Het Ajax-stadion in zijn huidige vorm. Het stadion Het seizoen 1993-1994 stond niet alleen in het teken van het kampioenschap van het eerste elftal maar zeer zeker ook in het teken van de start van de bouw van een nieuw Amsterdams stadion. Op 26 november 1993 werd de eerste paal van het prestigieuze project geslagen door de Amsterdamse wethouder Genet, met Ajax één van de voorvechters wat betreft de realisatie van het nieuwe stadion. Medio 1996 moet de nieuwe, door Ajax bespeelde en bewoonde, voetbaltempel gereed zijn. De futuristische accommodatie in Amsterdam zuidoost is voor Ajax van levensbelang. Slechts in een stadion met dergelijke capaciteit (50.000) en faciliteiten kan Ajax zich op internationaal niveau blijvend meten met de voetbaltop. Het stadion, waarvan de contouren in de loop van dit seizoen steeds duidelijker zichtbaar zullen worden, betekent een nieuwe mijlpaal in de stadionhistorie van Ajax. Een historie die zijn diepste wortels had rond het Willemspark dat aan het eind van de vorige eeuw nog behoorde tot de gemeente Nieuwer Amstel. Die tijden liggen inmiddels al bijna een eeuw achter ons. Na de officiële oprichting van Ajax, in 1900, kwam de club in Amsterdam-noord terecht. Daar werd een terrein gehuurd aan de Middenweg een kwartier lopen van de pont. Na een jaar verkaste Ajax naar de Laan weg, iets dichter bij het IJ, en in 1907 belandde Ajax in de Watergraafsmeer, de polder waaraan het huidige stadion zijn roepnaam "De Meer" dankt. Het eerste Ajax-terrein in het toen nog zelfstandige Watergraafsmeer (in 1921 werd het Amsterdams grondgebied) bevond zich al aan de Middenweg, maar iets meer stadwaarts dan tegenwoordig: daar waar zich nu het Christiaan Huijgensplein bevindt, schuin tegenover café Frankendael. Bij de promotie naar de Eerste Klasse werden daar de eerste houten tribunes geplaatst. Zo ontstond een stadionnetje, dat gaandeweg zou worden uitgebreid tot 20.000 plaatsen. De ontwikkeling van Ajax tot topclub kreeg vooral gestalte in de jaren dertig. Het stadion bleek allengs te klein. Aan het eind van de jaren twintig drong het Ajax- bestuur er bij de gemeente op aan grond ter beschikking te stellen bij de Hoeve Voorland, nabij de Diemerbrug. De hoeve werd gesloopt en Ajax kon een nieuw "home" gaan bouwen. Architect Daan Roodenburgh, zelf Ajax- lid, ontwierp een stadion waarin Ajax en de Ajacieden zich tot op de dag van vandaag thuis voelen. Het stadion, met een capaciteit van 22.000 plaatsen, en de aanpassingen aan de infrastructuur, kostte destijds drie ton. Op 21 april 1934 ging de eerste paal de drassige bodem in, en reeds acht maanden later, op 9 december, volgde de officiële opening met een vriendschappelijke wedstrijd tegen Stade Francais. In de bijna zestig jaar dat het Ajax-stadion nu bestaat heeft het de nodige veranderingen ondergaan. De belangrijkste waren de overkapping van de Reynoldstribune (tegenover de huidige A In 1934 verhuisde Ajax naar het huidige terrein. Dat betekende dat het oude stadion werd ontmanteld. De foto toont de aftocht (onder politiebegeleiding) van het bestuurshuis. A Ajax-voorzitter AAarius Koolhaas en architect Daan Roodenburgh (rechts) tonen de plannen voor het Ajax- stadion dat in 1934 zou verrijzen. PRESENTATIEGIDS AJAX '94 '95

AJAX ARCHIEF

Magazine (1987-2007) | 1994 | | pagina 64