schuchtere Afrikaan die eerste maanden
door het spelershome van zijn nieuwe club.
De contacten met zijn medespelers bleven
vooral beperkt tot de op zijn gezicht
gebeitelde warme glimlach. Van Sharks
Calabar naar Ajax, ja, dat was op basis van
zijn onmiskenbare voetbalcapaciteiten nog
prima te behappen. Maar van Port
Harcourt naar Amsterdam, dat was andere
koek. De vreemde taal wierp de hoogste
barrière tussen Finidi en zijn nieuwe
collega's op.
"Dat is toch de basis als je ergens moet
acclimatiseren", weet hij inmiddels uit
eigen ervaring. "Daarnaast heb je te maken
met een gigantisch cultuurverschil, maar
dat vervaagt vanzelf als je de taal leert
spreken en daardoor de mensen leert
kennen. Dat is belangrijk, ik wist absoluut
niet hoe iedereen in elkaar zat. Daarom
heb ik de eerste periode vooral
geobserveerd, de kat uit de boom gekeken.
Ik ben geen type dat in een nieuwe
omgeving komt binnenstormen en binnen
de kortste keren alle aandacht op zich heeft
gevestigd. Ik bekijk eerst alles rustig
voordat ik contact ga maken. Uiteraard
werd er in het begin af en toe Engels tegen
me gesproken, maar de alledaagse
gesprekken in het spelershome en in de
kleedkamer kon ik niet volgen. Dan voel je
je heel lullig, je denkt vaak dat er over je
wordt gepraat, terwijl dat helemaal niet het
geval blijkt te zijn. Door die taalbarrière
voelde ik me in het begin een beetje een
buitenstaander en was ik nogal verlegen.
Ondanks alle goede bedoelingen van
medespelers en trainers om me overal bij
te betrekken. Bij Kanu herkende ik
hetzelfde probleem, toen hij hier net was.
Hij had dan nog de mazzel dat hij zich een
beetje aan mij kon vastklampen, maar ook
hij had het moeilijk toen-ie in z'n eentje op
een hotelkamer zat. Dan dwalen je
gedachten al gauw af naar je vrienden en
familie in Nigeria. Gelukkig versta ik de
taal inmiddels redelijk, ik kan alle
gesprekken aardig volgen. Het zelf spreken
is een ander verhaal, daar heb ik nog steeds
moeite mee. Daarom doe ik interviews nog
steeds in het Engels. Als ik alles in het
Nederlands zou willen zeggen zouden we
hier overmorgen nog zitten, vrees ik."
Steun in de rug
De dagen waren lang, die eerste maanden
in Amsterdam. Overdag ging het wel, dan
was Finidi in zijn element. Op het veld,
met de bal als vriend en de training als
uitlaatklep. Maar 's avonds wachtte de kilte
van zijn eenzame hotelkamer. Finidi: "Het
kostte een hoop moeite om mijn
levensgezellin naar Nederland over te
halen, het duurde heel lang voordat ze
eindelijk een visum kreeg. De Nigeriaanse
autoriteiten zijn bang dat een heleboel
mensen het land verlaten zonder dat ze
ooit nog terugkomen. Daardoor heb ik een
behoorlijke tijd alleen in Nederland
gezeten, dat maakte het er allemaal niet
makkelijker op. Gelukkig woonde er een
oude vriend uit Nigeria in Amsterdam,
daar trok ik veel mee op en af en toe werd
ik door een medespeler uitgenodigd om
een hapje te komen eten. En de trainer
toonde begrip voor mijn situatie. Hij gaf
me toestemming om een paar dagen terug
te gaan naar Nigeria, op een moment dat ik
veel last had van heimwee. Dat zal ik nooit
vergeten, een beter bewijs van de
menselijke kant van onze trainer kan ik
AJAX MAGAZINE APRIL1995
31