Het begin van al het moois. Wij schrijven 1986 en Aron Winter heeft in zijn debuutwedstrijd tegen FC Utrecht meteen gescoord. Voortrekkersrol in Oranje Of ook het Nederlands elftal weer tot de Europese elite zal toetreden moet de komende jaren blijken. Het woord is nu, na het terugtreden van Jan Wouters, Frank Rijkaard en Ronald Koeman, aan de jonge garde. Het antwoord ligt in de kwalificatiereeks en eventueel het eindtoernooi in Engeland besloten. Volgens Winter heeft de nationale selectie slechts aan routine, en niet aan kwaliteit ingeboet. "Het ontbreekt deze groep alleen nog aan veel ervaring, maar dat komt vanzelf. Wie er nu de voortrekkersrollen gaan vervullen? Danny Blind uiteraard, en daarnaast Ed de Goey, Dennis Bergkamp, Wim Jonk en ikzelf. Het lijkt me, dat rond deze jongens het nieuwe Nederlands elftal gebouwd gaat worden." Met het afscheid van Frank Rijkaard en Jan Wouters zijn voor Aron Winter de belangrijkste concurrenten voor een basisplaats bij Oranje weggevallen. De verfijnde alleskunner schikte zich jaren achtereen, zonder morren, in zijn rol op het tweede plan. Nooit overwoog hij in Zeist met de vuist op tafel te slaan. Geduldig, in de luwte, sprokkelde Winter meer dan veertig interlands bij elkaar. Te weinig, vindt hij zelf. "Maar ik had de pech, dat ik een generatie toppers vóór me wist. In die wetenschap schikte ik me in mijn lot. Dat was een heel andere situatie, dan toen ik bij Dino Zoff verhaal ging halen. Die zette me na een goeie start bij Lazio plotseling op de bank. Dat frustreerde me, omdat ik zeker wist dat ik rijp was om het in het buitenland te gaan maken. Natuurlijk was ik ook al jaren klaar om als vaste waarde in het Nederlands elftal te fungeren, maar bij het nationale elftal kun je nou eenmaal minder eisen stellen. Zeker als je spelers als Rijkaard en Wouters vóór je hebt." "Nu weet ik dat de bondscoach niet meer om me heen kan. Nu ik redelijk zeker ben van een basisplaats zal ik niet opeens de wijsneus gaan uithangen. Ik heb ook niet de behoefte om me nu ineens met de tactiek te gaan bemoeien. Advocaat voert vaak ruggespraak met de geroutineerde jongens, maar zelf voel ik daar niet veel voor. Het ligt niet in mijn aard om met de coach over tactiek te praten. Als ik gewoon lekker op het middenveld kan spelen, heeft hij van mij geen last." En een experimentje op de rechtsback-positie? Winter schiet in de lach. "Dat hebben we in de aanloop naar het WK één keer geprobeerd en als het aan mij ligt blijft het daarbij. Daar heb ik niet echt een goed gevoel aan overgehouden. Niet dat ik het niet kan, maar op het middenveld kom ik veel beter tot mijn recht. Als de bondscoach me nog een keer in de verdediging wil zetten, denk ik dat we toch maar 'ns heel goed met elkaar moeten gaan praten, als je begrijpt wat ik bedoel." Afsluiten bij Ajax... Een knappe jongen die Aron Winter anno 1994 nog van zijn stuk brengt. Het vroeger zo schuchtere ventje, 'Arie' in Ajax- kringen, is in Italië gepokt, gemazeld en gerijpt. Wat bleef, was de innemende persoonlijkheid. Waar hij in Rome ook gaat of staat, overal glimlacht hij zich geduldig langs de schare bewonderaars. Wars van pretenties, in een land waar voetbal tot de opperste vorm van religie is verheven. "Bij Ajax was ik al het één en ander gewend, maar hier is de aandacht en de druk nog veel extremer. Ach, wie ben ik om mensen straal voorbij te lopen als ze even met je willen praten. Tuurlijk is het vermoeiend op den duur en hoef ik ze ook niet over de vloer te hebben, maar aan de andere kant krijg je er heel veel warmte voor terug. En door zo veel mogelijk jezelf te blijven is het geen probleem om met de druk hier om te gaan. Je moet gewoon beseffen dat je een normale jongen bent, die het heel goed heeft getroffen en daar dankbaar voor moet zijn. En dat ben ik." Hier lijkt een jongeman op de piek van zijn leven aan het woord. De intens tevreden gelaatsuitdrukking bij zijn laatste woorden versterkt dat beeld. Maar de schone schijn bedriegt. De ambities en dromen van Aron Winter blijken geenszins gesmoord in het succes van zijn Italiaanse avontuur. Gevraagd naar zijn nog onvervulde idealen fronst Winter zijn licht bezwete voorhoofd. Het is bijna tijd om naar het trainingscomplex af te reizen, maar één vers filtersigaretje kan nog net. Een bedachtzaam trekje later volgt het antwoord. "Kijk, tot nu toe heb ik het aardig gedaan. Maar dat is nog lang niet genoeg. Bij Oranje is de oogstijd voor mij eigenlijk nu pas aangebroken en ook met Lazio wil ik het laatste sprongetje naar de absolute top maken. Met beide elftallen wil ik grote titels halen, prijzen waar het echt om draait. In principe blijf ik nog vier jaar in Italië, als alles volgens plan verloopt wordt m'n contract bij Lazio binnenkort opengebroken tot 1998. Daarna wil ik terug naar Nederland, hoe fantastisch ik het hier ook naar mijn zin heb. Dan ben ik 31, kan nog een paar jaar mee. Het zou prachtig zijn als Frank Rijkaard met zijn terugkeer naar Ajax een traditie heeft opgestart, dat alle 'buitenlandse' Ajacieden op den duur weer terugkeren. Mij lijkt het in elk geval wel wat. Naast de eerder geschetste doelen nog een paar seizoenen met Ajax in het nieuwe stadion spelen en een mooie prijs pakken. Dan is mijn carrière helemaal af." AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1994

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 32