50e keer Bordjesclub Clubnieuws Op 17 maart jongstleden kwam de Bordjesclub voor de vijftigste keer bijeen, leder jaar, zo rond de verjaardag van Ajax, 18 maart, wordt deze traditie in stand gehouden. Foto: Louis v.d. Vuurst De "Oude Garde", de oer-Ajacieden met een lange staat van dienst, minimaal 25 jaar, hebben dan kennelijk iets te vieren. Maar wat eigenlijk? De verjaardag van Ajax? Misschien. Geboren in 1900 komt de heer al aardig op leeftijd, dit jaar 95 en de 100 nadert met rasse schreden. Maar hij heeft zich eigenlijk nog nooit zo jong gevoeld als vandaag. Is er nog iets anders? Waarom komt het grootste deel van de thans 106 leden bijeen? Om één keer per jaar onder elkaar te zijn? Dat zou kunnen. Een keer per jaar verenigd, in een grote mate van saamhorigheid. Op die momenten het gevoel voor je club speciaal laten spreken en beleven. De Bordjesclub is er ook om de Ajacieden van weleer bij elkaar te houden. Eigenlijk zal iedereen zo z'n eigen uitleg hebben, zoals dat ook het geval is met het Ajax- gevoel. Ga dat maar eens uitleggen. Misschien is de Bordjesclub wel het Ajax- gevoel. "De club miste iets", schreef Frits de Bruyn in het Gouden Boek eind jaren 50. Zolang men kon voetballen was er niets aan de hand. "Maar toen dan de dag gekomen was, dat het oude, vertrouwde Ajax-shirt voor het laatst van onze schouders gleed, onze bemodderde hand voor de laatste maal de vette Meerse klei van onze voetbalschoenen streek en de deur van Jack Reynolds' heiligdom met een doffe dreun achter ons dicht smakte, ja toen knapte er iets." En daar moest toen iets aan gedaan worden. Althans dat vonden een aantal Ajacieden in april 1946. Het was niet zo, dat er tot dan toe helemaal niets werd gedaan voor mensen met een langdurige staat van dienst want voorzitter Marius Koolhaas deelde al op 3 december 1937 voor de eerste keer een bordje uit aan 62 werkende leden met 25 jaar trouwe dienst. Ons oudste lid in de vereniging, Frits Höhle, was daar al bij. In die tijd ging iedereen na zijn voetbaltijd zijn eigen weg. En dat kon eigenlijk niet voor een club als Ajax "waar kerels verbleven die van gezelligheid en een lolletje hielden, echte jongens van de gestampte pot." Het waren in die tijd welgeteld honderdvijfentwintig man met een lange staat van dienst, die hadden bijgedragen Ajax naar de hoogste top te voeren. "En des Zondags", schrijft Frits de Bruyn verder, "na afloop van de 'big fight' van het eerste elftal, als het in ons bovenrestaurant barstens vol is, weet je binnen enkele seconden heel zeker, dat de lui die daar staan samengedrongen, per sé niet zijn gekomen om een uurtje te mediteren". Het zou anno 1995 geschreven kunnen zijn maar eerst moest de Bordjesclub het levenslicht zien. Sparta had toen al haar rood-witte-mannetjes diner en Xerxes haar jaarlijkse bijeenkomst der Mohinikanen dus moest Ajax ook iets.... zijn Bordjesclub, in gang gezet in april '46 door Tjerk de Munnik, Jan de Boer en Frits de Bruyn, en voor het eerst bijeen gekomen op 27 juli 1946 in het Minerva Paviljoen. In de uitnodiging stond uitdrukkelijk vermeld dat men in ieder geval op tijd aanwezig diende te zijn, dat iedereen een uitstekend humeur mee moest nemen en men werd verzocht geen kilometerslange redevoeringen te houden. Ruim zestig mensen gaven aan de oproep gehoor. Na de volgende bijeenkomst te hebben AJAX MAGAZINE APRIL 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 39