Onveranderd vertrouwen
Louis van Gaal. Directeur betaald voetbal
Met een onveranderd en bij de Ajax-allure passend vertrouwen
kijk ik vooruit naar alweer een nieuw voetbaljaar: het seizoen
1994-1995.
Ajax is de kampioensploeg, er wacht een prachtige uitdaging die
"Champions League" heet met gegarandeerd zes wedstrijden van
topniveau, wedstrijden die niet alleen fysiek, maar ook mentaal
veel van de Ajacieden zal eisen.
Want de eigen omvangrijke aanhang verwacht niet minder dan
prolongatie van de titel en een hoofdrol in zowel de Champions
League als in het nationale bekertoernooi.
In de competitie is Ajax, zoals dat in sporttermen heet, de "te
kloppen ploeg". Iedere tegenstander zal er nog meer eer in stellen
om juist de regerend kampioen een beentje te lichten. Bovendien
zal de concurrentie niet stil zitten en dat zorgt er voor dat de
spelers en de technische staf een bijzonder zwaar seizoen met een
strijd op drie fronten wacht. Voor de -vele- Ajax-internationals is
het zelfs een strijd op vier fronten, want ook het Nederlands Elftal
heeft zijn verplichtingen in de kwalificatie voor het Europees
kampioenschap 1996, met nog meer interlands dan in het verleden
het geval was, hetgeen een behoorlijke wissel op de internationals
trekt.
De landstitel brengt een zekere druk met zich mee en bovendien
zal de concurrentie groot zijn.
De geschetste situatie is er een die hoort bij een echte topclub. En
bij een echte topclub hoort ook dat men met die druk en belasting
om kan gaan. De zwaarte van een voetbalseizoen mag namelijk
nooit een excuus zijn waarachter men zich verschuilt. Speel je op
het hoogste niveau, dan moet je niet anders willen dan de
wekelijkse hoogspanning. Ook dat hoort bij de allure van een club
als Ajax.
Het vooruitzicht van een zwaar seizoen maakt het logisch dat Ajax
met een brede selectie aantreedt. Breder dan die van de
gemiddelde club. Ik heb echter ervaren dat het in Nederland niet
mogelijk is om een zo ruime selectie te bezitten, die met zich
meebrengt dat ook gevestigde namen, gearriveerde spelers,
internationals soms, genoegen moeten nemen met een plaats op de
reservebank of zelfs op de tribune.
De Nederlandse voetbalcultuur laat dat niet toe en voor een trainer
is dat een extra moeilijkheidsfactor.
Daarom hebben wij gekozen voor een spelersgroep waarin, naast
de ruime ervaring, ook veel plaats is voor jeugdig elan. Inderdaad,
dat is de werkelijke Ajax-stijl indachtig. De doorstroming van
talent is iets dat bij Ajax hoort als de Amstel bij Amsterdam.
Omdat Ajax dat talent zelf opleidt, künnen wij dat ook doen en
vandaar dat er naast jonge spelers als Tarik Oulida, Kanu, Clarence
Seedorf en Edgar Davids die al een plaats binnen de selectie
hadden, nu ook nieuwe talenten als Martijn Reuser, Patrick
Kluivert, de van FC Groningen teruggekeerde Michael Reiziger en,
wellicht op termijn, Mendel Witzenhausen en Clyde Wijnhard bij
de eerste spelersgroep zitten.
Ik hoop dat de jeugdige prikkel een stimulans is voor de hele
selectie. De jonge gasten staan nog onbevangen en hongerig
tegenover de uitdagingen op topniveau.
Wat de internationals die op het WK in de Verenigde Staten actief
waren, heb ik de indruk dat zij niet verzadigd zijn teruggekomen,
maar juist met een gezonde ambitie om iets te laten zien.
Zoals heel Ajax wil aantonen dat wij met onze aanvallende
speelstijl toch ver kunnen komen. Dat hebben wij al eens bewezen
in het UEFA-Cuptoernooi, maar het zou uiteraard fantastisch zijn
wanneer wij dat ook in de prestigieuze Champions League konden
doen.
Mijn vertrouwen daarin is onveranderd, net zoals ik een rotsvast
vertrouwen heb in onze supporters, die ook dit jaar een zeer
belangrijke rol spelen in de jacht van Ajax op minstens één
hoofdprijs.
PRESENTATIEGIDS AJAX '94 '95
11