25 jaar seizoenkaarten
Het verhaal van supporter Frans Groenendaal
Reportage
door Egbert Jan Riethof
foto's Louis van de Vuurst
"Mooi, hè... Mooi hè..." Een brede grijns die standhoudt. Een
langzaam, onwillekeurig knikken. "Mooi, hè..." Frans
Groenendaal zegt het niet om instemming te krijgen, maar meer
omdat het 'gewoon' niet uit te drukken is, zo mooi, hè... En
daarom herhaalt hij het maar. Hij heeft al 25 jaar een
seizoenkaart bij Ajax, een jubileum dus, en reisde in die jaren
ook mee naar vrijwel alle bestemmingen binnen het vaderland
en in den vreemde.
Hij zet een LP met Ajax-liederen op, 15
jaar oud, nog van het 80-jarig bestaan.
"Deze zet ik vaak op. Niet schrikken, hoor.
Mooi, hè..." En hij zingt mee: Ajacieden
komen in de hemel, als er in de hel geen
plaats meer is... Een pittig tekstje. Zelf zat
hij ook in dat supporterskoor. Hij laat een
foto op de hoes zien. Hij staat tussen
andere leden van de F-side euforisch naar
de camera te gebaren. "Mooi, hè... en dat
kapsel... die stadionpet had ik trouwens
gejat. Staat op m'n slaapkamer. Dat zijn
relikwieën, joh".
Kapsels veranderen en het balorige gaat
eraf. Dan word je een ander soort
supporter. Tegenwoordig staat de 38-jarige
leraar niet meer aan de Diemenzijde, maar
zit hij sinds het staafincident in vak A.
Vertellen kan hij eindeloos, letterlijk en
figuurlijk. Hij heeft zijn leven kleurrijk
gemaakt door Ajax. Alles is in teken gesteld
van het rood en wit. Nou ja, alles...
Groenendaals Delftse huiskamer is niet
rood-wit, ziet er vrij dagelijks uit. Kritiek
op allerlei aspecten van Ajax heeft hij ook
heus wel. En zijn vriendin? Nee, die is niet
geselecteerd op Ajax-gehalte. "Dat is a-
select gegaan. Niet naar voorkennis
gevraagd". Wel heeft ze nu een
seizoenkaart, maar die aanleg voor de
juiste hartstocht was toeval. En inderdaad,
een groot deel van zijn inkomen besteedt
Groenendaal aan reizen met Ajax mee naar
het buitenland, maar niet al z'n geld, hoor.
En een verzamelaar is hij ook niet, zegt hij.
Bij die laatste bewering komt hij net zo
geloofwaardig over als Sinterklaas die zou
ontkennen ooit op een schimmel over
daken te rijden. In Groenendaals toilet is
de muur bezaaid met kaartjes van
wedstrijden. In de huiskamer komen
plakboeken en andere relikwieën alras te
voorschijn. Nippend aan een "echt
authentiek" koffiekopje met Ajax-embleem
-twintig jaar oud, andere heeft hij niet-
vertelt de niet-verzamelaar over zijn
verzameling programmablaadjes uit alle
hoeken van Europa. "In Engeland heb je
bij stadions stands waar in die dingen
gehandeld wordt. Dat gaat de komende
jaren een rage worden.
Wat ik heb is heel veel geld waard. Boekies,
overal vandaan. Maar verkopen zal ik ze
AJAX MAGAZINE JUNI 1995