"Door keihard te werken moet ik progressie
afdwingen", weet Clarence Seedorf, die hier de bal
voorbij FC Utrecht-tegenstander Marcel van der
Net stuurt.
bepaald zelfbewustzijn toegroeien. Dat
gevoel, met de borst vooruit het veld op,
uitstralen dat je de sterkste bent, dat
ontstaat vanzelfbij Ajax. Tijdens de open
dag had ik het weer heel sterk, bij het
voorstellen van de spelers. Vol stadion, je
trekt dat shirt aan, staat te wachten en
hoort je naam door de speakers. Er wordt
gejuicht en je loopt het veld op. Dat zijn
momenten waarop je jezelf voelt groeien.
Prachtig. En ik vind, als je bij Ajax speelt
heb je recht om op een bepaalde manier te
lopen en je ernaar te gedragen. Dat hoort
bij deze club. En je speelt hier toch niet
voor niets?"
De broertjes
Inmiddels is de gehele familie Seedorf
overspoeld door en doordrenkt met het
Ajax-gevoel. In navolging van Clarence
dartelen ook zijn jongere broertjes, Jurgen
(13, C-junior) en Chedric (11, D-junior),
over de velden van Voorland. Seedorf
senior heeft onder meer het lidmaatschap
van Transvaal, in Suriname, en NEC'73, in
Nederland, achter zijn naam staan. "Een
ouderwetse nummer 10", vult de oudste
zoon glimmend aan. "Puur tweebening,
een goeie voetballer van wat ik ervan heb
gezien. Toen ik klein was ging ik altijd met
hem mee naar het voetbalveld. Door zijn
werk en de vele tijd die hij in het voetbal
van zijn kinderen investeert is hij zelf nooit
echt ver gekomen. Maar de aanleg zit van
nature bij ons in de familie. Ik heb nog een
paar ooms die heel aardig kunnen
voetballen. Over mijn broertjes wil ik niet
al te veel zeggen. Die zijn nog zo jong, de
tijd zal leren of ze het redden bij Ajax. Ze
zijn in ieder geval helemaal gek van
voetbal, ze doen het de hele dag. Op straat,
in de tuin, in huis, overal. Ia, ik ben een
soort voorbeeld voor ze. Ze zien je toch als
de grote broer die in het eerste speelt. Maar
ik overspoel ze niet met adviezen, of zo. Ze
moeten zichzelf ontwikkelen. Helaas kan ik
ze nooit meer zien spelen. Toen ik zelf nog
op zaterdag speelde ging ik vaak kijken,
heerlijk is dat. Als ik de kans heb, pik ik
nog wel eens een jeugd wedstrijdje mee. Of
ik loop op een doordeweekse avond,
samen met m'n vader, even een sporthal
in, om een willekeurig wedstrijdje te
bekijken. We zijn nou eenmaal helemaal
maf van voetbal. De jeugdwedstrijden
blijven echter het leukst. Het is tof om de
pure spelvreugde van die jochies te zien en
om te kijken hoe ze zich in de loop der
jaren ontwikkelen, hoe ze groeien. En de
relatie met die spelertjes blijft daardoor
normaal. Als je vaak langs de lijn staat gaan
ze tenminste niet tegen je opkijken, het
haalt de barrière een beetje weg. Dat vind
ik wel prettig. Niemand hoeft tegen mij op
te kijken. Ik bedoel, het is voor mijzelf ook
nog maar een paar jaar geleden dat ik op
Voorland rondliep."
Interviews
Ondanks de betrekkelijke luwte van
Voorland had het Nederlandse medialeger
Seedorf in een zeer vroeg stadium al in het
vizier. Koud vijftien jaar oud dromden de
eerste cameraploegen samen rond het
jongetje, dat zelf niet veel anders wilde dan
genieten van zijn ongerepte liefde voor de
bal. Lekker voetballen, goed z'n best doen,
meer niet. En plots waren daar de camera's
en de blocnootjes. Nee, hij zag zichzelf niet
als de nieuwe Frank Rijkaard. En ja,
natuurlijk hoopte hij het hoogste te
bereiken. Iedere keer dezelfde vragen,
telkens dezelfde antwoorden. De
vaderlandse pers stond massaal aan de
wieg van de jongste boreling van Voorland.
Ruim voor diens debuut. "Erg
overdonderend allemaal", grinnikt Seedorf
nu, terugdenkend aan de media- hype rond
zijn persoon. "In het begin is het allemaal
mooi, maar op een gegeven moment werd
het gekkenwerk, had ik elke week een
interview. Terwijl ik nog niets had
gepresteerd. Rond mijn eindexamen, op de
MAVO, heeft de trainer ingegrepen. Toen
werd ik een tijdje afgeschermd, zodat ik me
op school en voetbal kon concentreren.
Achteraf gezien heeft al die vroege
belangstelling ook een voordeel gehad.
Toen de storm ging liggen kon ik me
volledig op het voetbal en op het veroveren
van een basisplaats gaan richten. Dan heeft
Patrick Kluivert het nu een stuk moeilijker,
denk ik. Die staat momenteel in het
middelpunt van de belangstelling, juist op
het moment dat hij op het punt staat door
te breken. Hij krijgt het allemaal
tegelijkertijd voor z'n kiezen, terwijl ik de
grootste toestroom al een tijdje achter de
rug heb."
De jongste debutant
De piek viel voor Seedorf in de
oktobermaand van 1992 te noteren. Toen,
op de 28ste om precies te zijn, vierde het
langdurig bewierookte talent zijn debuut
in de hoofdmacht van Ajax. Daags na zijn
UEFA-interland met Nederland tegen
Israël, tijdens het bekerduel bij VW, in de
dertiende minuut na rust. Precies 16 jaar, 6
maanden en 27 dagen op deze aardbol, de
jongste debutant uit de roemrijke
geschiedenis van Ajax. Seedorf haalt zich
de bewuste avond weer even voor de geest.
En zegt: "Eigenlijk bewaar ik geen speciale
herinneringen aan dat debuut. De jongste
aller tijden, dat is natuurlijk leuk. Maar
I
AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1994
17