Via Due Paiazzi Column door David Endt De volgeparkeerde straten zijn verlaten en de meeste trapportalen klimmen onverlicht omhoog. Achter de begordijnde ruiten vermoedt je voetbal-op-televisie, de geur van verse koffie, beslipperde huisvrouwen en bepantoffelde huisvaders. Een doodgewone dinsdagavond in Amsterdam Osdorp. Maar niet op de vierde étage van nummer 26. Ik voel het bij elke trede sterker: daar bruist een feestje. De deur zwaait open en de volle woonkamer wordt door de aanwezigen tot een paleiszaaltje gemaakt. Vrolijke, gelukkige gezichten. Ooms en tantes, vrienden en kennissen, allemaal met een glans van oprechte blijdschap in hun ogen en met een pilsje in de hand. Stoelen zijn bijgezet en op de sofa is geen plek meer vrij. Op tafel twinkelt het lamplicht in de champagneglazen. En de taart is groot. Een doodgewone avond in Amsterdam Osdorp. Maar feest in huize Kreek. Ik krijg een glas champagne in handen gedrukt en weet niet méér te doen dan méé te stralen met het warme groepje mensen, waarvan ik de meeste niet ken, maar die mij meteen het gevoel geven dat ik welkom ben. Bloeiende harten op de vierde étage. Na een kwartiertje ben ik weer weg en naar huis rijdend zweeft de sfeer van geluk en hartelijkheid met mij mee. Het middelpunt van het eerlijke geluk was Michel Kreek. Een paar uur eerder had het kind van Ajax zijn handtekening onder een contract met Padova gezet. Padova. Een kleine club uit de Serie A. In vrijwel niets te vergelijken met Ajax, maar voor Michel de poort naar de bevrijding. En ook de club met een stadionnetje, dat aan een straat ligt met de mooist denkbare naam: de Via Due Paiazzi, de Twee Paleizenstraat. Knokken is het motto. Aan verfijnde voetballers heeft Padova niets. Er moet gestreden worden. En Michel zal meeknokken, zonder hoogmoed, zonder heimwee. Want de periode dat hij moest wachten duurde al te lang. De maanden van onzekerheid, leken jaren. Steeds ging een overgang naar een andere club niet door. Het was om de moed te verliezen. Als twaalfde man bij Ajax voelde hij zich nutteloos en verloren. Zijn voetbalhart bloedde. En zijn naasten verbeten hun tranen om het verborgen lijden van hun Michel. Meer dan eens bekroop hem het gevoel dat hij er maar beter mee stoppen kon. De zondagen waren marteldagen, waarop hij onbarmhartig op zijn lot werd gewezen. Reserve. Ja, Michel wist het ook wel, reserve bij een top-club. Maar het gemis aan voetbal woog zwaarder dan de status van luxe-reserve. De dagen waren van lood. Michel Kreek, bijna vergeten. Michel Kreek, zonder vertrouwen. En toch was hij de jongeman, die in het UEFA Cup-seizoen 1991-1992 de drijvende kracht was op het middenveld van Ajax. Kon hij het nog wel? Had hij het ooit gekund? De Europacup-nachten in Amsterdam, Gent, Genua en Turijn leken lichtjaren ver weg. Mensen uit zijn omgeving praatten hem moed in. Goedbedoelde woorden, waardevol en ook waardeloos. Want wat zijn woorden waard, als ze je geen plaats in het elftal kunnen bezorgen? En steeds vaker zwegen de stemmen, en ontweken de blikken hem. Een doodgewone dinsdagavond in Amsterdam Osdorp. Toch is alles anders. Op de vierde verdieping straalt de toekomst als een bevrijding. Zondag 6 november. Bladzijde 202 van de Italiaanse teletekst, de uitslagen. Padova - Brescia: 2-0! Pagina 206 meldt de doelpuntenmakers: 1-0 door Michel Kreek. Ik ben er stil van. De weg is nog lang en moeizaam. Lijfsbehoud in de Serie A is het doel. Michel zal er staan. Moedig als een commando. Met zijn ervaring en kunde als wapens. Met zijn wilskracht als fundament. Een bloeiend Amsterdams hart aan de Via Due Paiazzi! AJAX MAGAZINE DECEMBER 1994

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 13