was een moordmeid. Leuk en gezellig. Alleen die pil, dat had ze niet moeten doen." "Ik heb gevoetbald tot 1935. Daarna voetbalde ik nog een beetje in de veteranen. Daarna met Jan Potharst in de elftallencommissie. Jan was eerst voorzitter mooi was, Engels of Duits, dat verkocht ik. Vooral in het zuiden. In Limburg was ik erg bekend en ik kwam ook bij alle grote firma's als V&D en De Bijenkorf. Ik werkte voor de firma Spenso, een zaak van David Polak." "Mijn vrouw heette Trude maar iedereen noemde haar Trautie. Zij was erg bemind bij Ajax. Iedereen kende haar. Echt een moordvrouw. Ze is overleden toen ze 64 was. Roken. Ja, ik had haar nog zo gewaarschuwd. Maar ja, het was een schat van een vrouw." jongen, je kan er een boek over schrijven." "Toen een keer in Genève, aan het meer. We zaten in een hotel en daar wandelde een aardig dienstertje rond. We bleven vier dagen. Heb ik drie dagen achter die meid aangelopen, zeg. Nou, en toen ik eindelijk bij haar binnen was, zou ze nog even wat voor mij inschenken. Toen ik het had opgedronken viel ik pardoes in slaap. Had ze er een slaappil ingedaan. Dat heeft ze later ook bekend. Het Rooie Piet in porcelijn "Tegen Blauw Wit en DWS, dat waren vroeger bijzondere wedstrijden. Maar ook tegen Feyenoord. Nog een verhaal. Ajax-Blauw Wit in het Stadion met scheidsrechter "Rooie Piet" van Deijck Mutters. Blauw Wit speelde met Smit op de middenvoorplaats en ik speelde spil. Op een gegeven moment werd ik door die Smit op de middellijn gepasseerd en had hij een vrij veld voor zich. Mutters moest toen hard meelopen en verloor z'n fluitje. Die heb ik toen maar opgepakt en de wedstrijd afgefloten, ha, ha, ha. Je had die Smit moeten horen. Woedend was ie en ik kreeg alleen maar een waarschuwing. Ik ben altijd vrolijk, ondanks alle ellende die ik heb gehad. Want ik heb wat makkes gehad en in ziekenhuizen gelegen... in zijn gloriejaren als Ajacied. maar zijn baas vond het niet goed en toen heb ik dat van hem overgenomen. Samen ook met Jan van Dijk en Japie Hordijk, tjonge, wat komen die namen er vandaag allemaal makkelijk uit, zeg, ik hoef er niet eens over na te denken. Ik ben toevallig een beetje in vorm vandaag. En dan gaan we straks nog even naar boven, want daar ligt een troep van jewelste... moet ik allemaal nog uitzoeken." "Ik zat vroeger in de handel. Ik heb stad en land afgereisd en stinkend veel geld verdiend. In porcelein. Alles wat maar Ajax-uitstraling "Ja, het Ajax van vandaag is schitterend. Ze kiezen het beste van het beste. Tonnie Pronk, geweldig. Ze krijgen wel een beetje kapsones maar dat kunnen we wel hebben. Nee, vroeger was dat niet zo. We gingen altijd heel vriendelijk met elkaar om. Daar had Jack Reynolds wel veel invloed op, hoor. De uitstraling hadden we wèl, want we waren toch echt de besten. Ajax was een naam! Overal in Europa. Vandaar al die buitenlandse reizen en al die wedstrijden. Ik heb er zogenaamd officieel 149 opzitten. Het zijn er meer geweest. Maar die werden niet genoteerd." "Ik ga naar iedere thuiswedstrijd. Jan Potharst haalt mij op, ik ga niet met m'n eigen wagen. Zelf rij ik nog wel. Ik doe alles nog zelf, boodschappen, alles. Iedereen kent me hier als Rooie Piet. Kijk, jij zegt Piet, maar hier in de Rijnstraat kent AJAX MAGAZINE APRIL 1995 75

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 75