toernooi in gejuich afgesloten. De
overmacht was enorm. De terugreis was
ondanks de vermoeidheid een groot feest.
Voor één speler eindigt de Ajax-droom in
de El. Tijdens een aangrijpend afscheid
kreeg hij van zijn teamgenoten een
cadeautje. Hij probeerde blij te kijken.
De D-junioren
Ajax D2 werd kampioen in een anticlimax.
Een uur na de zoveelste gewonnen
wedstrijd bleek dat de concurrent verloren
had. Alsof ze Ajax dat lolletje niet gunden.
Volgens leider Ed Lefeber hield deze D2
verantwoord - op hun sodemietertje. Het is
de glijdende schaal van opperste vrijheid
naar de conceptuele verplichtingen die tot
een kampioensschaal en een Europa-Cup 1
leiden. Ernst en lol schuiven elkaar
beurtelings naar voren opdat de spelers op
hun dertigste niet als grootste wapenfeit het
poseren als mascotte naast een eerste-
elftalspeler hoeven te noemen, maar dat ze
zelf zo'n eerste-elftalspeler zijn geworden.
Ook de El is er niet in geslaagd kampioen te
worden. Dat gold vooraf ook als een
theoretische onmogelijkheid, aangezien er
tegen D's gespeeld moet worden. "Maar,"
meent leider Henk van Teunenbroek, "als
het er ooit in zat, dan nu. Dit was een
ontzettend sterke lichting." Zeeburgia werd
AJAX MAGAZINE JUNI/JULI 1995
juist wel van een feestje.
"Ze hebben het zich ook niet helemaal door
de neus laten boren. Het kampioenschap
werd gevierd op het poliotoernooi dat bij
Ajax zelf werd gehouden. Dat was leuk,
want Ajax speelde op dat toernooi heel
flitsend en er stond veel publiek langs de
lijn. Voor de kantine van Tom Kamlag ging
Jan Olde-Riekerink, de trainer, bij de
spelers op de schouders en werd hij vrolijk
rondgedragen in een ereronde. Volgens
Lefeber verdiende Olde-Riekerink deze
hulde. "Hij heeft alle spelers bijgebracht dat
ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun spel.
Hij heeft ze leren nadenken over voetbal. Bij
voor- of nabesprekingen geeft hij zelf
minimale informatie en vullen de spelers
zelf het verhaal in."
Toch moest worden vastgesteld dat Ajax D2
niet overliep van kwaliteit. Er zaten enkele
zeer goede spelers bij, goede en iets minder
goede. Maar voor vier spelers was het Ajax-
niveau net iets te hoog gegrepen. De eisen
aan de spelers die volgend jaar de D1
moeten bemannen zijn hoog, want dat elftal
komt in de C-competitie uit, en dat vergt
het uiterste van de vaardigheden en de
krachten.
Al met al is er reden voor gematigde
tevredenheid, maar Lefeber baalt wel dat de
triple niet is binnengehaald. Na het
kampioenschap en de beker kon namelijk
ook de Van Wagtendonkbeker gewonnen
worden.
"Een dag eerder was Wenen. Ik hield die
jongens voor dat zij als enig team van Ajax
de triple konden winnen. Ze wilden wel,
maar redden het jammer genoeg niet. Er
werd met 3-2 verloren van Abcoude. Na
afloop was het bij Sint Martinus één groot
tranendal. Maar misschien dat daar de
vermoeidheid ook nog een rol in speelde."
De Dl kon geen kampioensfeest vieren. Een
vierde plaats bleek het maximaal haalbare.
Leider Frits Andriese is daar op zich niet
ontevreden mee. Het valt immers niet mee
in een C-competitie mee te moeten draaien.
Zo bezien is die vierde plaats zo slecht nog
niet.
In de toernooien ging het redelijk goed. Het
toernooi in het Belgische Lier werd
winnend afgesloten, met een legendarische
finale tegen PSV. Bij de rust stonden de
ploegen in een zwaar evenwicht: 3-3, maar
111