Kwatta Column door David Endt "Alle ogen zijn gericht op Kwatta". Die kreet was nog niet helemaal uit de tijd, toen mijn vroegere leider van Ajax 2, Nol Boerkoel, ons daarmee om de oren sloeg. Hij wilde zeggen: de mensen verwachten iets van je, omdat je het merk Ajax met je meedraagt. En je moet het wèl waarmaken, want dat merk werkt verplichtend en dus lastverzwarend. Of je het wilt of niet, geen ontkomen aan. Boerkoel zei het met dreiging in zijn stem, waardoor heen het trotse besef klonk van: "Pas op" en: "Laat het zien". "Alle ogen zijn gericht op Kwatta". Ik moest er aan denken toen ik de poster voor de Ajax talentendagen zag. Op de foto zie je Patrick Kluivert, die met de bal aan de voet ontsnapt aan de bewaking van een handvol Vitesse-spelers. Foto: Louis van de Vuurst Tja, wie staat er beter model voor het typische Ajax-talent dan Patrick Kluivert? De nieuwste parel aan de Ajax-kroon, die schittert op een manier die méér belooft. Patrick Kluivert is voorbeeld tegen wil en dank. Hij heeft nooit gevraagd om die symboliek, die zich ook zo makkelijk als tegenstander kan ontplooien. En hij is het malse wild waarop de media jaagt. Want "Kluivert" levert altijd een mooi plaatje op. Men ziet in hem zo graag de frisse mengeling van sporter en jeugdidool. Droom en werkelijkheid zijn in hem verenigd. De spontane, vrolijke jongen die duidelijk plezier heeft in het leven. En dat verkoopt. Iedereen wil hem interviewen, iedereen wil hem voor de camera. Iedereen trekt met een lieve glimlach aan hem, want hij is ieders brood. En dat, terwijl hij zich nog moet bevestigen. luist omdat de buitenwacht Patrick heeft verheven tot symbool en idool, is het vinden van zijn eigen weg voor hem moeilijker dan voor welk ander Ajax-talent ook. Patje Kluivert. Hij kan prachtig voetballen. Soms wanneer hij dat "doet", zie je iets Van Bastens in zijn balbehandeling. Hij veegt zijn voeten als een penseel tegen de bal en schildert zich voorbij een stoere stopper. Of je ziet iets Kiefterigs in de wijze waarop hij het moeilijke karwei van scoren bij de eerste paal de schijn van eenvoud geeft. En dan weer, wanneer hij springt, zijn nekspieren spant, en slaat, dan is hij een Bosman die de bal daarheen kopt waarheen hij wil. En hij "Kluivert". Een vloeiende break-dance naar de ruimte, misleidende lange stappen die veel meters wegvreten op weg naar het doel. De koele doeltreffende uithaal waarin zijn hele lange, tanige lijf meegaat zet zich voort in de swingende vreugde bij het hek. De ernstige concentratie die voor een rimpeling in zijn voorhoofd zorgde bij de doelpuntenjacht, maakt dan plaats voor het onbedorven schooljongensgezicht. Buiten het veld is Patrick de jongen die zijn leeftijd hem maakt. Hij lacht en dolt, de muziek in het spelershome dringt hem een rubberen dans op. Twinkelogen, spelende wenkbrauwen Hij lacht het leven toe. Als je achttien jaar jong bent, moet je ook kunnen genieten van het leven. Alleen: alle ogen zijn gericht op Kwatta. In het veld wordt van de jongen een man verwacht. Hij zit in de wikkel waar "Ajax" op staat en die naam verplicht. De mensen die hem nodig hebben zoeken de jongen met de ontwapenende, onbevangen uitstraling van net-geen-kind-meer, en verwachten tegelijkertijd een man die zijn verantwoordelijkheden kent. Het is niet altijd even makkelijk om die jongenshuid te dragen en tegelijkertijd die man te zijn. Het schijnwerperlicht dat zoekt naar Patrick en hem laat stralen, maakt hem kwetsbaar. Patrick Kluivert break-dance't op het gladde ijs dat ligt tussen onbekommerd jongensleven en verantwoordelijk mannenbestaan. En met zovelen die je in hun richting willen duwen, is het niet eenvoudig om op de been te blijven. Maar wanneer hij die kwetsbaarheid ombuigt naar kracht, zich op weg naar de balans niet laat verstoren, dan is niemand zo sterk als hij. En dan is het bij iedere Kluivert-goal: "Kwatta!" AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1995 | | pagina 17