Gerrie Mühren, één van de hoofdrolspelers in de gewonnen finale van Londen. bevolkten het middenveld. In de frontlinie ondervond Van Dijk steun van Johan Cruijff en de net op tijd geprepareerde Keizer. Ruim 23 jaar na dato kan Gerrie Mühren zich de opkomst van de beide elftallen, hartstochtelijk toegejuicht door honderdduizend toeschouwers, nog kraakhelder voor de geest halen. "Al die Ajax-supporters, opgezweept door Ruud Krol, die met zijn krukken stond te zwaaien. Dat is het eerste beeld dat weer bij me opkomt", vertelt Mühren. "En Puskas natuurlijk. Dat was mijn jeugdidool. Een prachtig linkerbeen en alles op techniek. En ook zijn achtergrond, met z'n vlucht uit Hongarije, vond ik mooi. Die man was een held voor mij. En wat die finale natuurlijk ook heel mooi maakte was het heilige gras van Wembley. Dat gaf het nog een extra speciaal tintje." Al na vijf minuten spelen bleek het heilige gras ook op Piet Keizer een heilzame uitwerking te hebben. Na het eerste plaagstootje van Panathinaikos, een naast gemikte kopbal van Filakouris in de tweede minuut, werd Keizer van verre door Barry Hulshoff aangespeeld. De nog steeds licht geblesseerde linksbuiten flitste ogenblikkelijk langs zijn bewaker Kamaras, waarna Dick van Dijk, diep achterin het strafschopgebied, Keizers op maat gesneden voorzet met zijn voorhoofd aaide. Terwijl doelman Ikonomopoulos uit balans geraakt naar de verkeerde kant omviel, zeilde de bal met een triomfboog naar de uiterste hoek. Ajax-Panathinaikos 1-0, na vijf minuten. Een droomstart. "Gewoon een kwestie van op de goeie plek staan", zegt schutter Dick van Dijk nu, vanuit zijn huis in Saint Paul de Vence in Zuid-Frankrijk, droogjes over zijn bevrijdende openingstreffer op Wembley, "Daar ben je spits voor, nietwaar? Op dat moment zelf was het natuurlijk een geweldige ontlading. Dat doelpunt heb ik inmiddels duizenden keren gezien. En nog steeds. Iedere Europa Cup avond laten ze hier op de televisie historische doelpunten zien en daar zit die van mij ook vaak bij. Dat doet me toch wel wat. Zelfs na al die jaren." De rust Het daaropvolgende half uur beukten de Amsterdamse aanvalsgolven vrijwel onafgebroken op de Griekse vesting. Wederom een kopbal van Van Dijk werd van de lijn gehaald, een afzwaaier van Keizer kuste de kruising en johan Cruijff liep zich drie keer vast op de geconcentreerd keepende Ikonomopoulos. Nadat Panathinaikos het initiatief voorzichtig had overgenomen, zonder echt gevaarlijk te worden, floot de Engelse scheidsrechter Jack Taylor voor de rust. Een veelbewogen rust. Want in de kleedkamer van Ajax regeerde de hectiek. Nico Rijnders bleek niet in staat de strijd na de pauze te hervatten, Piet Keizer ondervond last van zijn hielblessure en volgens Rinus Michels maakte Sjaak Swart een te nerveuze indruk. Al was Swart het daar zelf niet helemaal mee eens. Gerrie Mühren over de roerige rust op Wembley: "Wat er nou precies met Sjakie aan de hand was is me ontgaan, want er ontstond paniek De Cup is voor Ajax! Een uitzinnige menigte op het Leidseplein wordt daags na de triomf op Wembley bij het feest betrokken. rond Nico Rijnders. Zijn hart sloeg over, dat was bij Go Ahead Eagles ook al eens gebeurd. Dat waren spannende minuten, iedereen was uiteraard heel onrustig. Vanzelfsprekend ging Rijnders er uit en later besloot Michels toch maar de gok met Keizer te wagen en Swart te wisselen. Waardoor we al in de rust door onze wissels heen waren en ook nog met een licht geblesseerde linksbuiten speelden." De gok van Michels pakte goed uit. Horst Blankenburg en Arie Haan vulden de leemte op, Keizer en Ajax hielden stand. Met Barry Hulshoff als voornaamste rots in de Amsterdamse branding, vooral in de lucht heerste de stopper als nooit te voren, hield Ajax Panathinaikos ver van Heinz Stuy verwijderd. Een enkel Grieks tegenstootje daargelaten, maar in die gevallen bleek Stuy zich goed hersteld te hebben van zijn weifelende start. In de 68ste minuut had Johan Cruijff de tweede treffer op zijn schoen, maar zijn schuiver vloog aan de verkeerde kant van de paal over de achterlijn. Voor het verdere verloop van de finale geldt het verhaal van de welbekende nachtkaars. Panathinaikos kon en Ajax hoefde niet meer. Totdat Johan Cruijff, twee minuten voor tijd, nog één keer aanzette voor een machtige solo. De vlinder uit Betondorp fladderde met speels gemak door de leeggestreden Griekse defensie en bezorgde de bal bij Arie Haan. Zijn van richting veranderde schot deed Wembley voor de tweede keer die dag op zijn grondvesten schudden. Terwijl de AJAX MAGAZINE DECEMBER 1994

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 44