Lieverds, lieverdjes en lefgozers Jeugdoverzicht door Raymond Bouwman foto's Louis van de Vuurst In het Ajax Magazine 4 schitterde de jeugd -buiten haar schuld door afwezigheid. De achterstand wordt in dit Magazine hersteld. Aandacht voor het wel en wee van de jonge voetbalmannen, volgens het Ajax-alfabet: van E tot A. Inderdaad, een alfabet dat bij de E begint. De jongste junioren van Ajax dragen die letter én het rood-witte shirt met ere, zoals blijkt uit het onderstaande verslag van Raymond Bouwman. E 2-junioren Bij de E 2 begint het steeds beter te draaien. Aan het begin van dit seizoen moest iedereen nog erg aan al het nieuwe wennen. In de wedstrijden ontbrak het wel eens aan fysieke kracht. Op de training werd wel aan dat fysieke aspect gewerkt, maar de verwachting is dat er pas in de tweede helft van dit seizoen te zien zal zijn dat de kracht in die hele kleine beentjes inderdaad is toegenomen. De discipline zat er wel snel in, maar met het invoeren van de pure speldiscipline lukte het trainer Patrick Ladru minder makkelijk. Veel spelers hadden er moeite mee plaatsgebonden te spelen. In feite kan men ook niet van zulke jonge voetballers verwachten dat ze de diepere betekenis van het knijpen, doorschuiven, terugschakelen of het zonebezetten kunnen doorgronden. Niettemin hoopt Ladru zijn jongens zover te krijgen, dat ze enigszins gegroepeerd en georganiseerd voetballen. Samen met het surplus aan technische vaardigheid, is het immers dat waar de jongste Ajacieden het van moeten hebben. De tegenstanders zijn stuk voor stuk in het bezit van meer kilo's en meer centimeters. Voor de wedstrijden van de E2 kan het in de kleedkamer nog wel eens een opgewekte boel zijn. Maar als dan de rood-witte equipe zich vrolijk de najaarsmist of winterkou inwaagt, vol goede zin om te sprankelen, zakt de goede moed soms met een doffe dreun in de eerste echte voetbalschoenen als de tegenstanders in het zicht geraken. "Moeten we daartegen?" vraagt menige beteuterde Ajacied, wijzend naar de 'volwassen' kerels van tien jaar oud, die zich op de andere helft van het speelveld aan het inlopen zijn. Meestal gaat het wat beter als de eerste bal van de warming-up wordt ingespeeld en het huiswerk van die week zich toont in de gedaante van een balgoochelact zo ingewikkeld, dat men zich er bij Circus Knie nog nooit aan heeft durven wagen. De tengere beentjes scharnieren zonder gewrichten, zo lijkt het. En die kerels van tien aan de overkant zien op hun beurt dat met lede ogen aan, hoewel ze nadrukkelijk proberen niet te kijken. Het is niet gebruikelijk, en het was ook allerminst verwacht, maar de E2 heeft al een paar keer verloren. Drie keer, om precies te zijn. De intimidatie is voor een belangrijk deel debet aan de verliespunten. Meestal wordt toch net iets te lang opgekeken tegen de grotere tegenstanders. Voordat het team zich heeft gerealiseerd dat die slungels toch echt minder goed kunnen voetballen dan zijzelf, staat het vaak al 2-0 voor de tegenpartij en is het rust. Zodoende. In de tweede helften gaat het doorgaans beter en kan Ajax de zaken rechtzetten. Meestal vragen de tegenstanders zich in de tweede helft van het seizoen af of dit nou hetzelfde team is uit de eerste helft, want dan zijn de timide muisjes plotseling roofkatten geworden, met klauwen die fel kunnen uithalen. Nu, na een half seizoen, staat Ajax E2 op een tweede plaats, met drie punten achterstand 92 AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 94