dan goed gedaan. Het tweede bedrijf van de competitie overtreft Finidi zichzelf voortdurend. Zijn conditionele vermogen lijkt onuitputtelijk, de versnelling explosie ver, de voorzet zuiverder, het inzicht helderder en zijn spel gracieuzer dan ooit. De belofte is uitgegroeid tot een vedette, een steunpi laar. Al is hij zelf de eerste om het gestaag aanwakkerende enthousiasme in te dammen. "Het gaat dit seizoen niet slecht", lispelt Finidi droogjes. "Ik vind het heel moeilijk om mezelf te beoordelen. Veel mensen vinden het nodig om constant uitblinkers aan te wijzen. Terwijl het een teamsport is, we doen het met z'n allen. Zonder mijn medespelers zou het me nooit lukken om in positieve zin op te vallen. En bij Ajax springen er iedere keer weer andere spelers bovenuit. Dat is ook onze kracht. Onze hele selectie bestaat uit spelers die ver boven het gemiddelde zitten." De Litmanen-relatie Een half uur na deze constatering, tijdens zomaar een middagtraining, bewijst Finidi eens te meer, al zal hij dat zelf nooit toegeven, zelf nog een niveau boven het Ajax-gemiddelde te staan. Het klassieke rondootje blijkt de begenadigde technicus inmiddels tot in de finesses te beheersen. Als enige van zijn groepje blijft Finidi een minuutje jagen op de bal bespaard. In het daaropvolgende partijtje showt hij zijn rijke scala aan passeerbewegingen. Finidi kapt, draait, strijdt, dartelt en swingt, de ongeveer tweehonderd toeschouwers genieten. En altijd is er die op maat gesneden, licht krommende voorzet als klinkend slotaccoord. Ook na de training. Terwijl hun ploeggenoten richting kleedkamer sjokken, harken Jari Litmanen en Finidi een twintigtal ballen bij elkaar voor een Fins-Nigeriaans duetje. Finidi versnelt en geeft voor, Litmanen verzorgt de afronding. Zoals ze dat in officiële wedstrijden al vele malen succesvol deden. "Dat klikt vanaf het begin af aan, ja", zegt Finidi, als hij na de training aanschuift voor de tweede ronde van het gesprek. "Dat is één van de leukste dingen aan het voetballen bij Ajax, het feit dat alle spelers positioneel heel sterk zijn. Iedereen weet waar hij in bepaalde situaties moet gaan staan. Daardoor heb je meestal verschillende afspeelmogelijkheden. En als ik zelf een actie maak en een voorzet geef, ja, dan staat er vaak een speler op de goeie plek om het af te ronden. Vorig jaar was dat meestal Jari, maar dit seizoen speelt hij wat meer teruggetrokken, waardoor hij minder in scoringspositie komt. Maakt niet uit, Patrick Kluivert en anders Ronald de Boer maken mijn voorzetten net zo goed af." De positie van Finidi, rechts op de vleugel, lijkt onaantastbaar geworden. Het rugnummer zeven is op zijn rug gebrand, alleen in gevallen van hoge blessurenood doet de aanvaller een stapje terug, naar de rechterkant van het middenveld. Zoals in het competitietreffen met Feyenoord, misschien wel zijn beste wedstrijd in Ajax- dienst. "Dat liep lekker, ja", beaamt Finidi zowaar. "Op het middenveld ben je meer bij het spel betrokken en heb je in principe een groter speelveld. Toch liggen mijn ambities daar niet. Ik vind mezelf een pure aanvaller, dat ben ik mijn hele leven al. Ajax is één van de weinige clubs in Europa die met twee vaste buitenspelers voetballen, hier kom ik het best tot mijn recht. Dat wil niet zeggen dat ik hier eeuwig zal blijven voetballen, maar JSXÏSSÊS9SBSÊKBKBSK voorlopig zit ik hier goed." Zijn contract loopt tot medio '97. Veel verder durft Finidi nog niet te kijken. Al doet zijn horloge het ergste vermoeden. Het klokje van Finidi wordt opgesierd door het clubembleem van AC Milan. Een voorbode? Hij schiet in de schaterlach. "Daar moet je verder niks achter zoeken, dat kreeg ik als presentje van iemand van de club toen we daar voor de Champions League hadden gespeeld. Als kind was ik altijd al gek van Milan, in Nigeria vertoonden ze altijd veel wedstrijdbeelden van ze op de televisie. Die twee wedstrijden tegen Milan beschouw ik dan ook als een hoogtepunt van de afgelopen tijd. Maar wat heb ik daar te zoeken als we twee keer soepel van ze winnen? Ik voel me bij Ajax beter dan ooit, er is op dit moment geen enkele reden te bedenken om te vertrekken. Het belangrijkste is, dat ik me persoonlijk ook goed voel, waardoor ik op het veld alles van mezelf kan geven. YeahI feel free now". AJAX MAGAZINE APRIL 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 36