Piet van Deijck over toei Hij is van 1906, hoopt in augustus 89 jaar te worden en hij is de oudste eerste elftalspeler in de club. In 1925 kwam Piet van Deijck via Blauw Wit bij Ajax terecht. Hij scoorde in zijn proefwedstrijd elf doelpunten, speelde 149 officiële wedstrijden en bouwde vanaf 1935 langzaam af, om zich vervolgens verdienstelijk te maken als voorzitter van de elftallencommissie. Interview door Tijn Middendorp Piet van Deijck, "Rooie Piet", is, hoewel slecht ter been, bij iedere thuiswedstrijd van Ajax aanwezig. Na afloop drinkt hij zijn borreltje op zijn vaste plek in de bestuurskamer. Van Deijck wilde al veel eerder vertellen over "zijn" tijd als voetballer. En dan vooral over de buitenlandse reizen. Dat reizen ging toen even anders dan tegenwoordig. Zoals alles heel anders was dan tegenwoordig. Piet kijkt er met verbazing naar. "Een krankzinnige wereld," stelt hij vast en neemt vervolgens in zijn woning in de Amsterdamse Hunzerugstraat plaats op zijn praatstoel. "Goh, jongen... ik heb je geprobeerd te bellen want ik wilde de afspraak eigenlijk afzeggen. Ik heb zo'n probleem met m'n nek draaien. Dat doet zo'n pijn en nu is gisteren die dokter geweest en die heeft me wel vijf maal opgetild en weer laten vallen om het allemaal een beetje los te krijgen. Ik had het niet meer, gisterenavond. Ik kon je niet bereiken maar nu je er bent ben ik toch wel blij dat het doorgaat want anders komt er nooit wat van, nee je hoeft niet weg. Het lijkt wel alsof er duizend spelden in m'n nek prikken, tjonge... maar goed, laten we beginnen. Ik heb weinig voor je kunnen uitzoeken want alles ligt boven op zolder, daar ligt een enorme troep over alles van Ajax, daar gaan we straks wel even kijken." "Ik heb m'n jeugd doorgebracht in de Dusartstraat, bij de Ceintuurbaan in Amsterdam, op nummer 61, boven bakkerij Seres. Daar had je de Rooie ploeg en de Groene ploeg. Die voetbalden altijd tegen elkaar. De Groenen waren hoofdzakelijk jongens van Blauw Wit en de Rooien hadden meestal geen club. Mijn vader maakte een bal van papier, zo'n grote prop met touwtjes, daar voetbalden we mee. Altijd, in weer en wind, ook als het met bakken uit de hemel kwam. We voetbalden altijd in de Dusartstraat. Ik zat op de Jan van der Heydenschool en als we uit school kwamen gingen we voetballen. De verliezers moesten de winnaars betalen. Dan gingen we naar het snoepwinkeltje in de Rustenburgerstraat. Daar stond een grote tafel met allemaal bordjes snoep, kostte een cent hoor. Of een broodje halen bij bakkerij Seres.... dat koste twee en een halve cent..." Elf goals "Bij de Groenen speelde Gerritsen, de spil van Blauw Wit. Die had wel in de gaten dat ik aardig kon voetballen, en die dacht: die moet ik hebben. Hij zorgde er voor dat ik naar Blauw Wit kon. Nou, in Blauw Wit werd ik al gauw opgemerkt door mensen van Ajax. Jan Schoevaart, de oom van Wim, werd toen getipt door die Gerritsen. Ik werd uitgenodigd om een proefwedstrijd te spelen aan de Kruislaan, in dat houten stadion. En wat wilde het nou, ik was altijd een razende middenvoor en toen maakte ik in die proefwedstrijd elf doelpunten. Dat kon ook niet anders want er liepen van die sukkels rond nou... Die Rooie maakte elf goals. AJAX MAGAZINE APRIL 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 72