Numero Quattr
Wim Jonk
"Van Gaal liet mij voetballen zoals ik ben"
Oude Liefde
door Youri de Vos
foto's Louis van de Vuurst
De Serie A als paradijs is niet meer, zeker niet
voor Wim Jonk. In onderstaand interview blikt
de ranke Volendammer soms nostalgisch terug
op Gerrie Mühren, op Louis van Gaal en op
Nummer Vier. "Hoe kan dat nou? Waarom
begrijpen die anderen mij nou niet?".
Wim Jonk voetbalt alsof hij ademt. Hij ziet
rond en doet. De synthese van geest en
lichaam is soms verbluffend. Geen
voetballer die zo snel ziet als deze ranke
Volendammer. Soms twee, drie zetten
vooruit. In dat moordend tempo valt hij
nauwelijks bij te benen. "Tussen zien en
kunnen zit een wereld van verschil.
Bovendien moet je een bal ook snel dürven
raken. Wie niet waagt, die niet wint. Zo
gaat dat in het leven".
Gelukkig voor Ajax begreep Dennis
Bergkamp de Nummer Vier blindelings.
"Dennis en ik", sprak Wim Jonk destijds
aan de vooravond van het Europa Cup-
treffen tegen de 1. FC Kaiserslautern, "daar
komt niemand tussen. Het is een kwestie
van intuïtie. Heb ik de bal, dan weet ik dat
Dennis al bezig is te demarreren. Ik weet
hoe hij zich voelt, ik weet hoe hij denkt.
Dat is voor mij verschrikkelijk gemakkelijk
voetballen".
We schrijven 8 december 1992. Het lijkt
alweer lang geleden. De combinatie Jonk-
Bergkamp ontwikkelt zich in die dagen tot
een zeldzaam wapen in het moderne
voetbal. Niet zonder reden lokt Ernesto
Pellegrini, de presidente en eigenaar van
Inter, het begeerde duo luttele maanden
later naar Milaan. Voor een vermogen,
naar het heet. Volgens zaakwaarnemer Rob
Jansen is een transfer van deze omvang nog
nooit vertoond.
Wacht La Dolce Vita, het zoete leven? Het
gezicht van de voormalige Nummer Vier
van Ajax trekt zich die morgen samen in
rimpels. De Volendammer komt niet
verder dan een dunne glimlach, waarin hij
het liefst zou willen wegvluchten.
"Presteren is net als eten. Je moet het
blijven doen. Anders val je af'.
Verdwenen schittering
Op Appiano Gentile, il centro sportivo
deVInternazionale Milanoheerst serene
rust. Over de heuvels hangt de nevel in een
mooie, wijze sluier. De gladiatoren druiper
als gangsters af, de meesten in trendy
kostuums, met de onvermijdelijke donkere
zonnebrillen en snelle bolides. Zoveel is
zeker: de tragedie ten spijt, deinst niemand
terug, the boys willen nog allemaal numero
uno zijn. Bergomi, Berti, Bianchi, Bia. Tutti.
Tl disastro Inter', het rampzalige Inter.
Wim Jonk haalt de schouders op. De glans
van de spectaculaire transfer is verdwenen.
De schittering in de blauwe ogen eveneens.
De gevallen ster weet het: het krediet is
slechts één wedstrijd groot. "Ik geef toe dat
er meer dan eens momenten zijn dat ik mij
in Milaan afvraag: gaat dit wel goed met
me? Moet ik misschien niet iets anders
gaan doen? Maar ja, ik ben een
Volendammer weet je, en die kiest nu
eenmaal niet zo gauw voor de weg van de
minste weerstand. Die geeft de moed niet
op. Die gaat door totdat hij er alles aan
heeft gedaan"
28
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995