verhalen te vertellen over bepaalde plekken
in het huis. Wat daar vroeger is gebeurd.
Weet je dit nog? En weet je dat nog? Dan
zie ik hem stralen".
Rusteloos
"Ik heb het gevoel dat mijn ouders alleen
in het verleden leven. Dat is wat ze hebben
meegemaakt. Ze hebben niet zo veel anders
gehad dan werken, werken, werken. Dan
kwam mijn vader 's avonds thuis en dan
had hij nog geen ontspanning. Dan moest
er weer voor de kinderen worden gezorgd.
Die moesten natuurlijk ook worden
onderhouden. Die hadden ook hun
problemen. En het
waren er geen twee.
Die vader van me is
nu 72. Hij komt
wel eens naar me
kijken als ik moet
voetballen. Nee,
niet op zondag.
Alleen op
woensdag. Het is
zo'n mooie man.
Hij houdt er ook
niet van om in het
stadion op één en
dezelfde plaats te
blijven zitten. Een
halfuur later dan
de rest komt hij
binnen. Soms heeft
hij niet eens een
kaartje. Dan loopt
hij gewoon door.
Dan zegt hij, ik ben
de vader van Peter
van Vossen en in
België bij
Anderlecht lieten
ze hem ook altijd
door. En na een halfuurtje stapt hij dan
weer op, dan loopt hij een rondje rond het
stadion, dan haalt hij ergens een broodje of
dan gaat hij naar de auto, even zitten, een
sigaretje draaien en dan komt hij weer
terug. Tegen het einde koopt hij dan een
biertje en dan rijdt hij weer naar huis. Hij
zal nooit een wedstrijd van het begin tot
het einde uitzien.
"Als hij bij ons is, ook. Laatst was hij op
Kevin z'n verjaardag en dan zijn we hem
ineens kwijt. Dan is hij een rondje lopen in
de buurt, dan zit hij gewoon bij de buren
binnen. Hij kan ontzettend goed praten.
Dan komt hij terug, dan zegt hij ik ben
daar en daar geweest; en een halfuur later
is hij weer verdwenen. Gaat hij weer een
rondje doen, dan gaat hij daar weer eens
kijken en daar weer eens kijken. Hij zoekt.
Hij heeft geen rust. Hij heeft nooit rust
gevonden. Het is hetgeen hij altijd heeft
gezocht".
"Mijn ouders zijn twee zulke aparte
mensen. Sinds kort hebben ze ook een
radiootje thuis. Dat is al heel wat. Op
zondagmiddag gaan ze meestal van een tot
vijf naar bed, maar als mijn moeder weet
dat ik moet voetballen, luistert ze naar de
radio. Bij de kachel, in haar stoel. En dan
belt ze me 's-maandags op. Dat ze toch op
de hoogte probeert te blijven, doet me wel
wat. Mijn moeder vindt dat schitterend. Ik
denk dan, geniet er maar van, zoveel heb je
niet gehad in het leven".
"Het feit dat ik op zondag voetbal zal mijn
vader nooit goedkeuren. Maar ik hoor hem
er nooit over. Ergens geeft dat aan dat hij
er op zijn manier vrede mee heeft. Als ik
hem aan de telefoon krijg, geeft hij me
adviezen: 'Speel met je hart, ziel en
zaligheid, blijf altijd jezelf, loop nooit naast
je schoenen, je doet het hartstikke goed'.
Dat zegt hij dan tegen me. En dat zegt mij
dan veel meer dan een ander ooit tegen mij
kan zeggen".
De doorzetters
"Ik stoor me er niet aan als ik het publiek
de verschrikkelijkste dingen tegen me hoor
roepen als het een keer wat minder gaat. Ik
zou het veel erger vinden als mijn vader of
moeder iets vervelends tegen me zou
zeggen. Als ik 't
goed heb met mijn
naaste familie en
mijn vrienden dan
stelt de rest heel
weinig voor.
Het zijn allemaal
doorzetters bij ons.
Wij, mijn familie,
hadden thuis altijd
iets van: als je maar
werkt. Ook al ben
je een slecht mens,
als je werkt doe je
het goed. Dat
vonden mijn
ouders belangrijk.
Mijn vader had in
principe geen greep
op die grote groep
van zestien. Hij
kon niet iedereen
opvoeden zoals hij
dat eigenlijk graag
wilde. Dus
hamerde hij op de
twee dingen die hij
het belangrijkste
vond, namelijk dat we er netjes uitzagen en
dat we moesten werken voor onze centen.
Dat we niet op onze reet moesten gaan
zitten. Dat vond hij verschrikkelijk".
Broedersteun
"Ik heb in mijn carrière veel steun gehad
van mijn broer Kees, de
vrachtwagenchauffeur. Hij is veertien jaar
ouder en heeft destijds min of meer de taak
AJAX
17