Hajduk in de jaren zeventig een aantal keer
dichtbij een Europa Cup-finale. Zo verloor
de club in het seizoen 1972-1973 in de
halve finale van het bekerwinnaarstoernooi
met het kleinst mogelijke verschil van de
latere winnaar, Leeds United.
Twee jaar na dit hoogtepunt kwam Hajduk
met een vrijwel geheel nieuw team op de
proppen. Dat elftal stond onder leiding van
de ook bij Ajax zeer bekende (en door de
kenners ook zeer gewaardeerde) Tomislav
Ivic.
Net als Ajax, kende ook Hajduk een zwarte
bladzijde die het te danken had aan een
overfanatieke aanhang. In 1987, in de
tweede ronde van de Europa Cup voor
Bekerwinnaars, bestookte het publiek het
bezoekende Olympique Marseille met
vuurwerk. De politie reageerde met het
spuiten van traangas in de richting van de
relschoppers, maar het effect daarvan
werkte eerder tegen- dan voor het herstel
van de rust. In het windstille stadion
bleven de traangas-dampen hangen en was
verder voetballen onmogelijk. De "fans"
zorgden er voor dat Hajduk een schorsing
van de UEFA kreeg...
Hajduk - Ajax
Voor de dubbelslag van vorig seizoen,
kwamen Ajax en Hajduk Split elkaar
slechts in vriendschappelijke wedstrijden
tegen. Dat gebeurde voor het eerst op 9
april 1974. Ajax had de eer de opening van
het gloednieuwe Poljud-stadion op te
luisteren. Tomislav Ivic gaf zijn
visitekaartje af, dat later door Ajax goed
bewaard bleek. Hajduk liet weinig heel van
Ajax. De 3-0 zege van de Kroaten had nog
veel hoger uit kunnen vallen. In 1977
nodigde Hajduk Ajax opnieuw uit, nu om
deel te nemen aan het Marjan-toernooi in
Split. Nadat Ajax in de eerste wedstrijd
kansloos ten onder was gegaan tegen
Dinamo Zagreb (4-0), verloor het ook van
Hajduk (1-0).
Ook de derde keer dat Ajax en Hajduk
vriendschappelijk tegen elkaar speelden,
was er geen winst voor de Amsterdammers
weggelegd. In januari van 1979 reisde Ajax
weer naar Split, waar het met 4-2 verloor.
Dit weinig hoopgevende verleden speelde
echter geen rol van betekenis toen vóór
aanvang van het seizoen 1993-1994 het lot
Ajax en Hajduk aanwees als tegenstanders
in het Bekerwinnaarstoernooi.
Ajax had twee jaar eerder de UEFA Cup
gewonnen, en was in de volgende jaargang
vrij onfortuinlijk in de kwartfinale
onderuit gegaan. En Hajduk? Daar was niet
zo erg veel van bekend. Een van de redenen
voor die onwetendheid was de onstabiele
situatie in het voormalige Joegoslavië. Veel
voetballers hadden de wijk genomen naar
het buitenland.
De politieke onrust zorgde ervoor dat de
reactie op de loting zich met name op de
dreigende oorlog richtte, en minder op
voetbalzaken. Inderdaad zou het
oorlogsgeweld een behoorlijke invloed
uitoefenen op de eerste wedstrijd, die in
Split zou moeten worden gespeeld.
Al snel neemt de UEFA de beslissing dat
het duel niet in het gevaarlijk geachte Split
mag worden gespeeld. Zagreb is het
alternatief voor Hajduk. Die stad ligt
buiten de gevarenzone en daar kan de
veiligheid van spelers, officials en
supporters worden gewaarborgd.
Tenminste, zo lijkt het aanvankelijk.
Wanneer er op de zaterdag vóór de
wedstrijd in de buurt van Zagreb echter
granaten inslaan, is het begrip "veiligheid"
wankel geworden. Er vindt naarstig overleg
plaats tussen de twee clubbesturen en
UEFA. De spelersgroep van Ajax is er
absoluut niet gerust op. Natuurlijk wil men
voetballen, maar niemand voelt ervoor om
-onnodig- risico's te nemen. Niet naar
Zagreb, is de tendens. Dan maar geen
Europa Cup-voetbal. De Europese
voetbalbond is ook gevoelig voor de
argumentatie. Bovendien kan het zich, als
De selectie van Hajduk Split in het seizoen 1993-
1994.
organiserende partij, niet veroorloven dat
er levens in gevaar komen. Twee dagen
voor Hajduk - Ajax in Zagreb zou moeten
worden gespeeld, valt de beslissing: Hajduk
- Ajax wordt verplaatst naar Ljubljana, in
Slovenië. Slovenië? Is het daar dan wel
veilig. Nog steeds sluimert er onzekerheid,
maar de autoriteiten bezweren dat er zelfs
van dreiging van oorlog geen sprake is in
dit van Joegoslavië afgescheide land. De
wedstrijd wordt verplaatst naar
vrijdagavond 17 september.
De luttele supporters die zijn meegereisd
naar Ljubljana, merken inderdaad dat er in
Slovenië, en zeker niet in Ljubljana, iets
van een noodtoestand, of zelfs maar
dreiging is. Het stadsbeeld is levendig en
rijk en dat ruimt het laatste restje argwaan
op. Het is duidelijk dat er in deze
omgeving zonder gevaar kan worden
gevoetbald.
Het stadion van Ljubljana geeft een
romantische aanblik. Dat komt door de
geringe afmetingen en door de bevallige
hoofdtribune, die zich achter het oostelijke
doel bevindt. Drie fraaie hoge klassieke
zuilen torsen het dak, waaronder de
besturen zich in een theater, in plaats van
in een stadion, wanen.
Vanaf het eerste fluitsignaal van de
Italiaanse arbiter Fabio Baldas, is de
rolverdeling duidelijk. Ajax krijgt de
favorietenrol en daarmee de "plicht" tot
initiatief toebedeeld. Hajduk speelt
terughoudend, maar attent.
Ajax is een paar keer gevaarlijk. Mare
Overmars loopt zijn bewaker Vladislavic er
I McCAN^TÉRJCKSON
I InteriwM AfMcy I Medwnwoda# propafandiu spüdi»
IMPORT - tXPGSf
«APWII6ÊNTAN21
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995