Tussen hoop en vrees
Aan de zijlijn
door Klaas Vos
AJAX MAGAZIN
Het was een klein berichtje. Alleen zij die de sportpagina's van de
krant van a tot z spellen, zullen het gelezen hebben. En dan nog
slechts in het kader van de volledigheid. Bij weinigen zal het een
reaktie opgeroepen hebben.
"Olaf Lindenbergh (20), de linker verdediger van Ajax 2, zal voor
de rest van het seizoen uitgeleend worden aan De Graafschap."
Hoeveel Ajax-supporters zullen weten wie Olaf Lindenbergh is?
Alleen zij die regelmatig de wedstrijden van het tweede bezoeken,
zullen weten dat de blonde frêle verdediger alweer voor het derde
seizoen deel uitmaakte van het schaduwelftal.
Ik weet niet, wanneer Olaf bij Ajax kwam, school mocht gaan bij
de beste jeugdopleiding ter wereld. Maar eens werden zijn
kwaliteiten herkend en erkend en mocht hij zijn talent laten rijpen
en polijsten. En hij maakte vorderingen, van jaar tot jaar "ging hij
over". Tot de echte top wenkte. Hij kwam in het schaduwelftal
terecht. Of, met een mijns inziens nog mooier woord, het
beloftenelftal. Nog één stap, en het walhalla van het topvoetbal kon
betreden worden. Maar juist die laatste stap kan vele malen groter
zijn dan alle andere stappen daarvoor. Kan de schaduw licht
worden, belofte zekerheid? Je weet dat elk jaar slechts een of twee
spelers de droom van de A-selectie werkelijkheid zien worden. En
dan nóg kan een basisplaats in de hoofdmacht ver weg liggen. Hoe
sterk zijn de benen die elke dinsdagavond voor een handvol
toeschouwers - overigens niet de minst trouwe fans - die draai
moeten zien te vinden, die hen geschikt maakt voor de top? Het is
spelen tussen hoop en vrees.
Er wordt gezegd dat het aan de top eenzaam is. Maar ik kan mij
voorstellen, dat het net daaronder even eenzaam kan zijn.
Gevangen in eigenbelang, gefixeerd op de concurrentie van
anderen die diezelfde droom hebben.
Ik kan mij voorstellen dat twijfel aan eigen kunnen binnensluipt en
zo de verleiding om toe te geven aan geneugten waaraan voorheen
nog weerstand werd geboden, omdat ze schadelijk zijn voor
iemand die topsport wil bedrijven. Ik kan mij voorstellen dat de
droom verandert in een syndroom; dat die het karakter aanneemt
van een illusie, een luchtkasteel. En dat op die dinsdagavonden
meer vanuit vrees dan vanuit hoop gespeeld wordt. De begeleiding
bij Ajax is prima. De "beloften" zullen dus ook geleerd worden
hun mogelijkheden op juiste waarde te schatten en te accepteren.
Maar toch kan ik mij voorstellen, dat het verlangen blijft om, nu je
zo dicht bij de top bent, je óók die vlag wilt planten. Om in
bergbeklimmerstermen te spreken. Zo hoort het ook bij een ware
sportman.
En zo kan ik mij voorstellen dat Olaf Lindenbergh blijft hopen dat
hij via de omweg van de Achterhoek kan bewijzen dat zijn carrière
bij Ajax nog niet is afgelopen, maar slechts onderbroken wordt.
Is Reiziger hem daarin niet voorgegaan?
Foto: Louis van de Vuurst