Nigeria, Juist op het moment, dat de
'Flying Eagles' zich gaan voorbereiden op
het WK voor junioren, zomer '93 in Japan.
Dat treft.
Vanaf dat moment voltrekt de carrière van
Kanu zich in vliegende vaart. Ter
voorbereiding op het WK in Japan strijken
de jeugdige Eagles neer op het Arnhemse
sportcentrum Papendal. Tijdens een
oefenwedstrijd op Voorland, tegen een
gemengde jeugdselectie van Ajax, geeft
Kanu alvast zijn visitekaartje af. In Japan
volgt de bezegeling. Nigeria dartelt fluitend
door de voorronden heen -in drie
wedstrijden twaalf doelpunten voor en
precies nul tegen- en bereikt ten koste van
Japan en Polen de finale, waarin Ghana
terzijde wordt geschoven. Captain Kanu
treft in het gehele toernooi zes maal doel
en wordt uitgeroepen tot beste speler van
het toernooi. Ton Pronk, hoofdscout bij
Ajax, weet genoeg. Als de kersverse
wereldkampioenen op hun weg naar huis
een tussenlanding maken op Schiphol staat
een Amsterdamse delegatie de ploeg op te
wachten. Terwijl zijn ploeggenoten
dodelijk vermoeid hun bed in het
Pullman-hotel opzoeken, koerst Kanu
richting Watergraafsmeer. Onder de
indruk van de Mokumse slagvaardigheid
zegt hij die nacht toe in het najaar de Grote
Sprong naar Ajax te wagen. Waarna de
begenadigde slungel keurig weer naar
Schiphol wordt gebracht. Missie volbracht.
In de daaropvolgende weken blijkt het
Amsterdamse bliksembezoek aan de
nationale luchthaven geen overbodige luxe
te zijn geweest. Kanu krijgt miljoenen
aanbiedingen uit Japan en zelfs uit Saoedi
Arabië, terwijl ook Club Brugge meer dan
serieuze belangstelling voor het talent
toont. Kanu bezwijkt echter niet voor het
grote geld en houdt woord. Op 24 oktober
1993, twee jaar na het veroveren van de
nationale schoolvoetbaltitel in Nigeria,
krabbelt Nwankwo Kanu zijn
handtekening onder een driejarige
verbintenis met Ajax.
Sombere tijden
Hij heeft het zwaar, de eerste maanden in
Amsterdam. Verteerd door heimwee slijt
hij zijn dagen in het Holiday Inn-hotel. Bij
Ajax, op het trainingsveld, leeft hij op.
Maar zelfs in het spelershome is er in die
beginfase die sombere blik, op oneindig.
Een jongen van zeventien, duizenden
kilometers van vrienden, familie, huis en
haard, in absoluut stilzwijgen gezeten aan
een tafeltje bij het raam, uitstarend over de
Middenweg. Waar zou hij aan denken?
Aan zijn al even talentrijke broertje, die
vlak voor zijn vertrek het spoor van zijn
oudere broer naar Fed Works had gevolgd?
Aan zijn buurtclubje? Aan het
marktkraampje van zijn moeder? Niemand
wist het. Kanu nu, de heimwee inmiddels
ver voorbij, lachend: "Dat zal er inderdaad
niet vrolijk hebben uitgezien, denk ik.
Maar ik voelde me ook niet echt vrolijk in
het begin. Het was eigenlijk een hele rare
tegenstelling. Aan de ene kant was ik
ontzettend blij en trots dat ik bij een grote
club als Ajax mocht voetballen, maar aan
de andere kant miste ik mijn vrienden en
familie zo ontzettend. De spelers waren
heel aardig en probeerden me op
sleeptouw te nemen, maar ik was in het
begin erg gesloten. Ik baalde zelf heel erg
van die heimwee, want ik had al mijn
concentratie nodig om me op Ajax te
richten. Na de training ging ik vaak even
de stad in, een beetje slenteren en op
terrasjes zitten. Steeds als ik dan mijn
drankje op had doemde dat hotel weer op
en dan bestelde ik nog maar wat. Dan
hoefde ik tenminste niet terug naar mijn
kamer, waar ik niemand had om mee te
praten. Toch heb ik nooit met de gedachte
gespeeld om op te geven. Daar is deze kans
veel te groot voor en daar zijn de mensen
bij Ajax ook te aardig voor. Achterafkan ik
concluderen dat ik veel van die periode heb
geleerd. Ik heb me door een moeilijke
periode heengeslagen en daar word je sterk
van. Ik probeer uit alles wat ik meemaak de
positieve dingen te halen."
Na drie maanden Holiday Inn zet Kanu
een belangrijke stap in de richting van de
wedergeboorte van zijn levensgeluk. Hij
betrekt een eigen appartement in Diemen,
in de schaduw van De Meer. De dappere
tiener krabbelt beetje bij beetje omhoog uit
zijn dal. De malende hersenen komen tot
rust, geest en lichaam raken in balans.
Waardoor hij ook op het veld zijn plaats
begint te vinden. Louis van Gaal en Gerard
van der Lem leren hem zijn speelse,
AJAX MAGAZINE JUNI 1995