trainingen tonen valt het allemaal nogal
mee met de natuurlijke neigingen onder
invloed van de puberteit. Otto vindt de
spelers absoluut niet lastig. Integendeel, hij
constateert een groot
verantwoordelijkheidsgevoel. "Ze denken
mee," zegt Otto bijna verbaasd. En dus
begrijpen ze hun trainer, die vindt dat ze
wat slimmer moeten gaan spelen en meer
moeten temporiseren. Nu wordt er volgens
Otto nog te vaak in één tempo gespeeld.
De kerstrapporten zagen er allemaal vrij
goed uit en ook de beoordeling van het
team als geheel was positief. Met de kerst
stond de ploeg al vijf punten voor op de
nummer twee: AZ.
A 2-junioren
De A2 gaat lekker. Trainer Dick de Groot
heeft binnen een half jaar leven in de groep
gekregen, die daarvoor gespeend leek van
enige persoonlijkheid. Zelf beschikt hij
over een behoorlijk uitbundige
persoonlijkheid en zijn grote kwaliteit is
dat hij zijn enthousiasme kan overbrengen
op anderen. De Groot is in staat om zelfs
een etalagepop zodanig te overtuigen van
het vermogen piano te kunnen spelen, dat
hij zich vol vertrouwen aan de vleugel zet.
Als je je hebt voorgenomen je voetballeven
in alle rust en vrede door te brengen - zoals
veel spelers van de huidige A2 gedaan leken
te hebben - heb je aan De Groot precies de
verkeerde. Niet dat alle spelers inmiddels
met hem weglopen. Hij is hard: een trainer
van het oude stempel die geen
Haarlemmerdijkies accepteert.
Soms overdrijft De Groot zijn
enthousiasme. Voor de wedstrijd tegen
Urk deed de trainer er alles aan om zijn
spelers te doordringen van de kracht van
Urk. Want was het niet die club die hem
ooit, jaren geleden, met de B-junioren had
gestuit op weg naar het kampioenschap?!
In de voorrondes van het
landskampioenschap in Zeist werd het
destijds 1-0 voor Urk. De jongens van de
Al namen de waarschuwingen van hun
trainer zeer serieus. Maar de tand des tijds
had driftig geknaagd aan de kracht van
Urk. Het werd 10-1 voor Ajax en de A2
kwam erachter dat De Groot in staat is te
overdrijven.
De eerste twee maanden ging het niet
geweldig. Maar in de eerste divisie is de A2
inmiddels opgeklommen naar een positie
in de kop van de ranglijst. De jongens zijn,
in de ogen van leider Teun Bogaard,
bijdehander geworden. Hij merkt op dat
jongens van die leeftijd kennelijk ook nog
qua persoonlijkheid kunnen worden
gevormd. Hij constateert met tevredenheid
dat ze zelfs begonnen zijn om hun mondje
te roeren tegen hun trainer. Als de trainer
op luide toon gaat uitleggen volgen er
tegenwoordig nog wel eens afkeurende
armgebaren. "Waar bemoeit die man zich
mee?" zie je ze soms denken en hoor je ze
soms ook zeggen. Maar De Groot weet
doorgaans precies en moeiteloos uit te
leggen waarmee hij zich bemoeit: met zijn
club. Hij weet dat doetjes het niet redden
in de top. Daarom probeert hij te schaven
aan de ingetogenheid waarmee sommigen
van zijn godenzoontjes de hemel aan het
'bestormen' zijn. De Groot weet dat Petrus
- in dit geval Van Gaal - de poort slechts
zal openen voor hen die duidelijk genoeg
hebben geklopt. Nog een half seizoen "De
Groot" en zij van de A2 kunnen allemaal
kloppen. "We gaan 'r voor," is het credo
van De Groot, en wat dat betreft durft
niemand hem tegen te spreken.
A 1-junioren
Na zestien gespeelde wedstrijden staat de
Al reeds acht punten voor op de nummer
twee van de ranglijst: Vitesse. Alleen bij een
club als Ajax kan het gebeuren dat
desondanks de direct betrokkenen -leider
Cas Harms en trainer Herman Borman-
met gefronste wenkbrauwen de situatie als
"zorgwekkend" omschrijven. Ze hebben te
weinig absoluut talent kunnen ontdekken
in deze lichting. Alleen over Kiki Musampa
is iedereen het eens. Hij kan er eentje
worden. Musampa is dan ook al
overgeheveld naar het tweede en treedt nog
slechts in de A 1 op als het om belangrijke
wedstrijden gaat. Gezien de ranglijst komt
het van dergelijke matches nog maar heel
weinig. Het is, zo redeneert Harms, niet de
onnoemelijke kracht van de Al van Ajax,
maar de onmetelijke zwakte van de
concurrentie, die voor de huidige
rangschikking heeft gezorgd. Bij de
inschatting voor het seizoen waren de
geluiden niet echt optimistisch. Kwalitatief
zou dit een mindere groep worden in
vergelijking met de vorige, waarin Kluivert
en Wooter wekelijks excelleerden. Volgens
Harms waren dat echte talenten. Vorig jaar
ging het om die twee spelers en de rest
hobbelde er achteraan. Deze voorstelling
van zaken is weliswaar enigszins
overdreven, maar niet veel. Dit jaar zijn er,
op Musampa na, geen toppers in spé te
ontdekken. Volgens Harms zit de meeste
kwaliteit in de verdediging. En dat is een
stijlbreuk met de Ajax-traditie. Normaal
gesproken zijn het dartele buitenspelers,
briljante spitsen en tovenaars van
middenvelders die zich aandienen voor het
grote werk.
Ondanks de veelvuldige en grote
overwinningen omschrijft Harms het spel
van de Al als wisselvallig. Er vielen maar
enkele werkelijk goede wedstrijden te
noteren. Ajax-Sparta was er zo een: 2-2.
Feyenoord-uit was een andere: 5-1 winst
voor Ajax. Maar een zeer slechte wedstrijd
was bijvoorbeeld Volendam-uit: 3-3.
De thuiswedstrijd tegen Volendam was een
verhaal apart. De Al moest naar een
zaalvoetbaltoernooi in Duitsland en werd
in de kwartfinale uitgeschakeld. De KNVB
was tijdig op de hoogte en probeerde de
wedstrijd tegen Volendam naar een andere
datum te verzetten. Maar het eerste
alternatief werd verworpen vanwege een
reeds geplande bingo-avond bij Volendam;
het tweede omdat er een kerstfeest op de
agenda stond. Volgens Cas Harms rook
men in Volendam bloed en heeft men
ervoor gezorgd dat de A2 als tegenstander
moest opdraven. Het werd 0-0. En dus
stapte trainer De Groot na afloop van de
wedstrijd trots de bestuurskamer op
Voorland binnen. Daar werd hij
verwelkomd door Co Adriaanse en Louis
van Gaal.
"Lekker is dat," stangde Van Gaal, "je
verspeelt wel mooi een punt..."
Terwijl de omstanders lachten om Louis's
kwinkslag, schijnt De Groot nog iets te
hebben teruggezegd, maar niemand kon
hem goed verstaan.
AJAX MAGAZINE FEBRUARI 1995