sprake. In tegendeel, de successen stapelen
zich op, de Ajax-cultus groeit maar door.
Iedere wedstrijd is ruim van te voren
uitverkocht. De supportersvereniging is de
veertigduizend leden al lang gepasseerd en
in alles is het einde nog lang niet in zicht."
Hoe verklaart Arie van Os het succes
van Ajax?
"De club is er in geslaagd het voetbal te
laten overslaan naar de toeschouwers.
Iedereen vindt voetbal weer leuk en dat is
wel eens anders geweest. We zitten nu in
een goeie golfbeweging en daarbij hebben
wij een brokje goodwill dat lag te slapen
weer te voorschijn gehaald. We hebben een
beleid uitgestippeld waardoor iedereen bij
Ajax weet wat ie wel en niet moet doen.
Men ziet Ajax als een instituut waar
iedereen dezelfde kant opkijkt en waar
niemand tussen kan komen. Dat betekent
kracht, zoals dat ook op het veld tot uiting
komt. Dat moet je ook naar de mensen toe
uitstralen. Zo van: wij staan er, wij zijn
Ajax en een goeie die bij ons binnen kan
dringen. Dat straal je uit. De mensen
kijken daar naar, zien dat en zeggen: leuke
club, die straalt kracht uit, daar wil ik
bijhoren. Vroeger waren die mensen er
ook wel, maar door allerlei
omstandigheden hadden die zich een
beetje van het voetbal afgekeerd. Waar wij
met z'n allen nu voor gezorgd hebben is
dat die mensen allemaal weer terug zijn
gekomen. Dat is de reden van het succes".
AA aar het gaat maar door.
"De goodwill van Ajax is ongelooflijk
groot. De kunst is om dat goed te
verkopen. En succes brengt succes voort en
ik denk dat we daar nog lang niet mee
klaar zijn. Als we het goed in de hand
blijven houden zal Ajax zich in de
komende jaren op topniveau blijven
manifesteren. Daar ben ik van overtuigd.
De mogelijkheden hebben we. Met het
nieuwe stadion en het eigen complex
wordt Ajax binnen Europa één van de
grotere clubs. Die kans hebben we nu en
daarom moet iedereen, van laag tot hoog,
zorgen dat we geen domme dingen gaan
doen. Dat we de boel op het veld aan de
gang houden, waar nodig spelers kopen of
verkopen, de jeugdopleiding nog
professioneler maken, zorgen voor een
goeie doorstroming en in de organisatie
zorgen dat de juiste mensen op de juiste
plaats zitten. Dat wordt de grootste
uitdaging voor Ajax in de komende jaren.
Een club of een bedrijf groot maken is
knap maar om het groot en gezond te
houden is nog veel moeilijker."
Zie je Ajax in de komende jaren niet
afdrijven van de andere clubs in
Nederland?
"De verschillen zullen misschien wel groter
worden maar dat betekent niet dat PSV of
Feyenoord geen kampioen meer kunnen
worden. Met een goed beleid komen zij
ook een keer aan de beurt. Verder denk ik
dat voor de Europa Cups 2 en 3 in de
toekomst ook wel een poulesysteem zal
komen, waar ook prijzen aan vastzitten.
Misschien niet zo hoog als bij de
Champions League, maar wel interessant
genoeg. Als dat wordt gerealiseerd, zijn er
ook minder redenen om een Europese
competitie te beginnen, want dat zie ik niet
zitten. Iedere week Dortmund uit, Lazio
thuis, Arsenal uit en Brugge thuis zal even
leuk zijn maar heeft in mijn ogen geen
toekomst. Ik denk dat een goede gezonde
nationale competitie met minder clubs en
daarnaast Europese wedstrijden, veel
interessanter is. Vanuit de KNVB moet
gewoon een goed professioneel beleid
gevoerd worden, waarbij de clubs precies
moeten weten waar ze aan toe zijn en ook
de kans krijgen buiten Nederland te
voetballen."
Wat is je grootste zorg voor de
toekomst?
"Nu is iedereen bezig met Ajax en de
euforie is groot. Daar heeft iedereen aan
meegewerkt. Het succes is groot en
helemaal als Ajax straks misschien de
Europa Cup wint en landskampioen
wordt. Mijn grootste zorg is dat men dan
zegt: 'nu zijn we er, hier hebben we altijd
willen zijn'. Nu kunnen we met z'n allen
achterover gaan zitten. Maar dan begint
het eigenlijk pas. Voor de komende jaren is
er zoveel werk. Denk maar aan het nieuwe
stadion en het complex voor de jeugd en
amateurs. Als je dan niet voor 100%
geconcentreerd met je club bezig bent, raak
je in een glijbeweging naar beneden en
kom je ergens terecht waar niemand bij
Ajax terecht wil komen. En ik zie nu al
dingen waarvan ik zeg: 'ho, wacht effe... we
zijn er nog niet, we kunnen nog niet gaan
feestvieren'."
76
AJAX MAGAZINE JUNI 1995