Pleidooi voor een
monument
Aan de zijlijn
door Klaas Vos
Hoe dieper in de nacht en hoe minder auto's, hoe beter. Het liefst
helemaal geen verkeer. Helaas heden ten dage onmogelijk in ons
land. Laat staan in Amsterdam. Maar het liefst ben ik de enige die
er langs rijd. In het holst van een stille nacht.
Hoe dan ook: als ik rond of na het middernachtelijke uur van
ergens uit het land naar
huis rijd, word ik
gedreven om die ene weg
te nemen en niet de
gebruikelijke, meer
logische en kortere route
woningwaarts. Ik moet
dan even over de
Middenweg de stad
binnendringen. Ik moet
langs De Meer.
De radio zwijgt. Het
stadion spreekt. De rood
oplichtende letters AJAX
spreken mij toe. Verhalen
waaieren over het
geboomte naar binnen.
Beelden worden
glashelder. Ik ga vanzelf
langzaam rijden.
De goal van Cruijff tegen
Haarlem, de omhaal van
Van Basten tegen Den
Bosch, de strafschop tegen
Helmond Sport, worden juichend wakker in het bewustzijn.
Bijvoorbeeld. De schaar van Piet Keizer, de rushes van Dick
Schoenaker, de strepen van Krol, de stifts van Dennis Bergkamp,
de voorzetten van Finidi, het gegoochel van Tjeu La Ling, de
verfijnde hoogstandjes van de Mührens, de strafschoppen van
Johan Neeskens, de steekpassjes van Wouters en lonk zingen rond
in hoofd en hart. Bijvoorbeeld.
De muren van De Meer hebben oren en ogen, opname zintuigen.
De muren hebben ook een mond, zintuig van de weergave. Met
een variant op de dichtregel van Guido Gezelle: "Mij spreekt De
Meer een tale". De tale van veel triomf en van -gelukkig veel
minder- verdriet en nederlaag. Tot in alle hoeken, tot in elke steen,
iedere porie heeft zich de roemrijke geschiedenis van ons Ajax
genesteld.
Op 21 april 1934 slaat de toenmalige voorzitter Koolhaas de eerste
paal de grond in. Op 9 december van dat jaar wordt De Meer
geopend. In 1965 wordt
de zittribune tegenover de
eretribune overkapt en
heet voortaan
Reynoldstribune. In 1971
komen er lichtmasten. De
jaren zeventig zorgen
eveneens voor een nieuw
Voorland. In 1984 worden
de staantribunes overdekt,
er komen VIP-plaatsen, in
1985 skyboxen en in 1989
wordt de eretribune
omgedoopt in Jaap van
Praag-tribune.
Maar wat nu nog
onvoltooid verleden tijd
is, zal spoedig voltooid
verleden tijd zijn. Het
duurt niet echt lang meer
of de zondagse "kerkgang"
over de Middenweg
behoort voorgoed tot het
foto: Louis van de Vuurst verleden.
En ook mijn nachtelijke
gang langs de vol vuur en hartstocht brandende letters AJAX zal
voorbij zijn. Tenzij tussen de geplande nieuwbouw een monument
zal verrijzen, als een herinnering aan het monument wat De Meer
nu al is. En ik denk daarbij aan een miniatuur De Meer, gebouwd
van de huidige stenen en andere materialen, met de huidige
stoelen, rond een stuk van het huidige veld, aangekleed met
gedenkplaten met alle namen die AJAX hebben grootgemaakt.
Als dat gebeurt dan zal ik ook dan in het holst van de nacht mijn
auto over de Middenweg sturen.
Niet alleen Ajax en haar "godenzonen" van toen en nu verdienen
het, Amsterdam verdient het, sterker: heel Nederland heeft er recht
op.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995
81