was. Dat vond ik verschrikkelijk, ik wilde
per se bij een club spelen. Op mijn zevende
mocht ik eindelijk beginnen. Toevallig
kreeg ik een tijdje terug een elftalfoto
opgestuurd, gemaakt vlak voor de eerste
officiële voetbalwedstrijd uit mijn leven.
Schitterend om terug te zien. Op die foto sta
ik echt te stralen, met een grote lach op m'n
gezicht. Hoewel ik nog geen van mijn
elftalgenootjes kende. Toen ik die foto zag
besefte ik me weer hoe ontzettend blij en
trots ik was op het moment dat ik mijn
eerste wedstrijd mocht spelen."
3. De Droom
"Als kind had ik geen dromen over de
toekomst. Dan beleef je alles gewoon,
zonder er verder bij stil te staan. Eigenlijk
heb ik nooit echte dromen gehad. Ik denk
dat je beter doelen in je leven kunt hebben
dan dromen. Vroeger kreeg ik vaak te
horen dat ik in het veld nogal dromerig
overkwam. Ach, ik ben dromerig in die
zin, dat mijn gedachten heel ver kunnen
afdwalen, naar van alles en nog wat. Thuis
heb ik van die momenten. Dan zit ik lekker
op de bank, te genieten van het niets doen,
en dan laat ik m'n gedachten afdwalen.
Niet naar één specifiek onderwerp, het zijn
meer flarden, vluchtige gedachten over
mensen en hun gedragingen. Wat dat
betreft heb ik weinig rust in mijn hoofd,
kun je me dromerig noemen. Maar van
volle stadions en dat soort zaken heb ik
nooit gedroomd. Ik heb altijd alles gewoon
op me aflaten komen. Het klinkt raar,
maar zelfs in Italië hebben al die volle
stadions nooit zo veel indruk op me
gemaakt. Ik was en ben altijd meer met de
wedstrijd bezig. Ik vind het een grappige
gedachte, dat ik van dat soort dingen
waarschijnlijk pas ga genieten als ik ben
gestopt met voetballen. Als ik dan al die
mensen zie, het vuurwerk, het gezang, in
de stadions waar ik zelf altijd heb
gespeeld... Volgens mij kan ik daar pas
later echt goed van genieten.
4. Het Besef
"Dat is voor mij een heel duidelijk punt
geweest; de Europa Cup-wedstrijd tegen
Bohemians Praag, in 1984. Na verlenging en
strafschoppen vlogen we er uit en
vervolgens kwam er nogal wat kritiek op de
ploeg los. Pas in de periode na die wedstrijd,
zo rond m'n 23ste, ging ik echt beseffen wat
profvoetbal op het hoogste niveau precies
inhield en wat je er voor moest doen. Toen
kreeg ik in de gaten dat je altijd honderd
procent inzet moet leveren. In de periode
daarvoor probeerde ik wel altijd goed te
voetballen, mooi te voetballen ook, maar ik
kwam er achter dat dat niet genoeg was. En
dat ik al die jaren weinig weerbaar was. De
wedstrijden tegen Bohemians heb ik min of
meer verwerkt en ik heb geprobeerd er wat
mee te doen, er beter en sterker uit te
komen. Vanaf dat moment ben ik het
Nederlands elftal ook anders gaan
benaderen. In het begin dacht ik vaak 'goh,
leuk, ik ben weer geselecteerd'. Meer niet.
Vooral de eerste keren was het Nederlands
elftal, doordat ik al heel snel werd
opgeroepen, erg onwerkelijk. Na het besef
ging ik met meer eergevoel naar Oranje,
met het idee om echt alles te geven wat ik in
huis had. De huidige jongeren bij Ajax
hebben dat allemaal nu al. Komt ook door
de wisselwerking met de trainer, die heeft
interesse in de jeugd. Ik heb het idee, dat
deze jongeren veel verder zijn dan ik op die
leeftijd. Dat vind ik leuk om te zien, die
jongens stralen blijdschap en zelfbewustzijn
uit. Bij mij duurde dat allemaal wat langer."
