landstitels op rij waren veroverd zorgde
voor optimisme. Vanaf de eerste ronde,
waarin 1. FC Nürnberg over de kling werd
gejaagd, was het Olympisch Stadion een
uitverkochte arena. In de tweede ronde
werd Fenerbahce opzij gezet en in de
kwartfinale schreef niet alleen Ajax maar
ook de Amsterdamse supportersschare
historie. De Parijse beslissingswedstrijd
tegen Benfica bracht Nederlnad weer in
voetbalextase en ruim dertigduizend
Nederlanders togen naar het Parijse Stade
Colombes om hun club naar een 3-0
overwinning én de halve finale te
schreeuwen.
een dure fout en het was aan het eind van
het seizoen 1968-1969 duidelijk dat
Michels veranderingen in de zin had. Een
aantal van de pioniers van het grote Ajax
zaten in zijn ogen aan de top van hun
mogelijkheden, of hadden een leeftijd
bereikt waarop aan vervanging kon
worden gedacht. Het verspelen van de
landstitel aan Feyenoord sterkte Michels
ongetwijfeld in zijn overtuiging dat het
elftal vers bloed behoefde. Bovendien
hadden de recente ervaringen in het
Europa Cup-toernooi, waarin Ajax en
tegen Benfica en tegen Spartak Trnava
verdedigend in de problemen was
de finale en iedereen had het daar
natuurlijk over", diept Keizer uit zijn
geheugen op, "Milan was de favoriet, maar
wij hadden niets te verliezen. Erg veel weet
ik niet meer van de wedstrijd zelf, maar ik
weet dat Michels lang twijfelde over de
opstelling. Hij was er pas kort voor de
wedstrijd uit. Het had te maken met de
tactiek waarmee wij Milan zouden
bestrijden en ik geloof dat het vooral te
maken had met de middenveldbezetting,
waar Bennie Muller, Henk Groot en
Tonnie Pronk de kandidaten voor twee
plaatsen waren. En wie zou er in de
mandekking tegen Rivera spelen?"
De wedstrijdbespreking
Op de avond voor de wedstrijd werden de
Ajacieden door meneer Michels bijeen
geroepen voor de wedstrijdbespreking.
Gewoonlijk duurde de tactische
voorbereiding niet langer dan een half uur,
hooguit een uur. Maar niet alleeen omdat
Ajax - Milan de belangrijkste wedstrijd uit
de geschiedenis van Ajax was, nam deze
sessie bijna vier uur in beslag!
De selectie van Milan in 1969, met uiterst links
staand de maker van drie doelpunten in de finale,
Pierino Prati. Milan-aanvoerder Gianni Rivera staat
als zesde van links.
Dat Ajax na de 3-0 thuiswinst op Spartak
Trnava in Tsjechosloowakije door het oog
van de naald kroop, was elke Ajax-fan aan
de vooravond van Ajax - Milan vergeten.
Ajax zat in de finale, de finale van Madrid!
Een ongekend hoogtepunt in de
vaderlandse voetbalhistorie.
De hand van Michels
Onder die fantastische prestatie stond de
ferme handtekening van trainer Rinus
Michels. Hij was de architect die vanaf
1965 had gebouwd aan een elftal dat zou
uitgroeien tot een fenomeen. Michels deed
dat met harde, gedisciplineerde hand
waarmee hij niet alleen de weg naar
volledige professionaliteit van de club
afdwong maar ook het professionele
denken van de voetballers kneedde. Dat
ging niet zonder wrijvingen. In 1967 was
Frits Soetekouw al eens "geslachtofferd" na
gekomen, Michels duidelijk gemaakt dat
de balans wat teveel naar de offensieve kant
doorboog. De enifge echte bikkelaars in het
elftal waren Wim Suurbier en Velibor
Vasovic. Het Ajax-hart klopte naar voren,
en Michels zocht mede door gebrek aan
puur defensieve denkers, vooral in die
aanvallende kracht zijn wapenen.
De ingrepen die Michels in zijn gedachten
had kon hij op weg naar de finale nog niet
toepassen want hij had er de spelers niet
voor.
Tijd om over de hanteren tactiek na te
denken was er echter volop. Tussen de
halve finale en de Ajax - Milan zat ruim
een maand. Tijd die ook werd benut om de
blessures van Piet Keizer, Inge Danielsson
en Barry Hulshoff te laten herstellen.
Piet Keizer herinnert zich vooral dat die
aanloopmaand naar Madrid vol van
spanning zat. "We zaten voor het eerst in
Er ontstond op de derde verdieping van
het hotel Philips II een discussie over de te
hanteren tactiek tegen de ervaren
tegenstander. Nu nog, ruim vijfentwintig
jaar na dato, hebben de betrokken
Ajacieden er moeite mee om de ware aard
van de wedstrijdbespreking prijs te geven.
Sommigen kunnen zich de opmerkelijke
episode echt niet meer herinneren,
anderen houden de toedracht liever voor
zich. Een gevoelig onderwerp, dat is
duidelijk.
Feit is dat er een verschil van mening was
tussen de coach en de spelers die die
meedachten over tactische zaken, Keizer en
Cruijff aan het hoofd. Het is opmerkelijk
dat Michels een zeer offensief Ajax wilde
zien, een Ajax dat risico's durfde nemen en
daarmee de tegenstander zou afbluffen.
Dus met vier spitsen, Swart, Danielsson,
Cruijff en Keizer, en twee echte
AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1994