te tieren, maar om andere spelers te harden
en beter te maken. Dat is hem aardig
gelukt, ja. Het was even bijten, maar nu
kan ik zeggen dat ik veel aan die harde
leerschool heb gehad."
Zijn bagage was licht van gewicht bij
aankomst in De Meer. Een beschermde
jeugd bij Foreholte en een jaartje
Noordwijk, daar moest hij het mee doen.
En dus gaf Van der Sar zijn ogen en oren
het eerste jaar in Amsterdamse dienst,
seizoen '89-'90, goed de kost. "Ik was het
niet gewend om constant op mijn tenen te
lopen. Jongens uit de Ajax-school weten
niet beter, dan dat ze iedere seconde scherp
moeten zijn. Elke training sta je hier onder
druk, moet je jezelf bewijzen. In de
amateurs kon ik nog wel eens een baaidag
opnemen, dan maakte het niet zo veel uit
als ik op de training eens een balletje liet
lopen. Bij Ajax krijg je dan gelijk de wind
van voren. Ik had nog nooit echt op m'n
kloten gekregen, onder Bobby Haarms was
dat wel even andere koek. Achteraf zie ik
het niet als een gemis dat ik mijn opleiding
niet bij Ajax heb genoten. Maar toen ik
hier net binnen was bekroop me af en toe
het gevoel dat ik een achterstandje had."
Duel met troetelkind
Het verloren terrein was snel herwonnen.
Edwin beslechtte de strijd met Dennis van
de Poll, thans keeper bij Haarlem, in zijn
voordeel en verdedigde anderhalf jaar lang
met verve het doel van het tweede elftal.
Totdat Stanley Menzo in de lappenmand
geraakte. We schrijven 23 april 1991, als
Edwin van der Sar zijn debuut in de
hoofdmacht van Ajax viert. Na zijn
invalbeurt in het thuisduel tegen Sparta
toonde de toen nog zeer stakige doelman
zich acht wedstrijden op rij een waardig
vervanger van Menzo. Wiens herstel zijn
(tijdelijke) terugkeer naar de bank
betekende. "Daar kon ik op dat moment
prima mee leven. Ik was blij dat ik me op
het hoogste niveau staande had gehouden
en zag heus wel in, dat de trainer niet om
Stanley heen kon. Ik was een mooie
ervaring rijker en was gemotiveerder dan
ooit om alles te geven voor een
basisplaats."
Allemaal leuk en aardig, maar intussen wist
Stanley Menzo van geen wijken. Het
overtuigende spel van het troetelkind van
het Amsterdamse publiek vertroebelde het
uitzicht op een vaste stek voor Van der Sar.
Bij wie de berusting in zijn lot als reserve
langzaam omsloeg in verbeten ergernis. Hij
had geroken aan het echte werk, het grote
werk, en hunkerde naar meer. Desnoods
bij een andere club. Van der Sar: "Ruim
een jaar na mijn debuut was ik het
bankzitten spuugzat. Ik wilde spelen, maar
had weinig vooruitzichten bij Ajax.
Daarom zijn we op zoek gegaan naar een
eredivisieclub waar ik op huurbasis zou
kunnen spelen, of zelfs aan verkocht zou
kunnen worden. Verder dan wat vage
contacten met FC Den Bosch is het nooit
gekomen. Want juist in de periode, eind
'92, raakte Stanley weer geblesseerd."
De gegrepen kans
En wederom stond Van der Sar negen
wedstrijden onafgebroken onder de lat.
Ook nu vol overtuiging, heersend en
verdelend. Helaas voor Edwin klonk na de
fitverklaring van Menzo hetzelfde liedje als
een jaar eerder. Hij werd bedankt voor
bewezen diensten en vriendelijk doch
dringend verzocht weer op de bank plaats
te nemen. "Dat kwam toen hard aan.
Helemaal niets ten nadele van Stanley,
maar ik speelde goed en vroeg me af wat ik
dan in vredesnaam moest doen om een
plek in de basis af te dwingen. Daar heb ik
het heel moeilijk mee gehad. Mijn
motivatie om te trainen werd minder en ik
speelde slecht in het tweede. Dat duurde
een tijdje, totdat ik bij de trainer op
gesprek moest komen. Van Gaal zei dat
mijn instelling moest veranderen, omdat ik
op deze manier mijn talent te grabbel
gooide. 'Ajax heeft hier niks aan en jijzelf al
helemaal niet', zei hij letterlijk. Vanaf dat
moment ben ik er weer volop tegen aan
gegaan. Dat gesprek heeft mijn ogen
geopend."
Precies op tijd. Want kort op het gewraakte
gesprek met Louis van Gaal volgde De
Doorbraak. De aanleiding daartoe, het
onfortuinlijke optreden van Stanley Menzo
tijdens de Europa Cupwedstrijd in en tegen
Auxerre, is inmiddels genoegzaam bekend.
De tegenstrijdige gevoelens van Edwin van
der Sar niet. Hij: "Vlak nadat ik van de
trainer had gehoord dat ik voorlopig het
vertrouwen zou krijgen, kwam ik Stanley
tegen. We hebben niet veel tegen elkaar
gezegd, dat zijn verschrikkelijk moeilijke
momenten. Ik was natuurlijk erg blij, maar
aan de andere kant vond ik het heel
vervelend voor Stanley, hij zat helemaal
stuk. Dat deed pijn. Gelukkig bleef hij zich
positief opstellen, daar is hij prof genoeg
voor. En ja, dat het publiek zijn naam bleef
scanderen, daar moest ik in het begin
gewoon mee leren leven. Tuurlijk hoor je
dat als je op het veld staat. De druk was
groot, maar gelukkig had ik het
vertrouwen van de trainer en de spelers.
De trainer had me beloofd, dat ik niet op
één wedstrijd of één misser zou worden
beoordeeld. Ik zou een serie wedstrijden de
kans krijgen. Dat was heel belangrijk, het
haalde de druk een beetje van de ketel. En
de fans, ja, dat duurde even voordat die me
geaccepteerd hadden. Ze moesten aan me
wennen, lijkt me ook normaal als er na vele
jaren Stanley Menzo ineens iemand anders
vast op doel staat. Van mezelf wist in elk
geval dat ik het aankon. Dat had ik al
bewezen tijdens die twee eerdere series van
negen wedstrijden."
Snuffelen aan het WK
Vanaf dat moment ging het snel met Van
der Sar. Vorm en zelfvertrouwen groeiden
evenredig, afgelopen zomer culmineerde
zijn eerste volledige seizoen in de Ajax-
basis in een landstitel en een uitverkiezing
voor Oranje op het WK in de Verenigde
Staten. "Edwin heeft een stormachtige
ontwikkeling doorgemaakt", vindt Frans
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995