Zo ben ik bij Ajax gekomen, dat was in
1925, en nu mag je verder vragen!"
"Ik begon in het derde elftal, ik heb ook
nog een keer in het vijfde gespeeld. Maakte
ik gelijk acht goals. Ik woonde inmiddels in
de Linaeusstraat in Oost bij de
spoorbomen. Och ja, het Weesperstation,
de Gooise stoomtram... nou, dat heb ik
allemaal meegemaakt, ik woonde boven de
winkel van Fongers, een rijwielhandel uit
Groningen. Tjonge, weetje... normaal ben
ik niet zo'n prater maar nu droom ik er
alles uit. Ik woonde dus twee hoog in de
Linaeusstraat. Mijn vader werkte bij de
politie-recherche, is nog een keer in
Hamburg in elkaar geslagen en van de trap
af gedonderd; en mijn moeder was iets van
secretaris in Amsterdam of zo. Ik was veel
alleen. Maar altijd voetballen, voor Ajax.
Ik schoot links en rechts. Het maakte mij
niet uit. Maar dat waren ze niet gewend.
Ook niet bij Blauw Wit. Ik heb overal
gespeeld, op iedere plek in het elftal
behalve op doel. Kampioen geworden, in
het Amsterdams Elftal gespeeld, voor de
Arol Beker bij AFC, een keer reserve bij het
Nederlands Elftal tegen Ierland. Toen had
je een middenlinie van Feyenoord met de
gebroeders Pauwe en Puck van Heel. Daar
was voor mij geen plaats. Die jongens
waren erg sterk."
Anekdotes
"Waar ik het meest aan terugdenk, zijn
onze buitenlandse reizen. Dat zijn er zoveel
geweest. En dan in die tijd, zo rond 1930.
Zwitserland, Frankrijk, Duitsland,
Oostenrijk, Joegoslavië, dat was wat...
Gingen we met de trein naar Zagreb, waren
we drie dagen onderweg. Moet je dat
tegenwoordig zien. Dat waren schitterende
reizen waar heel veel over te vertellen valt,
anekdotes. Ik was altijd een beetje de
gangmaker in de groep. Een kwajongen die
altijd de boel op stelten zette. Veel
opgetrokken met Wim Volkers, echt een
fijne goser en gabber, maar met de anderen
ook, hoor, Anderiesen, Schubert,
Blomvliet, Van Reenen, Diepenbeek en ga
maar door. Ik heb nooit met mensen
problemen gehad. Altijd vrolijk. En Wim
Een foto uit de hele oude doos: Piet van Deijck is
nog Pietje (eerste van links op de middelste rij)
wanneer hij met het aspirantenelftal van Blauw
Wit poseert voor de fotograaf.
was wel in voor een geintje. Zo waren we
eens in Joegoslavië. Ons hotel stond naast
een vrouwengevangenis, moet je nagaan.
Nou, dat was bij ons dus al gelijk gejubel.
Op een gegeven moment gingen Wim en
ik een stukje wandelen om voor de
wedstrijd van de volgende dag fit te zijn.
Zagen we onderweg twee militairen in een
meer zwemmen. Hun kleren lagen aan de
kant. Je begrijpt het al. Heb ik die kleren
aangetrokken, die pasten mij precies. Je
had die gezichten van de militairen moeten
zien."
"We stonden een keer op een tram in
Antwerpen, tramstellen met twee wagons.
Wij stonden op het balkon van de tweede
wagen en ik kon het niet laten die ijzeren
pen er uit te trekken, zodat de tweede
wagon werd losgekoppeld. Alleen, die
draden hielden het natuurlijk niet. Ja,
AJAX MAGAZINE APRIL1995