Ajax Vier Aan de zijlijn door Klaas Vos wonderschoon doelpunt met rechts zag maken ("met je houten poot", schaterden al zijn makkers en het meegekomen publiek, waaronder de altijd aanwezige Bob en Tilly Haarms (zoon Ruud speelt er ook in)). En dan heb je Jopie Leeuwendaal, de vaak meespelende elftalleider. De secretaris van de Supportersvereniging Jan Buskermolen "verdenk" ik er van toch nog liever speler te zijn dan toeschouwer. En David Endt, die als perschef zo vaak opstellingen moet tikken, staat nog liever denk ik iedere week weer zelf opgesteld. En dan is daar natuurlijk Dick Schoenaker, die centraal op het middenveld z'n medespelers zo stuurt en stuwt alsof hij nog in 't eerste speelt. En eigenlijk is dat ook zo. Dat wil zeggen, er is geen verschil tussen de hoofdmacht en dit Ajax Vier. Sterker nog: ik schreef dat dit elftal de sluitpost is van de club, maar wellicht is dit elftal het hart van Ajax. Allemaal echte clubmensen, met een vuurrood en helwit kloppend Ajax-hart. Die geen teambuilding nodig hebben, omdat ze een team zijn. Tik, tik, tik. Een prachtige begintune van een optreden dat altijd een belevenis is. Ik moet gauw weer eens achter die muziek aan, over het tegelpad, de twee sloten en het fietspad. Tik, tik, tik. De heldere klank van noppen op het tegelpad. Mooi geluid. De aankondigingstune van het optreden zelf. Een tune die in dit geval lang duurt, want deze jongens moeten eerst tussen twee velden door, over dat tegelpad. Tik, tik, tik. Dan een sloot over, een rijwielpad doorkruisen, weer over een sloot en dan zijn zij op hun "podium". Deze jongens, mannen eigenlijk, mannen van middelbare leeftijd, sommigen jonger, sommigen ouder. Grijs haar is niet zeldzaam; corpulentie wel. Dit is het vierde elftal van de zaterdagafdeling. Dit elftal is het sluitstuk, de "onderkant" van onze vereniging. Maar dit elftal is helemaal Ajax, net zo veel, zo niet meer dan de hoofdmacht, het eerste elftal van de zondagafdeling, van wie je de aankondigingstune nooit hoort, omdat die diep onderin de catacomben "gespeeld" wordt. Ajax Vier is even fanatiekzo niet fanatieker. Ajax Vier wil ook altijd op de helft van de tegenstander spelen en speelt dat ook voor zover de conditie dat toelaat. En bij Ajax Vier zie je ook mooie staaltjes voetbal, prachtige doelpunten, tactisch inzicht, vleugelspel en een inschuivende libero. Aan alles is nog te zien dat de jongens van Ajax Vier redelijk hoog hebben gespeeld bij onze club. Daar heb je Tinus van Teunenbroek, de grote bonkige keeper die met leeuwenmoed en verrassend katachtig z'n doel verdedigt (net Piet Schrijvers!) en linkerverdediger Jopie de Vries, dichter bij de zestig dan bij de veertig, die breedlachend zijn tegenstander uitspeelt. Daar heb je de pure linkspoot Dennis Heyt die ik eens een AJAX MAGAZINE APRIL 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 55