leuk". Maar in eerste instantie is het leuk voor Ajax, als hoofdhuurder van het stadion. Nee, de sfeer in De Meer is prima. Maar wanneer je het over de exploitatie van de club, de internationale allure en mogelijkheden hebt, ja, dan is De Meer te klein. En het nieuwe stadion is prachtig." Hoe liggen de wederzijdse verhoudingen in het geheel? Hoe gaat u met elkaar om? "Wat ons betreft heel duidelijk en goed. Wij dragen door ons sponsorbedrag bij aan de exploitatie van een internationaal gerenommeerde club en maken het mede mogelijk dat Ajax zich presenteert zoals het dat graag wil. Ajax draagt zo bij aan het imago van de bank. Wij moeten en willen ons absoluut niet bemoeien met het beleid van Ajax. Zoals zij ook niet bij ons in de Raad van Bestuur het beleid van de bank bepalen. Maar je moet wel bereid zijn om met elkaar te praten hoe je zo'n deal, want dat is het toch, voor beide partijen optimaal benut. Dat gebeurt ook. We luisteren goed naar elkaar." De sport is inmiddels volledig afhankelijk geworden van sponsoring. Vindt u dat een goede zaak? "Ik zou het verkeerd vinden wanneer sponsoring een enige voorwaarde is om iets in stand te houden. Je kan je wel afvragen of topsport nog zonder sponsoring kan. Als sponsor moet je toch een zeker beleid voeren en een filosofie hanteren om een maatstaf te hebben teneinde iets wel of niet te sponsoren. U kunt zich voorstellen dat bij een grote instelling als ABN AMRO het sponsorverzoeken regent. Wij zijn bijvoorbeeld sponsor van het technologisch museum NINT. Er bestaat een goede reden voor, en dat moet ook. Want anders is het onlogisch als de volgende komt te horen krijgt: "Die maar eens niet". Dan krijg je een soort willekeur. Ik constateer met U dat het bijna ondenkbaar is dat sport het nog zonder die sponsoring zou kunnen bolwerken." Wat is in dat verband uw toekomstvisie? "Ik denk dat ons sponsorverband met Ajax zich steeds verder zal ontwikkelen. Dat doet het trouwens elk jaar. Onze relatie wordt steeds volwassener. De sponsoring komt ook pas tot wasdom, als je het langjariger doet. Dan wordt het voordeel zichtbaar. Ik denk dat de vercommercialisering in de sport, als ik kijk naar Amerika, wel verder zal gaan." En gaat u daarin mee? "Ik heb de neiging om te zeggen: 'Dat zullen we wel beoordelen als het zover is'. Nu is het een proces waarin we met elkaar werken aan een produkt. En zolang beide partijen zich happy voelen, gaan we door. De rest laten we op ons afkomen. Als ik zou weten hoe het zich allemaal ontwikkelt, dan zou dat heel interessant zijn. Maar zo werkt het niet." Hoe kijkt u terug op de afgelopen drie jaar? "Met een goed gevoel. Er is een lijntje tussen Ajax en de bank gekomen. Kijk, het aardige is dat een sponsorship met al zijn zakelijke merites toch uitgroeit tot meer dan alleen maar 'droog" sponsoren. Datje elkaar goed weet te vinden en te verstaan zodat er een band ontstaat. Het moet zakelijk blijven, maar dat ietsje méér maakt net dat beide partijen zich daar heel happy bij voelen.' Hoe kijkt u tegen Ajax aan? "Het is een unieke club en degene die dat'unieke' kan omschrijven is heel knap. Ajax is meer dan een Amsterdamse club. Ajax is een internationaal fenomeen. Het is als het ware een exportprodukt van Nederland geworden omdat het altijd internationaal bekende spelers heeft voortgebracht. Met alle respect voor andere clubs natuurlijk, maar Ajax heeft een enorme uitstraling. Als je in onze vestigingen buiten Nederland komt is de belangstelling voor Ajax echt ongelooflijk. Brazilië, Saoedi-Arabië, Japan, het maakt niet uit. Blijkbaar heeft de club zoveel impact, dat het zich tot de topclubs van de wereld mag rekenen. Waar een klein land toch groot in kan zijn!" AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1994

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 40