met geen mogelijkheid vanaf was te
brengen. Het is allemaal wel wat minder
geworden,, maar ik denk dat ik altijd een
eigenwijze gozer zal blijven."
Kop in de wind
Het waren de jaren van het betere
straatvoetbal. Bogarde, geboren en getogen
in Rotterdam-West, toog dagelijks met zijn
vriendjes naar pleintjes door de hele stad,
om andere buurten uit te dagen voor een
partijtje. Via het speeltuinelftal van de wijk
Spangen meldde hij zich op 8-jarige leeftijd
aan bij Sparta. Tot aan de B-junioren kende
het linksbenige talentje geen centje pijn.
"Maar in de B 1 viel ik buiten de boot",
vertelt Bogarde. "De concurrentie was
zwaar, er liepen in mijn lichting veel
jeugdinternationals rond. Ik merkte dat er
geen vertrouwen meer in me was, ik liep
alleen nog maar te vlaggen. Daar komt die
afkeer ook vandaan, denk ik. Na een tijdje
heb ik bedankt en ben vertrokken."
Boos en teleurgesteld zwaaide Bogarde de
poort van het Kasteel achter zich dicht en
vroeg overschrijving aan naar de amateurs
van Alexandria, om tot zichzelf te komen.
Een jaar later, weer enigszins bij zinnen
gekomen, volgde de overstap naar SW.
"Daar ben ik voor het eerst in de problemen
gekomen door mijn praatjes. Elke training
werd ik finaal in elkaar geschopt, vooral
door de oudere jongens zonder basisplaats.
Op zeker moment dreigde dat uit de hand te
lopen en greep Jan van der Velde, de trainer,
in. Spelers die me zo hard aanpakten
stuurde hij van de training of kregen zelfs
boetes. Want ik begon steeds beter te
draaien, de trainer zag in dat hij zuinig op
me moest zijn. En ondertussen bleef ik
keihard doortrainen, om mijn goede wil te
tonen."
Op 2 oktober 1988 vierde Bogarde
uiteindelijk zijn debuut, in de
bekerwedstrijd tegen... Ajax. Op de bank en
AJAX MAGAZINE NOVEMBER 1994