5. Het Debuut
"Dat was heel spannend en het pakte heel
fijn en vrolijk voor me uit. Een uitwedstrijd
bij Go Ahead Eagles, de eerste keer dat ik bij
een competitieduel op de bank mocht
zitten. Er waren nogal wat spelers
geblesseerd. Sören Lerby begon licht
geblesseerd aan de wedstrijd en op hem heb
ik veel gelet, kijken of hij het volhield. Er
waren natuurlijk meer gegadigden om in te
vallen, maar toen het echt niet meer ging
met Lerby was ik degene die het veld in
moest. En als je dan ook nog gelijk een
doelpunt maakt, ja, dat zijn mooie
momenten. Net als de volgende dag op
school. Je bent nog gewoon scholier en je
hebt een doelpunt voor Ajax gemaakt, dat
maakte nogal wat reacties los. Leuk was dat.
Het ging sneller dan ik had verwacht. Ik
richtte me dat jaar op een seizoen in het C-
team, maar door alle blessures werd ik bij
het eerste gehaald. Puur toeval. Zoals ik het
idee heb, dat mijn hele leven van
toevalligheden aan elkaar hangt. Mijn snelle
debuut is daar een goed voorbeeld van."
6. De Ontwikkeling
"Na SCA ben ik eerst naar Blauw Wit en
later naar DWS gegaan. De eerste betaald-
voetbalclub waar ik heen kon, was Haarlem.
Maar ik wilde het bij Ajax proberen, dan
kon ik altijd nog naar Haarlem als het zou
mislukken. Leo Beenhakker was de eerste
trainer waar ik serieus mee te maken kreeg.
Hij was in die tijd een soort psychologische
trainer, dat kan voor jeugdspelers heel
belangrijk zijn. Van alle trainers die ik
daarna heb gehad, heb ik de voor mij
positieve dingen opgepikt en onthouden.
En, het begint de rode draad in mijn verhaal
te worden, ook in mijn ontwikkeling is Het
Besef na Bohemians Praag het belangrijkste
moment geweest. Vanaf dat punt werd ik
min of meer mijn eigen trainer. Ik ontdekte
dat het allemaal bij jezelf begint. En dat de
trainer meer een hulpmiddel is, om je bij
voorbeeld de te hanteren tactiek aan te
reiken. Eigenlijk is mijn ontwikkeling heel
geleidelijk gegaan, ik heb nooit grote
sprongen vooruit gemaakt. Toen ik naar
Milan ging, had ik ook echt het idee dat ik er
klaar voor was. En in die vijf prachtige jaren
daar ben ik ook steeds weer een stapje
vooruit gegaan. Doordat je steeds in nieuwe
situaties terecht komt, binnen en buiten het
veld, blijf je ervaring opdoen. Dat geldt nu
nog steeds."
7. Ajax
"Het is pas echt mijn club geworden toen ik
er kwam spelen. De pracht van het shirtje,
de sfeer binnen de club, dat zijn dingen
waar je heel gauw door wordt gegrepen als
je hier eenmaal rondloopt. Nu ik weer terug
ben is mijn sportieve doel duidelijk; met
Ajax zo veel mogelijk prijzen pakken. Mijn
besluit om daarna stoppen staat vast. M'n
volgende doel ligt dan op het gebied van
mijn ondergoed-lijn, die eind november is
gelanceerd. Dat is, samen met een vriend,
begonnen als een pleziertje. Een luchtig
ideetje, dat we tot werkelijkheid hebben
gebracht. Sommige mensen vragen me waar
ik aan ben begonnen, voelen zich geroepen
om hun mening erover te geven. Ik snap
niet waar ze het recht vandaan halen. Als
iemand zichzelf een doel stelt en hij staat
daar achter, moet je hem in zijn waarde
laten. Ik kan ook de hele dag gaan vissen als
ik ben gestopt, maar dat trekt me niet. Ik wil
gewoon lekker blijven werken."
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1994