staren Sjaak Swart, Bennie Muller, Co Prins, Ruud Krol, Simon Tahamata, Marco van Basten en vele, vele andere Ajacieden de bezoekers onbewogen aan. De boekenkast zit volgestouwd met foto albums, het bureau ligt bezaaid met honderden nog in te plakken exemplaren. In deze geordende chaos slijt Henny Schuurman de koude winteravonden. Sorteren, plakken, sorteren, plakken. In de aanpalende kinderkamer blijkt de hobbykamer slechts een tipje van de rood witte sluier te zijn geweest. Ook de kledingkast zit tsjokvol met fotoboeken. "Maar het zenuwcentrum heb je nog niet gezien" glimlacht Schuurman mysterieus. De zolder. Daar, in de nok van het huis, bevindt zich de ongeordende chaos. Op de grond liggen duizenden foto's en vele tientallen boeken kris kras door elkaar. Hoe groot zijn verzameling bij benadering is? Hij verklaart geen flauw idee te hebben. "Omdat de zolder overvol dreigde te raken heb ik een tijdje terug een gedeelte naar mijn schoonmoeder gebracht. Ik moest zeven keer met de auto heen en weer rijden om het hele zooitje over te brengen. En nog steeds is het hier een wanorde. De komende jaren ga ik de boel ordenen, wil ik alles in boeken gaan plakken. Met het materiaal wat ik momenteel heb denk ik in totaal z'n 600 fotoboeken te kunnen vullen. En ik ga gewoon door met verzamelen, dus er komt iedere week weer meer bij. Ik hoop dat ik honderd wordt, minimaal, dan heb ik een kans om het allemaal af te maken Knippen en plakken Voor de oorsprong van zijn verzameldrift moeten we terug naar 1959. Het jaar waarin Cees en Henk Groot, net als Schuurman oud-spelers van W Zaandijk, de overstap van Stormvogels naar Ajax maakten. Met een groepje vriendjes toog kleine Henny tweewekelijks op de fiets, een tochtje van ruim drie kwartier, naar de Watergraafsmeer om zijn lokale helden te zien spelen. Op de jongenstribune, kaartjes veertig cent, werd hij overspoeld door het Ajax-gevoel en besloot een plakboek bij te gaan houden. Ruim tien jaar lang harkte Schuurman alle mogelijke sportkranten bijelkaar en knipte en plakte zijn vingers blauw. Met het aanbreken van de glorietijd besloot hij zijn verzameling van glans te gaan voorzien. Via bevriende journalisten opende Schuurman de jacht op originele persfoto's. "Dat was zo'n fantastisch elftal, aan het begin van de zeventiger jaren, toen raakte ik echt goed in de ban van Ajax. Ik wilde geen wedstrijd meer missen, reisde ze overal in Europa achterna. Per seizoen maakte ik veertien, vijftien fotoboeken. In die jaren ben ik ook begonnen met persoonlijke albums. Voor Johan Cruijff heb ik de eerste gemaakt. Is-ie hier nog over de vloer geweest, met zijn eigen materiaal. Aan dat album heb ik een leuk contact overgehouden. Ieder jaar, als Cruijff met Barcelona in Nederland op trainingskamp is, zoek ik hem even op. Dan is het gelijk van: 'Hé, Schuurmannetje, hoe is het nou met je?'. Krijg ik een shirtje van 'm, praten we effe bij. Johan is echt een wereldvent. Net als Piet Keizer. Die nodigt me vaak uit voor de feesten van Lucky Ajax. Dat zijn leuke dingen voor de mens." Netwerk Inmiddels hebben vele illustere Ajacieden een persoonlijk album van Henny Schuurman op de boekenplank staan. Van de huidige generatie maken Sonny Silooy en Wim Jonk gebruik van zijn archivarische diensten. "Ik hoef er helemaal niks voor te hebben", benadrukt hij "maar meestal krijg ik van die jongens een trainingspakkie of een paar schoentjes, als dank. Op die manier blijft het leuk, het is en blijft een hobby van me. Ik hoef er niet rijk van te worden." Schuurman, in het dagelijks leven werkzaam op een verzekeringskantoor, heeft in de loop der jaren een wijdvertakt netwerk van perscontacten opgebouwd. Iedere maandagmiddag spoedt hij zich, rechtstreeks vanuit zijn werk, naar de burelen van De Telegraaf, waar een bevriend voetbalverslaggever steevast een setje foto's voor hem klaarlegt. De rest scharrelt hij links en rechts bijelkaar en in gevallen van nood is er altijd nog Louis van AJAX MAGAZINE SEPTEMBER 1994 97

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 101