concentratie neemt af en het gevolg is een
wat slordiger spel. Overigens pakken de
nieuwe spelers het volgens Lefeber goed
op. In het begin hebben ze het altijd
moeilijk. Logisch, want het vorige seizoen
speelden ze, in de E-junioren bij een
andere vereniging, nog zeven tegen zeven
op een half veld. Als kersverse Ajacieden
hebben ze dan een grote achterstand op
hun kameraden die al langer op Voorland
actief zijn. Bij het zeven tegen zeven-spel
wordt over het algemeen zonder opstelling
gespeeld. Lekker met z'n allen op een
kluitje pielen en zorgen dat je zo veel
mogelijk bij de bal in de buurt bent. Als je
van die vrijheid van een half veld moet
overschakelen naar de orde die twee keer
zo groot is, levert dat natuurlijk
aanpassingsproblemen op. De voetballers
moeten wennen aan het spelen vanuit een
positie. Lefeber heeft dit seizoen opnieuw
spelers in een blinde paniek zien raken,
wanneer ze van linksback even werden
doorgeschoven naar de linkshalfplaats.
Plotseling waren ze zo verdwaald als
Eskimo's in Tanzania en zo zag dat er dan
ook uit. Maar Lefeber ziet het beter gaan.
De kerstrapporten waren niet voor iedere
speler om trots mee naar opa of oma te
stappen. Voor de jongens zelf was het
nooit een verrassing. Jan Olde Riekerink
heeft namelijk de gewoonte om iedere
speler direct na de wedstrijd te vertellen
wat er goed ging en wat er verkeerd ging.
D 1-junioren
Bij de Dl hadden alle spelers een fijne
kerst. Dat wil zeggen, waar het Ajax betrof.
De beoordelingen halverwege het seizoen
waren over het algemeen positief. De Dl
speelt in de hoogste C-junioren-
competitie. De verwachting was, dat het
heel moeilijk zou worden. Maar de vierde
plaats die de ploeg bij de winterstop innam
in de 702-klasse mag er zijn. Op papier
betekent het dat er niet meer dan drie
clubs sterker waren. In werkelijkheid was
er eigenlijk maar één club echt beter. In de
uitwedstrijd tegen Zeeburgia Cl werd het
maar liefst 8-1 voor Zeeburgia. Dat was
natuurlijk een uiterst pijnlijke
competitiedag: zondag 23 oktober. De
verslagenheid was groot. Leider Frits
Andriese meent dat die uitslag volkomen
terecht was. Bij hem en bij trainer Jan Olde
Riekerink brak desondanks geen paniek
uit,
Het geldige excuus is, dat er twee jaar
leeftijdsverschil zat tussen de jongens van
Zeeburgia en die van Ajax. Die van
Zeeburgia zijn 14, die van Ajax 12. In die
twee jaar ontwikkelt het gemiddelde
jongenslijf zich uitermate snel. De
Zeeburgianen waren in sommige gevallen
wel twee koppen groter! Bij ieder
sprintduel hadden de Ajacieden twintig
stappen nodig voor iedere tien van een
Zeeburgiaan. In de diepte gespeelde ballen
hebben dan geen zin, en iedere geslaagde
passeerbeweging is uiteindelijk tot de
ondergang gedoemd, omdat de verdediger
hem toch wel weer kon bijbenen. Bij
Zeeburgia speelden bovendien zeven
jongens mee, die van Ajax afkomstig zijn.
Die konden dus ook nog eens behoorlijk
goed voetballen. Excuses of niet, het
Zeeburgia-publiek genoot met volle teugen
en de breeduit lachende ouders waren
geenszins van plan zich welke nuancering
te laten aanleunen. En toen moesten Olde
Riekerink en Andriese nog terug naar
Voorland. "Hoe vertel ik het mijn familie?"
moeten ze gedacht hebben. Maar hoewel ze
niet met een erehaag werden ontvangen
was het begrip groot. Die vierde plaats is
uitermate knap en er is derhalve geen
reden tot ongerustheid. Maar het zou, zo
oordeelt Andriese, geen overdadige luxe
zijn als zich in de Dl iets meer
persoonlijkheden zouden manifesteren.
"Het zijn allemaal heel lieve jongens," zegt
hij, en er klinkt enig afgrijzen door in zijn
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995
stem. Volgens hem zou alle
voorkomendheid wel wat minder kunnen,
iets van de beleefdheid mag best worden
afgeschud. Er is een ernstig gebrek aan
Amsterdamse lefgozertjes aan het ontstaan
op Voorland. Het zou wellicht een groter
belang kunnen worden toebedeeld bij de
scouting. Want lefgozertjes kan je niet
maken, hoewel de pogingen onverminderd
doorgaan de Dl-spelers iets assertiever te
krijgen.
C 2-junioren
Net als Frits Andriese bij de D 1-junioren
verbaast ook Wim Stuut, de leider van de
C2, zich af en toe over het voorbeeldige
gedrag van zijn spelers. De C2 geldt als een
zeer rustige groep, met een groot ontzag
voor de begeleiding. De discipline wordt
hier en daar overdreven. Het rare is dat
dezelfde spelers die op Voorland nooit een
onvertogen woord laten ontsnappen, op
school wel de nodige praatjes schijnen te
hebben. De middelbare school-docenten
zijn stinkend jaloers op de Ajax-trainers.
Vertwijfeld vragen zij zich af wat er aan
hun eigen aanpak ontbreekt. Het antwoord
is simpel: de bal. Het geeft ook aan hoe de
jonge Ajacieden hun eigen prioriteiten
hebben gedefinieerd. In de Ajax-opleiding
wordt elke speler, bijna tot vervelens toe,
op het hart gedrukt dat de schoolopleiding
minstens zo belangrijk is als de
voetbalopleiding die ze bij Ajax krijgen. De
jongens begrijpen de argumenten zonder
mankeren, maar geloven toch liever in hun
droom ooit tussen die vier lichtmasten te
spelen. Voorlopig is het echter Voorland.
Maar dat kan soms ook al heel mooi zijn.
Zoals bij de topper tegen Abcoude.
In een wedstrijd die ook in 9-6 had kunnen
eindigen werd het uiteindelijk 5-2 voor
Ajax. De blijdschap werd zo groot dat het
team zich toen de 4-2 viel, te buiten ging
aan de "Roda Rups", een uitvinding die
enige weken daarvoor bij het programma
Die Twee/Nieuwe Koeien was
geïntroduceerd. Alle spelers kropen op
eikaars rug en liepen op hun handen
vooruit. Alleen de keeper was er net te laat
bij. Het publiek genoot met volle teugen.
Maar na Abcoude viel er minder te
juichen. RKAVIC haalde een punt weg op
Voorland (1-1) terwijl er in de uitwedstrijd
nog met 4-0 was gewonnen. En daarna
95