euws:
Ajax
functioneren zonder dat ik speelde. Dan
weet je het wel in de voetballerij. Als je
geblesseerd bent of geschorst, hoor je er
niet echt bij. Bovendien was ik een
nieuweling. Een Belg bovendien".
"Mijn eerste officiële wedstrijd voor Ajax
speelde ik ten slotte pas begin februari
1985, op MW in Maastricht. Nul-twee
gewonnen. De kritieken waren erg lovend.
Zowel in VI als in De Telegraaf. Men
roemde mij vanwege die doorsteekpassjes
en men durfde zelfs te refereren aan de tijd
dat Wim Jansen met succes leiding had
gegeven aan de Ajax-defensie".
"In totaal heb ik maar veertien wedstrijden
voor Ajax gespeeld. Na MW-uit kwam
Sparta-thuis, op een beton-hard veld in De
Meer. Ik speelde een goede wedstrijd, maar
ik viel gekwetst uit met een
hamstringblessure. Het waren de fysieke
gevolgen van die geschorste periode die
voor mij voornamelijk bestond uit trainen,
trainen, trainen en zo af en toe een
vriendschappelijk wedstrijdje met het C-
elftal tegen een amateurploegje".
"Ik was 33. Ik was nog nooit geblesseerd
geweest, maar op die leeftijd kreeg ik
plotseling last van tal van spierblessures. Ik
heb nog een aantal weken terug gespeeld,
maar imponerend was het niet. Bij Ajax
heb ik nooit het niveau gehaald dat ik
eigenlijk waard was in training. Op
training ging het vrij goed. Daar kun je een
tekort aan wedstrijdritme nog weg
camoufleren bij wijze van spreken. Daar
kun je meer op je routine en maturiteit
spelen. Op die manier had ik tijdens de
trainingsvormen nog enige impact op de
jongeren. In de wedstrijden kwam het er
daar niet van. Ik moest dan eerst en vooral
zorgen dat ik zelf goed speelde. Pas daarna
zou ik de volgende stap kunnen doen,
dacht ik. Maar zover is het nooit gekomen.
Ajax is voor mij desondanks een
fantastische ervaring geweest. Gasten als
Van Basten, Rijkaard en Koeman zijn later
bij echte Europese-^ topclubs
terechtgekomen. Ze waren toen nog maar
negentien, twintig, eenentwintig jaar. Ze
waren nog leergierig, eigenwijs maar toch
openstaand voor de raad die ik hen gaf'.
"Ik was een Belg die in Amsterdam
binnenkwam en dat was dus niet zo
evident, niet zo simpel. Karakterieel ben ik
gelukkig iemand die tegen een stoot kan. Ik
vond dat ik me snel en goed aanpaste aan
het Ajax-stramien. En mijn ogen gingen er
open, vergeet dat niet. Ik had bij Club
Brugge gespeeld en bij Standard Luik,
topclubs uit België, maar qua trainings
methoden, trainingsbeleving en trainings
intensiteit ging er in Amsterdam een
nieuwe wereld voor mij open."
De jonge Rijkaard
Als oude rot heb ik gedaan wat ik moest
doen, mijn verantwoordelijkheid pakken.
Ik heb me direct aangepast aan de
Amsterdamse mentaliteit door niet in een
hoekje te kruipen en door eigenlijk de
status, die ik in het verleden in België had
opgebouwd ook waar te maken. Ik kon dat
doen, verbaal, op de trainingen en in het
spelershome. Ik praatte vooral veel met
Rijkaard. Ik vond dat een klasse-kerel.
Rustig, maar onverzettelijk, soms iets te
braaf nog. Vandaar dat verwijt van Cruijff
later dat hij te weinig zijn persoonlijkheid
liet gelden.
Frank was een toffe jongen. Iemand die
openstond voor de raadgevingen en de
zaken die ik hem aanreikte. Ik had
persoonlijk een heel goed contact met
hem. Ik herinner mij dat wij aan het einde
van het seizoen een tripje deden naar
Vancouver, naar Canada. Heel de vliegreis
heb ik naast hem gezeten. We hebben over
alles en nog wat gepraat. Ik kan dan ook de
liefde van het Milanese publiek voor hem
begrijpen: Frank is een jongen die je in je
hart opsluit.
Frank speelde in die tijd rechts op het
middenveld, Koeman aanvankelijk nog
verschillende wedstrijden links op het
middenveld. Later, toen Cruijff kwam, is
Arnold Mühren op de linkerkant gaan
spelen en is Koeman libero geworden, of
liever gezegd defensieve middenvelder
omdat hij heel incidenteel maar achter z'n
verdediging kroop."
"Ondertussen werd ik overbodig. Ik was
opgeleid als een libero die voornamelijk
achter z'n verdediging speelde. Zo'n speler
had Ajax niet nodig. Met Cruijff viel er
over die positie niet te discussieren. De
AJAX MAGAZINE JUNI 1995
31