an Vossen
"Oké, ik doe het, maar dan doe ik het voor
hem"".
"Voor een ander zou het misschien niks
voorstellen, maar ik raakte er, toen ik het
zag, ontzettend ontroerd door. Ik wist,
daar boven in m'n eentje op bed op die
hotelkamer, even niet wat ik moest doen.
Ik ben naar beneden gegaan en kwam op
de trap Graeme Rutjes tegen. Ik heb zo
genoten van je ouders, zei hij. Zó echt. Je
vader met die kromme sigaret, die gevulde
koek op tafel. Hij zegt, dat is het gewoon".
"Ik vatte dat op als een compliment.
Wederzijdse trots was het, ja. Dat zij het
voor mij deden, zegt al heel wat. Ik ben
gewoon ontzettend blij dat ik ze alletwee
nog heb. Dat ik ze op een bepaalde manier
allebei nog een plezier kan doen. Vroeger
zijn ze niet zo heel veel gewend geweest.
Als ze nu iets bijzonders meemaken, maakt
dat meteen ontzettend veel indruk op ze.
Dan zijn ze er een week van over hun
toeren. Het geeft aan onder welke
omstandigheden ze altijd hebben geleefd".
In de kerkbank
"Het is zo moeilijk je in andermans leven
te verplaatsen. Mijn ouders leidden een
leven zonder pretenties, maar ze waren erg
gelukkig. Dat denk ik wel. Ze haalden het
geluk uit wat ze hadden: de opvoeding en
de verantwoordelijkheid voor zestien
kinderen. Iets anders kenden ze gewoon
niet. Wat was er nou anders? Niks toch?.
Op zondag met z'n allen naar de kerk, met
z'n achttienen in zo'n kerkbank. Die grote
groep bij elkaar in de kerk, in de
gereformeerde kerk van Zierikzee; dat was
de droom van mijn vader. In het
weekeinde het hele gezin bij elkaar, daar
hechtte hij veel waarde aan. 's-Zaterdags en
's-zondags, voor de rest van de week was
iedereen natuurlijk spoorloos.
Maar ja, steeds zag hij er eentje afvallen,
die niet meer kwam. Dat heeft hem
ongelooflijk veel pijn gedaan. Maar het is
bij hem nooit omgeslagen in woede. Hij zei
er wel eens wat van, maar hij zeurde nooit
door tot in het oneindige. Dat vond ik
ontzettend knap. Hij is er altijd vrij rustig
onder gebleven. Maar geloof mij dat hij
van binnen heel veel moet hebben
meegemaakt".
"Hij accepteerde het, als een vorm van
overmacht. Zestien kinderen. Op een
AJAX MAGAZINE DECEMBER 1994
gegeven moment houd je zoiets niet meer
natuurlijk. De één wil dit, de ander wil dat.
Zondag, ja, iedereen gaat wat leuks doen
op zondag. En wij zaten binnen met die
grote groep. In de kamer en in de kerk,
twee keer, eerst 's morgens en 's avonds
nog een keer.
Je verzon om beurten wel eens wat. Dan
was de één ziek, dan was de ander weer
eens ziek. Ik was bij voorbeeld altijd 's
avonds ziek, want ik wilde Studio Sport
zien. Zo leefden we toen. Ik hoor die jonge
jongens die nu opkomen wel eens praten
en dan denk ik: Tja, wat ik er niet voor heb
moeten doen om op dat veld te komen.
Het was een heel gepuzzel".
"Als ik, met de jeugd van Zierikzee, op
zondag een toernooi moest spelen in
Brabant, dan ging ik op zaterdagavond al
bij mijn oudere broer in Bruinlsse slapen.
Hij had geen kinderen, maar ik ging daar
dan wel zogenaamd oppassen. Ik bleef
slapen en dan kwamen ze me van de club
de volgende morgen om negen uur met
een busje ophalen. Mijn broer woonde vrij
afgelegen. Ik zei tegen de jongens, pik me
maar op bij de snelweg, dat is voor jullie
makkelijker. Ik moest dan 's morgens in
alle vroegte echt vier, vijf kilometer lopen
om op de afgesproken plek te komen. Over
een grote asfaltweg, ik vergeet het nooit. In
het begin liep ik helemaal rond. De tweede
keer zag ik gelukkig een binnenweggetje, ik
dacht, ik ga hier maar eens in, het bleek
gewoon de helft korter. En 's avonds moest
ik dan weer terug".
"Het was zo'n gelazer steeds. Waarom
mogen we dit niet en waarom mogen we
dat niet? Maar nu kan ik de waardering er
wel voor opbrengen hoe het allemaal is
gegaan. Uiteindelijk heeft het respect het
gewonnen. Omdat ik nu weet hoe moeilijk
het is om kinderen op te voeden. Greet en
ik hebben er twee, mijn ouders zestien.
"Zo'n groot gezin, mijn vader en moeder
kunnen er nooit bewust naar hebben
gestreefd. Maar ja, zonder
voorbehoedsmiddelen, van het één kwam
het ander natuurlijk. Nu zitten ze weer met
z'n tweeën in de kerkbank. Mijn vader gaat
's ochtends, en 's avonds gaan ze met z'n
tweeën. Ze zitten nu ook weer met z'n
tweeën in het grote huis waar we eens met
z'n achttienen hebben gewoond. Ik ben wel
eens thuis en dan begint mijn vader
15